‘Als de Amerikanen weggaan worden onze vrienden als eerste opgeknoopt’

Op uitnodiging van leden van de nationale Regeringsraad en twee Iraaks-Koerdische deelregeringen bezocht Hans van Heijningen, als lid van een SP-delegatie, Noord-Irak. De vele gesprekken met leden van Koerdische organisaties en andere politieke en niet-gouvermentele clubs hebben zijn kijk op de situatie in Irak veranderd.
‘Het is een uiterst complexe situatie en met de eis van terugtrekking van de Nederlandse troepen ga je voorbij aan waar het werkelijk om gaat: er moet zo snel mogelijk een werkelijke overdracht van de soevereiniteit komen.
‘Al onze gesprekspartners waren er van overtuigd dat tachtig tot negentig procent van de bevolking niets ziet in gewapende strijd tegen de bezettingstroepen. De mensen zijn niet gediend van buitenlandse overheersing, maar ze zijn druk bezig met overleven en voelen zich niet aangesproken door de acties van de restanten van het Baath-regime en moslimfundamentalistische groepen. De mensen die wij spraken benadrukten dat het om kleine groepen gaat die de gewapende strijd voeren. Door verschillende mensen werd er op gewezen dat de Amerikanen wel opvallend veel ruimte hebben gegeven aan de beweging van Al Sadr, dat die in feite een staat binnen de staat heeft kunnen vormen met eigen rechtbanken, gevangenissen, milities, onderwijs, gezondheidszorg en een eigen systeem om belasting te innen. Zowel de mensen van de Koerdische organisaties als van de Communistische Partij van Irak (CPI) waren van mening dat Al Sadr en zijn mensen al een jaar geleden opgepakt hadden moeten worden omdat ze iedere regelgeving, van wie die ook komt, aan hun laars lappen.’

De regeringsraad
‘Discussies in Nederland over de voorlopige regeringsraad gaan steeds over de vraag of het nu collaborateurs zijn of niet. Wat je daarbij nooit hoort is dat de raad de schepping is van Sergio de Mello, de Braziliaanse VN-vertegenwoordiger die in augustus werd opgeblazen. Zowel de vertegenwoordigers van Koerdische organisaties als van de CPI beschouwen de raad als een correcte afspiegeling van de politieke, religieuze en etnische verhoudingen in het land. Ook benadrukten ze eenstemmig dat de raad door de Amerikanen van het begin af aan niet serieus is genomen. Daarbij gaat het er niet alleen om dat een aantal belangrijke zaken, zoals het bevel over de buitenlandse troepen en de privatisering van voormalige staatsbedrijven buiten de bevoegdheden van de raad vallen. Ook met betrekking tot ander punten wordt de raad, zelfs als adviescollege, volstrekt niet serieus genomen. Toch zie je dat er ondanks alle problemen en de grote interne tegenstellingen in de raad toch een proces van discussie en dialoog is ingezet en men zoekt naar een niet-gewelddadige uitweg.
Het belangrijkste dat de raad voor elkaar kreeg is het aannemen van een voorlopige grondwet. Dat is pas een eerste stap, en het is helemaal niet zeker dat men ook tot overeenstemming kan komen over een definitieve grondwet. Een belangrijk punt is bijvoorbeeld de posities van de regio’s. In de voorlopige grondwet die voorziet in een federatieve staatsstructuur wordt feitelijk de autonomie van Koerdistan erkend doordat de drie Koerdische provincies besluiten vanuit Bagdad met een veto kunnen treffen. Maar de shi’itische leider Al-Sistani heeft al laten blijken dat dat voor hem onacceptabel is.
Ook is er vanuit religieuze hoek geprobeerd om een wet uit 1959, die een zekere gelijkheid tussen mannen en vrouwen regelt, onderuit te halen. Onder druk van vrouwenorganisaties is het gelukt om dat tegen te houden. Dat wordt door velen gezien als een voorbeeld van hoe de regeringsraad zich wel degelijk tot een serieuze politieke factor zou kunnen ontwikkelen.’

De Amerikaanse bezetting
‘Ook bij de Koerdische organisaties - die voor de oorlog waren en de Amerikanen als bevrijders zien - bestaat er enorm veel kritiek op de manier waarop VS opereren. De Koerdische minister van binnenlandse zaken vroeg zich bijvoorbeeld vertwijfeld af waarom de VS de Koerden verboden had om roadblocks te handhaven. ‘Ze hebben de grenzen open gegooid alsof ze de strijd tegen het internationaal terrorisme op Irakees grondgebied uit willen vechten. Iedereen die nog een rekening met de Amerikanen te vereffenen heeft kan in Irak terecht en zo worden conflicten waar wij niets mee te maken hebben over onze ruggen uitgevochten.’
Een ander punt van kritiek is het ontbinden van het Irakese leger waardoor nu negentig procent van de manschappen en hun bewapening zoek is. Over het algemeen is de kritiek dat de Amerikanen te tolerant zijn ten opzichte van de gewapende groepen en dat ze niet in staat zijn orde en veiligheid te waarborgen. Daarom vindt men dat de macht zo snel mogelijk moet worden overgedragen.
Als wij dan zeggen ‘alle buitenlandse troepen direct weg’, dan is hun reactie ‘dat niet’. Want dan zou een militaire vacuüm ontstaan dat door radicale religieuze groepen en de restanten van het Baath-regime op zou worden gevuld, zonder dat een meerderheid van de mensen met deze groepen sympathiseert. Juist omdat door het Amerikaanse optreden de sympathie voor het gewapend verzet groeit, is men zo verontwaardigd dat men geen serieus werk maakt van de overdracht van de macht.
De VS er uit: de VN er in, dat wordt als een belangrijke stap vooruit gezien. Er wordt door de Irakezen een belangrijk onderscheid gemaakt tussen Amerikaanse en andere troepen. Er is veel waardering voor de professionaliteit van de Nederlandse militairen en men vindt dat die aanwezigheid gecontinueerd zou moeten worden omdat men er belang bij heeft niet alleen met de VS opgescheept te zitten.’

Revolutie in Koerdistan
‘De situatie in Koerdistan kan je omschrijven als een burgerlijk democratische revolutie. Er is een grote trots onder de mensen over wat er in elf jaar autonomie bereikt is. De mensen vertrouwen op eigen kracht. Er is een vitaliteit en een maatschappelijke samenhang die haaks staat op wat je normaal in ontwikkelingslanden ziet. Iedereen is aan het werk, je ziet geen bedelaars en er is weinig criminaliteit. Tegelijkertijd spelen clan- en familiebanden die ook doorwerken in partijstructuren een belangrijke rol.
De bestuurders zijn absoluut van plan om er iets van te maken en wat mij bijvoorbeeld heel erg opviel is dat onze gesprekspartners niet in financiële steun maar in uitwisseling geïnteresseerd bleken. Ze willen van ons leren, zijn geïnteresseerd in scholingsprogramma’s, samenwerkingsverbanden met universiteiten enzovoort. Ze willen weten hoe Blijf-van-mijn-lijfhuizen werken want zij hebben een soortgelijk centrum in Suleymania opgezet. Dat soort dingen. Buitengewoon inspirerend.
Er is in Koerdistan sprake van een soort geleide democratie. Voor alle minderheden is plaats, die krijgen allemaal een mooi pand toegewezen als hoofdkwartier, een eigen krant en tv zender, maar als de regering vindt dat iedereen op moet komen draven om uit te leggen hoe goed het geregeld is, dan moet je er ook wel zijn. Anders loop je de kans je privileges kwijt te raken. Een soort variant op het poldermodel die voor het Midden Oosten redelijk uniek is.
Misschien is het voorlopig wel een heel geslaagde mix van traditioneel en modern. We moeten niet vergeten dat zes jaar geleden de belangrijkste organisaties in Iraaks Koerdistan elkaar nog heftig bestreden.’

Ingewikkeld verhaal
‘De bedoeling van zo’n bezoek is natuurlijk niet dat je op zoek gaat naar zaken die je eigen mening alleen maar versterken. Je komt dan ook terug met informatie die je eigen verhaal eerder ingewikkelder maken dan simpeler. Zo viel het me op dat zaken als de besteding van de olie-inkomsten, de privatisering en de contracten voor Amerikaanse ondernemingen voor onze gesprekspartners geen belangrijke zaken zijn. Zij hadden meer een houding van: investeringen zijn hard nodig, mensen moeten te eten hebben, werk hebben, electriciteit en water moeten beschikbaar zijn en wie de regie voert en wie de baas is en wie de winst in zijn zak steekt is veel minder een punt.
Dat heeft ook te maken met de manier waarop in Irak politiek wordt bedreven. Ondanks het feit dat ik daar veel naar heb gevraagd heb ik nergens van politieke organisaties een overtuigend verhaal gehoord over hoe zij onder de massa’s werken. Politiek is daar een kwestie van coalitievorming aan de top, en als het in dat kader noodzakelijk is om je achterban de straat op te brengen dan doe je dat. Als je zo politiek bedrijft dan zorg je in eerste instantie dat de mensen die jij vertegenwoordigt te eten hebben, werk hebben, dat de mensen niet ontevreden zijn. De vraag wie in feite de macht in handen heeft is dan even minder aan de orde.’
‘Je hebt te maken met verhalen op verschillende niveaus, en die moet je ook in je analyse betrekken. Aan de ene kant het Amerikaanse imperialisme dat er op uit is om de wereldkaart anders in te kleuren. Maar als je concreet kijkt naar de betrokken landen als
Afghanistan en Irak dan kan je niet voorbij gaan aan de ravage die in zo’n land gecreëerd is door de bezetting. Vanuit het macroverhaal roep je ‘Yankee go home’ maar als dat morgen zou gebeuren zijn het onze vrienden die overmorgen aan de lantarenpalen hangen.
We zoeken naar oplossingen die voor de betrokken bevolking ook werkelijk perspectief biedt.
Centraal staat het terugdringen van de Amerikaanse invloed en het overdragen van de macht aan de bevolking van Irak.
Dan zou je bijvoorbeeld kunnen zeggen we zijn er voor als de Nederlandse troepen daar blijven, maar alleen als ze onder het gezag van de voorlopige regeringsraad vallen en die regeringsraad daar expliciet om vraagt. Dat standpunt zal geen meerderheid halen, want dat is natuurlijk een veel te duidelijke breuk met de Amerikanen, maar het kan een signaal zijn.’

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop