De Europese ‘deal’ van 21 juli 2020

Men spreekt over de goedkeuring van een monsterbedrag van 1824 miljard euro, maar men moet hierbij twee dingen onderscheiden. Er is enerzijds de ‘meerjarenbegroting’ ( Multiannual Financial Framework, MFF) waardoor het financieel kader voor de uitgaven van de EU in de komende zeven jaar (2021-2028) wordt vastgelegd; het gaat over 1074 miljard euro. Anderzijds is er een herstelplan ten bedrage van 750 miljard, Next Generation EU genoemd, om de economische gevolgen van de coronacrisis te bestrijden. Men kan de twee bedragen optellen om een ‘bazooka-effect‘ te suggereren, maar dat is niet meer dan een reclametruc. 

Meerjarenbegroting

De meerjarenbegroting heeft op zich niets te maken met het herstelplan; het is de ‘pot’ waaruit onder andere de landbouwsubsidies worden betaald, de hulp aan bepaalde regio’s (structuurfondsen), de grenspolitie Frontex, de Brusselse bureaucratie enzovoort. Men moet het bedrag van 1074  miljard  1) ook in het juiste perspectief zien: het komt neer op een begroting van circa 150 miljard euro per jaar, wat slechts een goede 1% is van het globaal BBP van de Unie. Dit bewijst meteen dat de EU geen ‘staat’ is in de normale betekenis, want er zijn weinig staten die over minder dan 20% van het BBP beschikken voor hun uitgaven. De voorbije twee jaar was er heel wat getouwtrek tussen Europese Commissie en Europees Parlement enerzijds, die voorstander zijn van een iets grotere begroting, en anderzijds de lidstaten die hun bijdrage aan de EU zo klein mogelijk willen houden. Om het corona-herstelplan erdoor te krijgen werden weerspannige regeringen gelokt door grotere teruggaven op hun EU-bijdrage (‘rebates’), een praktijk waar Margaret Thatcher de gangmaker van was. Dat was het geval met de ‘vrekkige vier’: Oostenrijk krijgt een verdubbelde rebate van 565 miljoen euro per jaar, de Nederlandse teruggave gaat van 1,57 miljard naar 1,92 miljard. Ook Duitsland heeft een rebate, maar die blijft ongewijzigd. Ten gevolge van de verlaagde inkomsten werden ook bepaalde begrotingsposten verlaagd of geschrapt. Het Just Transition Fund, dat regio’s moet ondersteunen die voor grote uitdagingen staan om klimaatneutraal te worden, werd gekortwiekt van 40 naar 10 miljard euro. Een bedrag van 3 miljard voorzien voor steun aan de gezondheidszorgsector werd helemaal geschrapt. Nog geen twee maanden geleden roemde de Commissie haar Solvency Support Instrument om gezonde bedrijven die door corona betalingsmoeilijkheden hebben te ondersteunen, maar ook dit werd afgevoerd. De research gemeenschap van haar kant is zeer teleurgesteld over een ‘historisch laag onderzoeksbudget’, waarbij de financiering van Europese projecten teruggebracht werd van 95 miljard euro naar 81 miljard. Als er één budgettaire krimp is waarover men ons niet zal horen klagen is het die voor militaire research (European Defence Fund ) en militaire ‘mobility’ waar de NAVO op aandringt, waarvoor de posten eerder al verlaagd werden; toch blijft elk miljard hiervoor een miljard te veel. Het valt af te wachten of het Europees Parlement zal instemmen met deze gereduceerde begroting. Een eerste plenaire zitting daarover heeft plaats op 23 juli ter voorbereiding van de onderhandelingen met Commissie en Raad. 

Herstelfonds

Het bedrag voorzien voor een Europees relancebeleid was 750 miljard euro, en dat is ongewijzigd gebleven. Het geld zal op de financiële markten geleend worden door de Commissie  2), en pas vanaf 2027 terugbetaald worden over een periode van 30 jaar. De Commissie hoopt daarvoor nieuwe bronnen (CO2-belasting, plastic- en/of digitale heffing… ) te kunnen aanboren, zodat geen of weinig beroep hoeft te worden gedaan op bijdragen van de lidstaten. Want hoe ‘Europagezind’ een regering zich ook moge voordoen, betalen voor de Unie wordt altijd met tegenzin gedaan; zelfs door Duitsland dat er de grootste voordelen uit haalt. Het Europees budget ondergaat nu ook de gevolgen van Brexit, wat gekoppeld met de coronacrisis en steeds minder welwillende lidstaten voor laagwater zorgt in de financiële mogelijkheden van de Commissie. Het optellen van de gewone meerjarenbegroting en de buitengewone coronafondsen verdoezelt dat enigszins, en past er ook een mouw aan: een deel van de geleende 750 miljard 3) wordt toegevoegd aan de meerjarenbegroting. Is het totaalbedrag van het herstelfonds ongewijzigd gebleven, de verdeling ervan over subsidies enerzijds en leningen anderzijds was wel de inzet van een groot deel van het gebakkelei op de voorbije Top. Er was aanvankelijk sprake van 500 miljard subsidies, en 250 miljard leningen; dat was het voorstel van Merkel en Macron in mei. Voor de ‘vrekken’ aangevoerd door de Nederlandse premier Rutte was het ‘gratis geld’ een doorn in het oog, een beloning voor slecht beleid. Uiteindelijk werd het subsidiegedeelte herleid tot 390 miljard en het leninggedeelte verhoogd naar 360 miljard. Voor de verdeelsleutel werden bepaalde criteria uitgewerkt (bevolking, werkloosheidsgraad, krimp in het bbp…); de uitkering van de gelden zal in schijven gebeuren in de periode 2021-2023; over de voorwaarden straks meer. Voor Italië, de meest getroffen lidstaat, zou het gaan over een subsidie van 82 miljard en leningen tot 127 miljard. Spanje zou 73 miljard subsidie en 67 miljard lening kunnen krijgen, Polen respectievelijk 125 en 34 miljard. 

‘Conditionaliteit’

Naast de omvang van de begroting, de rebates en het principe van subsidies waren de voorwaarden voor het toekennen van deze subsidies en leningen het andere grote twistpunt op de Top. We hebben er in eerdere bijdragen 4) op gewezen dat ‘conditionaliteit’ de perverse achtergrond zou zijn van de plotse Europese en Duitse ‘gulheid’. Dat werd ook volledig bewaarheid, waarbij Duitsland niet eens de rol van boeman hoefde te spelen: dat deed Mark Rutte voor hen. De betalingen (subsidies en leningen) uit het Herstelfonds zijn afhankelijk van het indienen van een nationaal hervormingsplan, dat de aanwijzingen van de Europese Commissie in het kader van het Europees Semester moet volgen. De Commissie spreekt zich daarover uit, en de Raad (ministers van de 27 lidstaten) moet dit oordeel bekrachtigen. Dit zou normaal met een gekwalificeerde meerderheid gebeuren, maar Rutte wou unanimiteit, zodat Nederland bijvoorbeeld een veto zou kunnen uitspreken over een subsidie aan Italië. Het nachtelijk overleg op de Top leidde dan tot een nieuwe Europese uitvinding: een noodrem. Die houdt in dat een regering die vindt dat een andere lidstaat zich niet aan het hervormen is zoals het hoort een onderzoek kan laten instellen, en de uitbetaling van fondsen tegenhouden. Dit laatste zou echter ‘normaal’ niet langer dan drie maanden mogen duren, en de eindbeslissing zou bij de Commissie liggen… Een andere voorwaarde die een tijdlang ter sprake kwam was de eerbiediging van de rechtsstaat, de rule of law. Het is immers duidelijk dat o.a. de Hongaarse en Poolse regering het daarmee niet nauw nemen; kan men aan deze regimes dan financiële tegemoetkomingen doen ? We gaan hier niet in op deze discussie, maar er zij toch opgemerkt dat economische sancties veel meer een bevolking treffen dan haar leiders. Het feit is echter dat het idee om van het respect voor de rechtsstaat een voorwaarde te maken voor het krijgen van subsidies en leningen vlug in de lade werd opgeborgen, zodat Viktor Orbán en Mateusz Morawiecki  triomfantelijk konden verklaren dat de rule of law aanval op hun beleid met succes was afgeweerd.

Voetnoten

De Commissie stelde in 2018 een meerjarenbegroting van 1134,6 miljard € voor; in februari 2020 werd dit verminderd tot 1100 miljard, en in juni werd het 1074 miljard, het bedrag dat op de top werd goedgekeurd.

  1. De lidstaten moeten hiervoor nog wel instemmen met een verhoging van het grensbedrag dat als bijdrage in de begroting gevraagd kan worden. Dit is immers een garantie die door de financiële markten vereist wordt voor het toekennen van de leningen aan de Commissie. 
  2. Volgens de aanvankelijke plannen zou dit 190 miljard geweest zijn, maar dit werd beperkt tot 77,5 miljard om het subsidiegedeelte zo goed mogelijk te bewaren. Veel van deze gedetailleerde informatie vindt men bij de verslaggeving van banken en financiële actoren, die met argusogen het doen en laten van de EU-instellingen opvolgen. Zie bijvoorbeeld het verslag van Deutsche Bank over de voorbije top. 
  3. Zie bijvoorbeeld Rutte en Merkel: de markt als medicijn

Dit artikel verscheen eerder op Ander Europa. 

Dossier
Soort artikel

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop