Na jaren van toenadering gingen de Duitse klimaat- en arbeidersbeweging gezamenlijk in staking om een sociaal-ecologische openbare infrastructuur te eisen. Tijdens de wereldwijde klimaatstaking op 3 maart staakten klimaatactivisten en werknemers in het openbaar vervoer in Duitsland samen in ongeveer 30 steden. Dat zou de eerste stap kunnen zijn naar ecologische klassenstrijd ‒ en de coördinatie daarvan op internationale schaal.
Op 3 maart 2023, ter gelegenheid van de wereldwijde klimaatstaking, ging in Duitsland een bijzondere politieke alliantie de straat op: zij aan zij gingen klimaatactivisten en werknemers in het openbaar vervoer in staking. In minstens 30 steden bezochten klimaatactivisten de picketlines van de werknemers en namen hen mee voor gezamenlijke demonstraties. Volgens Fridays for Future namen in totaal 200.000 mensen in het hele land deel aan de protesten.
De manier waarop de werkgevers reageerden liet zien dat deze alliantie van arbeiders en klimaatactivisten een potentiële bedreiging vormt voor de heersende klasse. Steffen Kampeter, voorzitter van de Bond van Duitse Werkgevers (BDA), hekelde hen op de ochtend van de gezamenlijke stakingsdag publiekelijk als 'een gevaarlijke grensoverschrijding'. Hij zei dat de Duitse dienstenvakbond ver.di de grenzen tussen stakingen voor collectieve onderhandelingen en algemene politieke belangen doet vervagen en zich zo op het terrein van de politieke stakingen begeeft. Tot vreugde van de actievoerders droeg deze beschuldiging ertoe bij dat de gezamenlijke staking die dag het nieuws domineerde.
Deze eenheid tussen de arbeiders- en klimaatbeweging had er al lang moeten zijn: een ruimer en betaalbaarder openbaar vervoer is een van de centrale maatregelen om tot een sociaal rechtvaardige klimaatbescherming te komen. De vervoerstransitie in Duitsland is tot nu toe echter onmogelijk gemaakt: veel werknemers in het streekvervoer werken in ploegendienst onder erbarmelijke omstandigheden en komen nauwelijks rond ‒ met salarissen net boven het minimumloon. Veel mensen besluiten daarom hun baan op te zeggen. Er is nu al een tekort van tienduizenden chauffeurs. En dat probleem zal de komende jaren alleen maar groter worden. Tegelijkertijd stijgen de ritprijzen gestaag en wordt het personenvervoer, vooral op het platteland, uitgehold.
De strijd tegen loonsverlagingen en de klimaatcrisis horen bij elkaar
Onder het motto #wirfahrenzusammen ('we rijden samen') eist de landelijke alliantie tussen de klimaatbeweging en werknemers zowel betere arbeidsvoorwaarden als meer investeringen in de lokale vervoersinfrastructuur. Hieruit blijkt dat men weigert te kiezen tussen sociale òf ecologische maatregelen om de huidige problemen op te lossen. Deze strijd voor een goed leven voor iedereen veranderde woorden in daden tijdens de klimaatstaking van 3 maart, die zich aansloot bij de staking van transportarbeiders en Fridays for Future in een beweging voor sociaal-ecologische openbare infrastructuur.
Maar deze alliantie is niet alleen gebaseerd op programmatische samenbundeling. Zowel de Duitse vakbonden als de klimaatbeweging moeten hun respectieve teruglopende ledenaantal en groeiende ontgoocheling aanpakken. Hun samenwerking zou een antwoord op dit dilemma kunnen zijn. Als ze hun krachten bundelen, kunnen ze beiden weer aan kracht winnen door hun respectieve macht te gebruiken. Terwijl de vakbondsleden meer publiciteit en legitimiteit krijgen voor hun eisen tijdens collectieve onderhandelingen door de deelname van Fridays For Future, kan de klimaatbeweging bredere maatschappelijke steun verwerven door zich te richten op de alliantie met arbeiders.
De afgelopen maanden heeft de samenwerking in de praktijk heel verschillende vormen aangenomen: activisten begonnen met het organiseren van concrete solidariteit voor de stakende arbeiders ‒ het verzamelen van solidariteitsverklaringen van passagiers, het confronteren van politici met de eisen van de arbeiders of het organiseren van bijeenkomsten met burgers waar arbeiders over hun werkomstandigheden spraken. Op die manier bouwden ze een brede publieke solidariteit met de arbeiders op. In sommige gevallen hielpen de activisten zelf de werknemers te overtuigen om te gaan staken.
Het samenvallen van de strijd is systematisch opgebouwd
Het feit dat een arbeidersstaking samenviel met de klimaatstaking op 3 maart is het resultaat van jarenlange bruggenbouw door vakbondsmensen en klimaatactivisten. Al in 2020 steunden klimaatactivisten op veel plaatsen stakende werknemers in het openbaar vervoer.
Het idee van een alliantie ontstond door een strategisch vacuüm in de Duitse Fridays For Future-tak. De beweging stierf langzaam af en slaagde er niet in bredere segmenten van de samenleving aan te spreken. De slogan 'systeemverandering' lag op ieders lippen, maar in de praktijk bleef de beweging steken in symbolische acties van burgerlijke ongehoorzaamheid of grote protesten gericht tegen politieke besluitvormers. In 2020 wilde de alliantie het klimaatvraagstuk naar de werkplek brengen om bredere segmenten van de arbeidersklasse actief te betrekken bij de strijd voor klimaatrechtvaardigheid ‒ en om de kracht van arbeidsstakingen als strijdvorm toe te voegen aan de klimaatstrijd.
Concreet nam de organisatie de vorm aan van kleine werkgroepen die discussieerden over collectieve onderhandelingen en de vervoerstransitie. Een gezamenlijke staking leek toen echter nog niet realistisch. De lokale allianties bestonden uit een handvol mensen en de klimaatstakingen spraken de meerderheid van de werknemers in het openbaar vervoer niet aan. Eerst moesten gemeenschappelijke actievormen en een gemeenschappelijke taal worden ontwikkeld. Als klimaatactivisten ‒ meestal studenten ‒ samen met OV-medewerkers willen optrekken, rijzen er veel vragen: hoe bouw je zo'n landelijke alliantie op? Welke vormen van interactie zijn nodig? Lokaal is er de vraag hoe je de aanvankelijke wederzijdse scepsis kunt overwinnen. Of concreter: op welk tijdstip moet een alliantievergadering worden gepland, zodat ook werknemers die in ploegendienst werken kunnen deelnemen?
De campagne van 2020 boekte al eerste successen. Extern hebben de opvallende acties en persverklaringen met Fridays for Future de stakingen in het openbaar vervoer meer legitimiteit gegeven. De alliantie en de gezamenlijke actiedagen hebben ook geleid tot een sterkere identificatie van de werknemers met hun collectieve onderhandelingsronde. In sommige steden werden in de loop van de sociaal-ecologische allianties bedrijfsgroepen opgericht die nog steeds bestaan en actief bijdragen aan de opbouw van de stakingen. Veel onderlinge scepsis kon worden verminderd en de klimaatbeweging won aan legitimiteit in sommige vervoersbedrijven. Dit jaar kon worden voortgebouwd op dat vertrouwen en op de contacten die jaren geleden waren gelegd.
De belangrijkste leiders op de werkplekken en in de klimaatbeweging gebruikten hun netwerken om werknemers en activisten te winnen voor het idee van een hernieuwde alliantie. Zo konden ruim van tevoren gezamenlijke actiedagen worden gepland. Vergadervormen die goed werkten in 2020 dienden als inspiratie voor veel lokale groepen.
De 'megastaking' in het vervoer
De campagne groeit nog elke maand. Op 27 maart riep ver.di op tot een massale staking in de hele transportsector. Naast de werknemers van het openbaar vervoer gingen ook de werknemers van het lucht-, spoor- en watervervoer in staking. Opnieuw vonden in 25 steden gezamenlijke acties van klimaatgroepen en transportmedewerkers plaats in het kader van de zogenaamde 'megastaking'. Volgens ver.di was dit de grootste staking sinds 1992.
De volgende logische en noodzakelijke stap zou zijn dat klimaat- en arbeidsbewegingen in andere landen zich bij deze strijd aansluiten. De grootste prestatie van Fridays for Future is dat het een wereldwijde beweging voor een wereldwijd probleem heeft opgebouwd. Daarom moeten we gemeenschappelijke Europese ‒ of beter nog, wereldwijde ‒ eisen opstellen voor een radicale mobiliteitstransitie en gemeenschappelijke actiedagen en stakingen plannen. Een internationalistische draai van de vakbonden naar het klimaat en een draai van de klimaatbeweging naar de arbeiders zouden zowel de sociale als de ecologische vooruitgang kunnen versterken.
Dit artikel stond op Progressive International. Nederlandse vertaling redactie Grenzeloos.
Reactie toevoegen