Grenzeloos heeft het eerder op Solidariteit verschenen stuk van Sjarrel Massop en Patrick van Klink (S&P) met de titel: Over de weerstand tegen 'staal maken zonder kolen’ overgenomen. Het stuk geeft een interessant overzicht van de discussie over de toekomst van Tata Steel in IJmuiden en over de technische aspecten van de omvorming van de huidige wijze van staal produceren naar een zonder het gebruik van steenkool. Maar als beschouwing over staalproductie en ecosocialisme schiet het mijns inziens tekort.
De auteurs geven in hun stuk geen omschrijving van wat ze onder ‘groen staal’ verstaan, maar uit het verhaal is duidelijk dat het – zoals de kop ook aangeeft – slechts gaat om ‘staal maken zonder kolen’.
Groen staal
Is staal dat geproduceerd is zonder steenkool werkelijk ‘groen staal’? Mij lijkt van niet. IJzer (en de veredelde versie daarvan, staal) en andere metalen zijn per definitie niet groen. Ze maken (althans in de winbare vorm) [1] geen onderdeel uit van de natuurlijke kringloop en zijn niet hernieuwbaar.
Ze maken (in de vorm van erts bevattende mineralen) deel uit van de aardmassa en kunnen als ze zich in voldoende concentratie en dicht genoeg bij het aardoppervlakte bevinden door mensen gewonnen en gebruikt worden. In tegenstelling tot kostbare en zeldzame metalen komt ijzererts in grote winbare hoeveelheden voor. Maar de winning, zuivering en transport van het erts om het voor de productie van ijzer en staal te gebruiken is verre van een groen proces. De mijnbouw leidt tot een enorme schade aan het milieu en er is heel veel energie voor nodig. De energie die voor dat hele proces nodig is kan natuurlijk in principe groene energie zijn, maar mij is niet bekend dat dat ook op een, al is het maar, minimale schaal het geval is.
IJzer en staal gewonnen uit erts groen noemen is dus onzin. Naast nieuw ijzer uit ijzererts kan ook oud ijzer als grondstof worden gebruikt. Maar ook het verzamelen, sorteren, reinigen vervoeren en vooral het omsmelten van oud ijzer kost veel energie, en slechts een deel van het bestaande ijzer kan gebruikt worden. Met nieuwe technieken is de productie van dat ijzer te vergroenen, maar het volume ervan is onvoldoende voor de steeds groeiende vraag.
Ecosocialisme
In het kader van een serieus ecosocialistisch project, waarin gewerkt wordt in de richting van het duurzaam maken van de hele economie, zou er dus gestreefd moeten worden naar het zo snel en drastisch mogelijk vervangen van ijzer en andere metalen door duurzame alternatieven. Waarbij voor het (nog) noodzakelijke ijzer dan vooral gebruik zal moeten worden gemaakt van het hergebruik van ijzer.
Dat is natuurlijk een enorme opgave. Maar die opgave vervangen door het steven om alleen de laatste fase van de productie (van erts of schroot tot ijzer/staal) CO2-vrij te maken en dat dan groen staal noemen is de ecologische kop in het zand steken. Dat is net zoiets als de door klimaatopwarming noodzakelijke energietransitie opvatten als louter een vervanging van de huidige energie door duurzame energie. Dat is een illusie en heeft mijns inziens niets met ecosocialisme te maken.
Het begrip ecosocialime is volgens mij alleen zinvol als er onder verstaan wordt ‘een totale omvorming van de manier van produceren en consumeren, van het gebruik van energie en grondstoffen,’ zoals ik al in 2013 schreef.
Ik ben het dan ook niet met Sjarrel en Patrick eens dat ‘De begrippen ecologie en socialisme onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn’. Integendeel. Om voor het gemak maar uit het eerder genoemde artikel te citeren:
De socialistische beweging van de vorige eeuw en daarvoor ging er van uit dat het socialisme opgebouwd kon worden op basis van de bestaande productiemiddelen. Of men de overgang van kapitalisme naar socialisme nu zag als een geleidelijke overgang of als gevolg van een duidelijke breuk, men ging er in de socialistische beweging van uit dat de opbouw van het socialisme een politiek en economisch proces was. Men ging er van uit dat de economie anders ingericht moest worden en het beheer anders georganiseerd, maar dat de productiemiddelen overgenomen konden worden.
Ecosocialisten beseffen dat de wijze van produceren, de gebruikte techniek niet neutraal is maar bepaald door de dominante maatschappelijke belangen. (…) Ecosocialisten realiseren zich dat de hele manier van produceren en consumeren, van het gebruik van energie en grondstoffen veranderd moet worden. Dat het op gebruik van fossiele energie gebaseerde economische en maatschappelijke systeem op relatief korte termijn vervangen moet worden door een systeem gebaseerd op duurzame energie. En dat daarbij geen enkele levenssfeer onberoerd kan blijven. De ecosocialistische omwenteling die nodig is gaat dus veel verder dan het veroveren van de politieke (staats) macht en die vervangen door een werkelijk democratisch beheer en het in dienst stellen van de materiële infrastructuur in het belang van de overgrote meerderheid van de wereld bevolking.
Omvorming en omdenken
In de tekst van Sjarrel en Patrick wordt gepleit voor omvorming en omdenken. Maar eerlijk gezegd is het mij niet duidelijk wat er volgens Sjarrel en Patrick precies omgevormd en omgedacht moet worden. Om niet in speculaties over hun opvattingen te vervallen zal ik in dit laatste stuk van mijn reactie daarom kort puntsgewijs mijn opvatting weergeven en daarbij verwijzen naar formuleringen in de tekst van Sjarrel en Patrick.
1. De ecosocialistische omvorming zal alle aspecten van de economie moeten omvatten en alle aspecten van het leven raken. En dus niet alleen de energievoorziening.
2. Een dergelijke omvorming is onverenigbaar met het kapitalisme, omdat dat gebaseerd is op kapitaalaccumulatie, dat wil zeggen op het realiseren van winst ten koste van mens, natuur en milieu. En dat geldt in tegenstelling tot wat S&P lijken te suggereren niet pas sinds de financialisering, (S&P: ‘De gebruikelijke manier van bedrijfsvoering is investeren in het productieproces om zo producten te maken die met winst verkocht kunnen worden. Zo rendeert de investering. In die procedure is een kentering gekomen. Produceren wordt ondergeschikt gemaakt aan winst maken, deze omslag heet financialisering.‘ En is ook niet beperkt tot grote ondernemingen. S&P: ‘Grote, logge en niet flexibele ondernemingen met sterke verbindingen met overheden zijn ongeschikt om belangrijke omvormingen door te voeren. Criterium is en blijft: groei en waarde voor aandeelhouders scheppen.’ maar is altijd de kern van de kapitalistische productie.
3. De overheid, dat wil zeggen de huidige kapitalistische staat, is geen instrument in deze omvorming maar een obstakel dat overwonnen moet worden. Maar het is niet zo dat ze voorheen die rol wel kon spelen. S&P: ‘Overheden hebben hun onafhankelijkheid en autonome functie definitief verloren. Voor de samenleving zijn ze door de doorgeslagen privatiseringen hun sociale betekenis geheel kwijt. Ze zijn onbetrouwbaar en niet in staat noodzakelijke omvormingen te beoordelen en te begeleiden.’
4. Om een ecosocialistische omvorming tot stand te kunnen brengen, zullen de sleutelsectoren van de economie, waaronder zeker de staalproductie, in gemeenschapshanden en democratisch beheer moeten worden gebracht. Daarbij zal de productie gericht moeten worden op de werkelijke behoefte en zal het zo snel en rigoureus mogelijk vervangen van de productie van metalen door duurzame materialen een van de doelstellingen moeten zijn. (Dat gaat dus verder dan de door S&P gestelde noodzaak van ‘publiek eigendom’, als tegenhanger van ‘privaat’ en ‘ontkoppeling van financieel rendement en economische groei.’
Bovenstaande punten zijn natuurlijk niet meer dan basale uitgangspunten voor een ecosocialistisch benadering die verder uitgewerkt en bediscussieerd moet worden.
Noot
[1] In de natuur maken metalen wel deel uit van de natuurlijke kringloop. Ze worden door planten opgenomen, komen via de consumptie daarvan in dieren terecht en spelen een essentiële rol in het dierlijke (en menselijke lichaam). Uiteindelijk verdwijnen ze weer in de bodem waarna ze een nieuwe cyclus kunnen doorlopen.
Er klopt iets niet aan de…
Er klopt iets niet aan de redenatie van Willem Bos. Waar ik over struikel is dit: "De socialistische beweging van de vorige eeuw en daarvoor ging er van uit dat het socialisme opgebouwd kon worden op basis van de bestaande productiemiddelen. (...) Men ging er van uit dat de economie anders ingericht moest worden en het beheer anders georganiseerd, maar dat de productiemiddelen overgenomen konden worden." Dat kan niet waar zijn. Socialisme beoogd een eind te maken aan uitbuiting, onderdrukking en vervreemding; socialisme beoogd een vrije alzijdige ontwikkeling van het individu in collectief verband; socialisme beoogd zelfbevrijding, zelfbestuur, zelfopvoeding. En dit socialisme zou dan geen invloed hebben op het speur- en ontwikkelingswerk en fundamenteel onderzoek naar materialen en productieprocessen in werkplaatsen en instellingen voor opleiding en onderzoek? Daar zou alles bij het oude blijven? Ik geloof er niks van. We kennen op z'n laatst sinds de publicatie van het rapport van de Club van Rome, 50 jaar geleden(!), binnen de socialistische beweging een uitgebreide discussie over natuur en milieu. Het beeld dat Willem Bos hier schets kan niet kloppen.
Wellicht is de formulering …
Wellicht is de formulering 'in de vorige eeuw' wat te kort door de bocht. Maar voor wat langer terug geldt m.i die opmerking wel degelijk. Voor het grootste en laatste deel van de vorige eeuw, laten we zeggen vanaf het begin van de eerste wereldoorlog, had had de hoofdstroom van de socialistische beweging de vervanging van het kapitalisme door het socialisme al vervangen door het (socialer) beheer van het kapitalisme. En ook daarbij was en is er weinig wat maar lijkt op een verandering in ecosocialistische richting.
Van Sjarrel en Patrick…
Van Sjarrel en Patrick ontvingen we deze reactie:
Wij denken dat we weinig met Willem van mening verschillen over de vier hoofdpunten die hij noemt aan het slot van zijn artikel en zijn historische overzicht waarin hij stelt dat ecologie en socialisme niet altijd onlosmakelijk met elkaar verbonden waren. Het is een welkome verbreding van de discussie over Groen Staal zoals die nu gevoerd wordt nu bij Tata, in de FNV, klimaatgroepen en georganiseerde omwonenden. De uitganspunten van ecosocialisme worden prima uitgewerkt in zijn artikel uit 2013. Het is het weer eens lezen waard.
Willem eindigt zijn artikel uit 2013 met een stukje over ecosocialisme en de praktijk en geeft een denkbeeldig voorbeeld over de sluiting van een autofabriek. 'Voor traditionele socialisten zal de strijd voor het behoud van arbeidsplaatsen en van de fabriek voorop staan. Welke middelen ze daar ook voor in willen zetten (staatssteun, protectionisme, of zelfs een loonoffer van de arbeiders), het behoud van de werkgelegenheid en van de bestaande fabriek staat bij hen voorop… Ecosocialisten zullen een andere positie innemen. Zij zullen de arbeiders volledig steunen in hun verzet tegen de sluiting van de fabriek, maar tegelijkertijd de discussie voeren over de noodzaak van het omvormen van de productie in de fabriek van auto’s naar milieuvriendelijke producten'.
Dat is nu precies wat de er in de discussie over Groen Staal gebeurt. Aanleiding was een alweer dreigende reorganisatie en een onduidelijk toekomstperspectief van Tata in IJmuiden. Daar is na een lange staking vanuit de werknemers en FNV, met steun van klimaatgroepen gevochten om het Plan Groen Staal, staal maken zonder kolen als toekomstperspectief aanvaard te krijgen. Groen Staal gaat dus om een reëel plan en is niet een semantische discussie, hoe raar de woordcombinatie ook overkomt als je kijkt naar de natuurlijke kringloop van materialen.
Met het dossier Groen Staal plus, maar ook in gesprekken in de FNV, in klimaatgroepen proberen we die discussie breder te maken dan staal maken zonder kolen. Dat noemen we omdenken. Dat probeert de basale principes die we met Willem onderschrijven handen en voeten te geven in de praktijk om iedereen die erbij betrokken is door te laten denken en met elkaar verder in gesprek te gaan over de consequenties van wat echte duurzame staalproductie betekent en hoe we op een sociale manier stappen kunnen zetten om dat te realiseren. Dan gaat òf privékapitaal, de markt, òf de overheid daar een rol in spelen waar je op kan vertrouwen. Dan gaat het over de vraag waarvoor we staal moeten maken, en als we dat willen doen in IJmuiden wat dat betekent voor het aanwenden van duurzame energie in de vorm van een waterstof fabriek. Dat heeft namelijk als consequentie dat je iets anders niet kan doen. Zaken die uitgebreider in het hele dossier Groen Staal plus aan de orde komen.
We denken dat we geen verschil van mening hebben met Willem over wat ecosocialisme inhoudt. Wel dat we een andere benadering hebben. Willem houdt bij de strijd tegen sluiting van een fabriek de werkers de basale principes van het ecosocialisme voor. Wij proberen vanuit die principes het debat aan te gaan over het concrete beste ecologische en sociale alternatief. We proberen daarbij aan te sluiten bij hoe in verschillende sociale bewegingen over dit dossier gedacht wordt vanuit eigen gevoelde belangen. De opdracht die Willem voor Ecosocialisten formuleerde in zijn artikel in 2013 is theorie in 2013, praktijk en lessen voor theorievorming in 2024. De tijd staat gelukkig niet stil. Klimaatverandering ook niet.
In het anders denken over transitie of omvorming hebben we vier aspecten benoemd; Tijd, Geld, Aansturing en later aangevuld met Energie. Deze aspecten zijn cruciaal, en zijn nauwelijks direct oplosbaar. Dat betekent dat er geïmproviseerd moet worden. Dat geldt ook voor de tijd, de omvorming is urgent omdat de gevolgen voor conventioneel staal maken al op korte termijn zeer ernstig zijn. Het wordt een complexe verhouding en daarmee uitdaging tussen discussiëren over de beste wijze van omvormen en de uitvoering ervan die niet op zich kan laten wachten.
Zo lust ik er nog wel een…
Zo lust ik er nog wel eentje. Een kritische, zelfkritische berichtgeving over idee en beweging voor het socialisme zit toch echt anders inelkaar. Als bij wijze van spreken de hoofdmacht achter het rode vaandel het ravijn in marcheert, dan ben je nog altijd verplicht om de enkelingen die wel een heldere kijk op de verhouding mens-natuur in een democratisch zelfbeherend en planmatig socialisme hadden voor het voetlicht te brengen. Wat is anders het nut van publiceren? Dat minderheden soms gelijk kunnen hebben is niet uitgesloten. Met dit kort-door-de-bocht-commentaar is een onvolledig en onjuist beeld gegeven. Wat schieten we daar mee op? Helemaal niks.
De term ecosocialisme…
De term ecosocialisme suggereert dat er iets mis zou zijn met het socialisme zoals het voorkomt in de originele algemene (historisch materialistische) stellingname van Marx en Engels. Deze suggestie is onterecht. Socialisme zoals oorspronkelijk gedacht impliceert harmonie van natuur en samenleving, productie en consumptie blijven binnen de grenzen die de natuur stelt. De term ecosocialisme is dus overbodig en misleidend. Ze doet vermoeden dat de bedenkers van deze term niet goed op de hoogte waren van het oevre van Marx en Engels; zich teveel hebben laten leiden door de agitprop van verschillende kanten. De trotskistische beweging doet er m.i. goed aan om niet met deze modieuze ecowind mee te waaien. Nogmaals: er is niks mis met het socialisme. De strijd voor natuur en milieu is als bekend spijkerhard klassenstrijd. Daar is niks anders van te maken als je ziet waar de klappen vallen en wie er het meest te winnen hebben bij bescherming/verbetering van natuur en milieu. Schrap die domme kreet ecosocialisme dus maar.
Reactie toevoegen