LHBTIQ+ bewegingen in Nederland stonden voor een uitdaging met de vorming van een door de PVV gedomineerde regering. Het COC toonde zich direct na de verkiezingen van vorig jaar geschokt en zei dat dit 'uiterst zorgelijk was voor de regenbooggemeenschap en andere minderheidsgroepen' en beloofde solidariteit bij het verdedigen van gelijkheid en de rechtsstaat. Toch is er in feite grote verdeeldheid en zijn er aarzelingen in LHBTIQ+ gemeenschappen en organisaties.
De situatie wordt bemoeilijkt door het Nederlandse culturele archief (collectief historisch geheugen), dat Nederland definieert als inherent liberaal, democratisch, antifascistisch en seksueel tolerant. Maar hoe antifascistisch is Nederland, historisch gezien, echt? En hoe seksueel tolerant is Nederland, historisch gezien? En welke vragen stelt de historische en huidige realiteit aan LHBTIQ+ deelname in de solidariteit tegen extreemrechts?
Nederlandse geschiedenis en fascisme
De Duitse bezetting en het Nederlandse verzet in 1940-45 was een sleutelmoment in het Nederlandse culturele archief en definieerde Nederland als antifascistisch en antiracistisch. Traditioneel – en bizar genoeg – zijn 400 jaar slavernij en kolonialisme in de hoofden van de meeste Nederlanders minder nauw verbonden met het hedendaagse racisme dan de beperkte periode van vijf jaar Duitse bezetting – een punt dat Gloria Wekker overtuigend en diepgaand heeft gemaakt in haar boek Witte onschuld.
Maar in feite was de Nederlandse staat van dienst in het verdedigen van de democratie tegen het nazisme in de periode 1933-40, vóór de bezetting, gemengd, zoals vele historici hebben laten zien. In de loop van de jaren 1930 werden de Nederlandse grenzen steeds meer gesloten voor Joodse en antifascistische vluchtelingen. Nederlandse antifascisten werden vervolgd voor het beledigen van het 'bevriende staatshoofd' Hitler.
Essentieel voor het Nederlands-Duitse conflict vanaf 1940 was niet zozeer het antifascisme als wel de wens van Nederland om zijn economische banden met het VK en de VS te behouden en, vanaf 1941, zijn koloniale rijk in Indië (Indonesië). In het verdeelde verzet werd het overwicht niet veiliggesteld door de antifascisten van de jaren '30, maar door troepen onder leiding van Prins Bernhard (waarvan nu onomstotelijk is aangetoond dat hij lid was van de Nazi-partij). De meeste linkse antifascisten, die de hoofdrol speelden in heldhaftige verzetsacties als de Februaristaking in 1941, gaven prioriteit aan de overwinning van de Bondgenoten en maakten hun strijd ondergeschikt aan de regering in ballingschap van Koningin Wilhelmina en Piet Gerbrandy.
Na de oorlog werd de hoofdprioriteit van de regering (hoewel niet van links) de verdediging van het Nederlandse kolonialisme tegen de Indonesische revolutie.
Nederlandse geschiedenis en seksuele dissidentie
Het Nederlandse culturele archief wijt de vervolging van homo's tijdens de bezetting aan de Duitsers. De nazi's waren natuurlijk virulent anti-homo. Maar er was ook veel vervolging van homo’s in Nederland in de periode 1903-40 vóór de oorlog, toen 21 jaar wettelijk werd gedefinieerd als de leeftijd waarop men kon instemmen met seksuele handelingen van personen van hetzelfde geslacht en dat werd gebruikt als voorwendsel voor uitgebreide politiebewaking en uitlokking. Recente door de staat gefinancierde Nederlandse studies naar de vervolging van homo's tijdens de bezetting (bijvoorbeeld door Theo van der Meer) hebben aangetoond dat de vervolging van homo's in feite een lage prioriteit was voor de bezetter (vergeleken met bijvoorbeeld het oppakken van Joden en het handhaven van de Nederlandse arbeidsdienstplicht), terwijl bijvoorbeeld het gebruik van castratie om homoseksualiteit te 'behandelen' pas na de oorlog sterk toenam.
Er waren banden tussen homo's en het verzet tegen de bezetting. Nico Engelsman bijvoorbeeld die in de jaren '30 en '40 actief was in de anti-stalinistische Leninistische Jonge Garde werd actief in het vroege COC. De banden met de dominante, monarchistische verzetsgroepen waren minder.
Na de oorlog werd het COC gekenmerkt door het naast elkaar bestaan van een reeks politieke krachten, van links tot rechts liberaal (de VVD). Deze co-existentie, parallel aan het poldermodel en de uitzonderlijk sterke Nederlandse traditie van klassensamenwerking, leverde enkele successen op: een gestage aanwas van pro-LHBTI hervormingen van de jaren 1970 tot het begin van de 21e eeuw.
Nu
Maar vandaag de dag heeft de traditioneel centrumrechtse VVD zich aangesloten bij een regering die wordt gedomineerd door de PVV, met gevolgen voor LHBTIQ+ gemeenschappen die nog niet helemaal duidelijk zijn. Het is duidelijk dat de VVD niet van plan is om een bondgenootschap aan te gaan met moslim- en immigrantengroepen tegen extreemrechts. En extreemrechtse homo's in bijvoorbeeld de Rotterdamse groep Roze Leeuw hebben een reputatie van vijandigheid tegenover moslims – en tegenover transpersonen, zoals vorig jaar bleek uit de prominente rol van Roze Leeuw in een protest tegen een optreden (verhalenuur) van een dragqueen. Nog voordat de huidige rechtse regering aantrad, blokkeerden rechtse partijen in de Eerste Kamer een wetsvoorstel dat het makkelijker moest maken voor trans mensen om hun wettelijke genderidentiteit te veranderen – een grote nederlaag na jaren van trans-organisatie.
De koers van LHBTIQ+ centrumlinks is nog onzeker. Het jongleert met verklaringen tegen extreemrechts – zoals in de eerder genoemde solidariteitsbeloften – en pogingen om vast te houden aan de traditie van links-rechts coëxistentie. Zelfs na de publicatie van het gedetailleerde regeerprogramma – dat simpelweg zwijgt over een aantal belangrijke LHBTIQ+ kwesties – blijven er grote vragen bestaan. Tot nu toe zijn ambtenaren doorgegaan met verklaringen die trans, non-binaire en queer mensen internationaal verdedigen – maar in hoeverre zullen PVV-ministers (bijvoorbeeld voor ontwikkeling en migratie) een koerswijziging doorvoeren, vooral omdat er over de hele linie enorme bezuinigingen op ontwikkelingshulp zijn beloofd? Dat is een groot probleem voor het COC, dat al tientallen jaren nauw samenwerkt met de regering aan hulpprogramma's voor bedreigde LHBTIQ+ groepen in andere landen.
Palestina
Onder druk van de gebeurtenissen is het COC zich blijven bewegen in een veelbelovende richting. In een gewaagde stap heeft het COC zijn banden verbroken met het bedrijf Booking.com, dat door de VN is veroordeeld vanwege zijn banden met Israëlische nederzettingen, terwijl het een charmeoffensief voert richting de regenbooggemeenschap. Het COC heeft zich zelfs al in november 2023 aangesloten bij een oproep voor een staakt-het-vuren in Gaza, waarmee het zich op een controversieel terrein begeeft dat het traditioneel vermeed.
Toch is het mobiliseren op straat lange tijd niet het sterkste punt van het COC geweest en de eigen politieke diversiteit van de organisatie en de overweldigende afhankelijkheid van overheidsfinanciering zullen haar solidariteit waarschijnlijk beperken. In de botsing afgelopen augustus met het door de GL/PvdA geleide Amsterdamse stadsbestuur over de aanwezigheid van Israëlische vlaggen in de Pride Walk, waren het de linkse krachten van Queer Amsterdam die het voortouw namen. (Zie: dit artikel en dit).
Nu de PVV van Wilders de aanval op Gaza krachtig steunt, moet de Nederlandse LHBTIQ+ solidariteit met de Palestijnen een bredere basis krijgen in de gemeenschappen, los van de traditioneel dominante organisaties.
Wat betekent dat alles voor het zelfbeeld van Nederland als tegenstander van extreemrechts en seksuele onderdrukking? Tijd en strijd zullen het leren. Maar het is duidelijk dat noch de visie van dit land op zijn geschiedenis, noch zijn seksuele/politieke landschap ooit nog hetzelfde zal zijn.
Jet Menist stelt: "(...) de…
Jet Menist stelt: "(...) de overweldigende afhankelijkheid van overheidsfinanciering zullen haar solidariteit waarschijnlijk beperken." Die "haar" is het COC, voor de volledigheid. Hoewel Menist stellig is in de rest van haar artikel maakt ze hier plotseling een uitzondering. Waarom juist hier denk ik dan. Ja, enerzijds gaat het over de toekomst en die is onzeker. Anderzijds: hebben we in ons Nederlandse culturele archief al uitzonderingen op financiële chantage door overheden? Mijn geheugen laat me hier in de steek dus licht mij voor.
Reactie toevoegen