"Het is niet een niet-bestaande Europese Leitkultur die Moslims tot tweederangs mensen in Duitsland en Nederland gemaakt heeft. Nee, dit is het resultaat van een beweging die onder het motto 'terug naar de enige ware religie' diepe onvrijheid verkondigt in de moslim gemeenschappen."
"De slechte positie van de moslimbevolking is de schuld van deze vrome moslims. Hun programma is; eis het recht op vrije godsdienstoefening op terwijl je dit recht aan anderen ontzegt. Verzeker je vervolgens van alles wat het islamitische dwang-collectief nodig heeft, zoals moskeeën, liefst met minaretten en blêrende imams. De volgende stap is het, onder mom van respect voor culturele verschillen, onderdrukken van vrouwen en homoseksuelen. Dit programma loopt op rolletjes en heeft er al toe geleid dat blanken in verschillende wijken in Amsterdam en Den Haag geen voet meer durven zetten. De meerderheid van de in Nederland wonende Marokkanen heeft zich bekeerd tot dit programma". Een uittreksel uit het partijblad van Nieuw Rechts? Of Geert Wilders die definitief paranoïde geworden is? Nee dus, dit soort xenofobe complottheorieën, geschreven naar aanleiding van de moord op van Gogh, kun je vinden in het voorheen ultra-linkse Bahamas, het lijfblad van de meest radicale Anti-Deutscher. (1)
De nationale geschiedenis
Af en toe sijpelen er wel verhalen over Anti-Deutsche capriolen door in het Nederlandse links-radicale milieu. Anti-Deutscher, dat zijn toch die mensen die voor de oorlog in Irak waren? Voor de bouw van de apartheidsmuur in Palestina en oproepen tot onvoorwaardelijke steun van Israël? En dat allemaal 'für den Kommunismus'? Op een of andere manier weet deze stroming buitensporig veel invloed te verwerven. In Duitsland zijn de Anti-Deutscher een niet te verwaarlozen factor in radicaal links. Ook buiten de eigen kring hebben hun denkbeelden invloed. Zo kom je hun denkbeelden regelmatig tegen in bladen die niet specifiek Anti-Deutsch zijn, zoals Konkret en Jungle World. Hun ideeën en agressieve optreden geven aanleiding tot felle conflicten en splitsingen. Maar waar komt deze, toch licht bizarre stroming, vandaan?
Wat tegenwoordig Anti-Deutsch is, met als harde kern het tijdschrift Bahamas en het Initiative Sozialistisches Forum (ISF), is het product van een politieke ontwikkeling die begon in 1989. In dat jaar viel in een paar maanden het eens zo machtige Oostblok uit elkaar. De BRD en de DDR werden sneller herenigd dan iemand voor mogelijk had gehouden. Afgezien van een paar onverbeterlijke stalinisten was er ook binnen links bijna niemand die de val van de muur betreurde, laat staan rouwig was om het verdwijnen van de dictatoriale regimes in Oost-Europa. Maar ook voor niet-stalinistisch radicaal links betekende '1989' een grote crisis. Het verdwijnen van de zogenaamde volksdemocratieën vormde zeer bruikbare munitie in een ideologisch offensief van rechts tegen links in het algemeen. 'Het Oostblok had bewezen dat radicale omwentelingen en pogingen om aan het kapitalisme te ontsnappen wel in nachtmerries moesten eindigen', zo riepen rechtse opinie makers. 'Een kapitalistische, parlementaire democratische samenleving is de beste van alle mogelijke werelden en de geschiedenis is ten einde' betoogde de neo-liberale denker Francis Fukuyama. Tegelijk hadden de gebeurtenissen van 1989 eens te meer aan radicaal-links duidelijk gemaakt dat zij slechts een marginale factor vormde in de wereldwijde machtsverhoudingen. Het waren bovendien gebeurtenissen die door bijna niemand in radicaal-links voorzien waren. Talloze linkse mensen deden grote concessies aan het liberalisme of haakten teleurgesteld af. Andere begonnen, aanvankelijk vanuit een linkse invalshoek, aan een grondige heroverweging van hun wereldbeeld. Een deel van deze mensen duikt later op in Anti-Deutsche kring. Hiernaast werd Duits links geplaagd door herinneringen aan de nationale geschiedenis. De Tweede Wereldoorlog en het nazisme hadden altijd al een grote rol gespeeld in het wereldbeeld van Duits links. Nu was Duitsland weer herenigd, en (opnieuw) een regionale supermacht, en 'Nationalstolz' werd langzaam weer acceptabel. Betekende dit ook dat het Duits militaire imperialisme opnieuw de kop op zou steken? Voor veel Duitse linksen was dit geen onwaarschijnlijk scenario.
Nationalisme
Begin februari 1990 verscheen in het linkse tijdschrift Analyse & Kritik een artikel onder de titel 'Weshalb die linke anti-deutsch sein muss' (2). De auteur roept op tot verzet tegen de verrechtsing en het heroplevende nationalisme. Een 'anti nationalistische und damit anti-deutsche Sicht' is vereist om 'die aktuellen Vorgänge begreifen und Gegenstrategien entwickeln zu k önnen'. Het doel is 'die Auflösung des deutschen Volkes in eine multikulturelle Gesellschaft'. Het stuk is zeker niet onomstreden maar raakt een gevoelig punt. Het was een poging om in de post-1989 crisis een nieuw links gezichtspunt te formuleren en een analyse te maken van het falen van links. Een van de oorzaken voor dit falen zag de schrijver in de gebrekkige kritiek op nationalisme. In het voorgaande decennium was Duits links namelijk geconfronteerd met nationalisme in onverwachte kringen. Vooral in de vredes- en anti-kernwapenbeweging kwam op grote schaal een soort slachtoffer-nationalisme voor. In deze beweging, de grootste sociale beweging van Duitsland, was het niet ongewoon om te spreken over Duitsland als een toekomstig slachtoffer van een strijd tussen de grootmachten. Vooral de VS, waar onder Reagan de koude oorlog nog een laatste keer werd opgestookt, moest het ontgelden. De rol van de Duitse bourgeoisie in de kapitalistische wedijver of de ambities van het Duitse leger om atoomwapens te bemachtigen bleven onderbelicht. Hierdoor konden populistische en uitgesproken rechtse krachten deel uitmaken van de vredesbeweging en rechtse politici er gewin uit slaan. De vroege Anti-Deutschers, of anti-nationaler zoals zij zich toen nog noemden, zetten zich hier tegen af. Het hele begrip 'natie' werd kritisch tegen het licht gehouden.
Dat was ook niet in de laatste plaats een reactie op de kritiekloze steun die brede delen van Duits links aan allerlei nationale bevrijdingsbewegingen hadden gegeven. Bewegingen die allemaal op grote mislukkingen waren uitgelopen. Verzet op basis van een nationale identiteit, zo betoogden de anti-nationaler, was zinloos. Naties zijn namelijk, zo betoogden zij, ideologische constructies die slechts de daadwerkelijke tegenstellingen en oorzaken van onderdrukking verdoezelen. Radicaal links moet alle vormen van nationalisme bekritiseren en vooral dat van het 'eigen' land. 'Hauptfeind steht im eigen Land', citeerde men Karl Liebknecht. En een (hernieuwde) confrontatie met het (Duitse) nationalisme, dat betekent ook een confrontatie met het antisemitisme. In de ogen van vele nationalisten, niet alleen Duitsers, waren Joden immers het eeuwig ontaarde volk. Joden waren alles wat een goede patriot niet moest zijn. In het nationaal-socialisme bereikte het antisemitisme een afgrijselijk dieptepunt. Zo belangrijk 'Auschwitz' als symbool was, zo weinig aandacht was er voor de rol van antisemitisme in de dagelijkse kapitalistische normaliteit en tradities. Wat antisemitisme nou eigenlijk was en hoe het functioneerde, daar dacht bijna niemand over na. De vroege Anti-Deutscher poogden echter een analyse te maken waarin aan antisemitisme eenzelfde belang zou worden toegekend als andere onderdrukkingsmechanismen.
Anti-zionisme
Toen in de late jaren '60 en jaren '70 Palestijnse verzetsgroepen de aandacht van de hele wereld op zicht wisten te vestigen door een reeks spectaculaire aanslagen en vliegtuigkapingen konden zij op een welhaast obsessieve sympathie van Europees radicaal-links rekenen. Achteraf is het makkelijk om in de buitensporige identificatie van Europese revolutionairen met de Palestijnse 'fedayeen' een soort compensatie te zien. Bij gebrek aan een reeële revolutionaire situatie in eigen omgeving projecteerde men de eigen dromen op de exotische guerrilla's. Die 'deden tenminste wat', maar dat wat zij deden nogal eens tot antisemitische misdaden leiden, daar hadden grote delen van links geen oog voor. Zo vermoordde het 'linkse' Popular Front for the Liberation of Palestine (PFLP), in 1972, in samenwerking met het Japanse Rode Leger, lukraak 26 mensen in de aankomsthal van het vliegveld van Tel Aviv. 'Allemaal zionisten' zo beweerden de terroristen. Enige jaren eerder had de Duitse stadsguerilla groepering Bewegung der 2. Juni brandbommen gegooid naar Berlijnse synagogen, uit 'solidariteit met de Palestijnse strijd tegen het Zionisme'. Vooral na de Zesdaagse oorlog van 1967 werd Israël in radicaal-linkse kringen fascistisch en zelfs nazistisch genoemd. Hoe afkeurenswaardig de onderdrukking van de Palestijnen door de Israëlische staat ook was en is, het gebruik van dergelijke termen betekende een bagatellisering van deze termen en van het moorddadige nazi antisemitisme. Westerse solidariteitsbewegingen hanteerden daarnaast vaak een nationalistisch begrippenkader. Als tegenwoordig Anti-Deutschers links dus voor de voeten werpt dat 'zionist' niks anders is dan een eufemisme voor jood kan niet worden ontkend dat dit helaas ook vaak zo was.
Communisten achter Bush
Toen dus begin jaren '90 het idee van 'bevrijdingsnationalisme' kritisch tegen het licht werd gehouden betekende dit ook een confrontatie met deze geschiedenis van 'links' antisemitisme. De toekomstige Anti-Deutschers kwamen tot de conclusie dat het hele 'anti-zionisme' nooit iets anders was geweest dan een nieuwe incarnatie van het oude antisemitisme. Een reïncarnatie die mogelijk was gemaakt omdat links zich op het dwaalspoor van nationalisme had begeven. Dit had het mogelijk gemaakt dat de meest afschrikwekkende kenmerken van de aloude nationalistische ideologie opnieuw hun kop opstaken. In kringen zoals het ISF en Gruppe K, het latere Bahamas, werd een nieuw ideologie geformuleerd.
Hierin staat de strijd tegen wat zij als antisemitisme en het Duitse nationalisme zien, centraal. Het hardnekkige karakter van antisemitisme en nationalisme en het uitblijven van een revolutionaire situatie wordt door de Anti-Deutschers als volgt verklaard: Klassenstrijd en andere vormen van sociale tegenstellingen worden gecreëerd door de tegengestelde belangen van arbeid en kapitaal. In het huidige kapitalisme worden deze tegenstellingen echter omgebogen in antisemitisme. Het vormt een soort preventieve 'revolutie tegen de revolutie', het vervangt de sociale tegenstellingen in de tegenstelling tussen eigen 'Volksgemeinschaft' en buitenstaander. Dat Joden fungeren als deze buitenstaander is het gevolg van een eeuwenoude traditie van antisemitisme. Dit antisemitisme is geen werktuig in de handen van een heersende klasse, maar een zelfstandig optredend mechaniek. In een tijdperk waarin de kapitalistische controlemechanismen elk aspect van het leven zijn binnengedrongen en er geen reeël revolutionair perspectief bestaat, leidt elk opvlammen van sociale conflicten volgens de Anti-Deutschers onherroepelijk tot een herleving van antisemitisme. En daarmee, in de vaak paranoïde aandoende gedachtegang van de Anti-Deutschers, naar een herhaling van Auschwitz.
Volgens de Anti-Deutschers is het probleem in het huidige tijdsgewicht niet het kapitalisme maar dat er hier nog niet genoeg van is. Pas als kapitalisme zich heeft geperfectioneerd en de tegenstelling kapitaal/arbeid in zijn zuivere vorm naar voren komt, bestaat er een kans op een andere samenleving. Elke poging om voor die tijd een andere, niet-kapitalistische maatschappij op te bouwen is gedoemd terug te vallen in prekapitalistische barbarij. Originele ideeën zijn dit allemaal niet. Het is een mengelmoes van een zeer deteministischr interpretatie van Marx en van denkers van de Frankfurter Schule als Adorno en Horkheimer. Dat een dergelijk wereldbeeld weinig perspectieven voor een radicaal-linkse praktijk biedt zal duidelijk zijn. Voor de Anti-Deutscher is het enige wat links, in afwachting van betere tijden, kan doen het verdedigen van de burgerlijke, parlementaire democratische verworvenheden tegen reactionaire bewegingen als fascisme en fundamentalisme. Centraal hierin staat solidariteit met Israël als het enige land ter wereld waar Joden de meerderheid van de bevolking vormen. Volgens de Anti-Deutschers daarom het enige land ter wereld waar Joden veilig kunnen zijn voor een dreigende nieuwe shoah. Wat begon als kritiek op het nationalisme en de antisemitische stereotypen van 'anti-imperialistisch' links is veranderd in een wereldbeeld waarin elk politiek conflict gezien wordt in termen van pro-zionisme/antisemitisme. En dit leidt tot standpunten die, zacht gezegd, nogal bizar kunnen zijn. Onvoorwaardelijk solidariteit met 'Israël' (lees; de Israëlische staat) is wel het minste. Vandaar het obsessieve gezwaai met de nationale vlag van Israël door mensen die zichzelf anti-nationalist noemen. Maar ook de oorlog tegen Irak kon rekenen op enthousiaste steun uit Anti-Deutsche hoek. Saddam Hoessein, door de Anti-Deutscher terecht bestempelt als een vertegenwoordiger van een Arabisch fascisme, is immers een antisemiet die zich altijd een vijand van Israël heeft verklaard. Voor de Anti-Deutscher was de oorlog tegen Irak dus ook een oorlog voor de veiligheid van Israël. In het verlengde hiervan wordt ook de rest van de 'war on terror' gesteund. Dat dit de zelfverklaarde 'communisten' in hetzelfde kamp doet belanden als Bush, Balkenende of Berlusconi doet hen weinig. In ons tijdperk is, volgens de Anti-Deutschers, de enige keuze die tussen liberaal kapitalisme of antisemitische barbarij. Daarom is de enige fatsoenlijke keuze om in zee te gaan met de rechtse bourgeoisie. Alhoewel de Anti-Deutschers zich graag opwerpen als de verdedigers van de rechten van vrouwen en homoseksuelen tegen de fascistisch-fundamentalistische hordes, hebben zij weinig op met feminisme of radicale visies op homo-bevrijding. Dit soort denkbeelden ondermijnt immers de burgerlijke maatschappij die zij ten koste van alles willen verdedigen. Het verst gaat Justus Wertmüller, een in Anti-Deutsche kringen welbekende publicist, misschien wel. Iemand die over patriarchaat spreekt, 'bazelt' (3) en verkrachtingfantasiën zijn volgens hem volledig natuurlijk (4). En zoals te verwachten viel van een stroming die de burgerlijke westerse cultuur als het hoogste mogelijke goed ziet, hebben de Anti-Deutschers zich ontwikkeld tot felle tegenstanders van het idee van een multiculturele samenleving.
Niets zo Duits als...
Dat zo'n stroming heeft kunnen ontstaan is op zich geen specifiek Duits fenomeen. Er valt bijvoorbeeld een parallel te trekken tussen de Anti-Deutscher en de Amerikaanse neoconservatieven waarvan een belangrijk deel hun politieke ontwikkeling begon als trotskist. Natuurlijk hebben de neoconservatieven op een goede dag definitief afscheid genomen van links. Op het moment speelt de term 'Kommunismus' nog een prominente rol in de Anti-Deutsche propaganda maar de term is geheel ontdaan van elke concrete betekenis. Als nu strijden voor een vaag, toekomstig communisme betekent dat iemand rechtse standpunten in moet nemen, wat is dan nog het nut van jezelf onderscheiden van de rest van rechts? Dat de Anti-Deutschers zo'n invloed hebben weten te verwerven in radicaal-links hangt samen met de Duitse geschiedenis in het algemeen en die van Duits links in het bijzonder. De Anti-Deutschers deinzen er niet voor terug iedereen die hen bekritiseert voor antisemiet, dan wel fascist uit te maken. Het zal duidelijk zijn dat dit een effectieve manier is om critici de mond te snoeren in een land waar de shoah een, geheel terechte, motivering is voor veel mensen om politiek actief te worden. Daarnaast passen de Anti-Deutschers in een lange Duitse traditie van linkse sektes waarvoor theorie geen leidraad bij het handelen is, maar een doel op zich. Zoals een huisgenoot van mij het wel eens uitdrukt; 'Nichts so Deutsch wie die Anti-Deutscher'.
Noten:
(1) De volledige tekst is na te lezen op de Bahamas website
(2) G. Hanloser (red.) Sie warn die Anti-Deutschesten der Deutschen Linken. Zu Geschichte, Kritik und Zukunft antideutscher Politik (2004, M ünster) 16.
(3) Justus Wertmüller/ Uli Krug, Infantile Inquisition, in Bahamas 32, Berlijn, 2000, p. 26 geciteerd in R. Kurz, Die Anti-Deutsche Ideologie. Von Antifaschismus zum Krisenimperialismus: Kritik des neuesten linksdeutschen Sektenwesens in seinen theoretischen Propheten. (M ünster, 2003) 196.
(4) J. Szuldnfrai, 'Das (S)elend der Theorie', Lotta 8 (2002) 42.
De linkse uitgeverij Unrast heeft twee boeken uitgegeven waarin grondige kritiek op de Anti-Deutscher wordt geleverd. R. Kurz, Die anti-deutsche ideologie. Von Antifaschismus zum Krisenimperialismus: Kritik des neuesten linksdeutschen Sektenwesens in seinen theoretischen Propheten. (2003, Münster) is een voornamelijk theoretische analyse van, en kritiek op, het anti-deutsche denken. G. Hanloser (red.) Sie warn die Anti-Deutschesten der Deutschen Linken. Zu Geschichte, Kritik und Zukunft antideutscher Politik (2004, M ünster) is een verzameling essays waarin vanuit verschillende invalshoeken de geschiedenis en de ideeën van de Anti-Deutscher onder de loep worden genomen.
Dit artikel is een licht bewerkte versie van een artikel dat eerder verscheen op de website van Alert!
Reactie toevoegen