Een koffer vol boeken

Nooit gastvrij
Ontspannende strandlectuur is Al eeuwen lang een gastvrij volk niet. Maar na verkiezingen waarin de PVV 16 procent van de stemmen kreeg, kunnen de zomerweken best gebruikt worden om uit te zoeken hoe het zo erg kon worden.
Het ontluisterend antwoord van Rob Witte is dat het al heel lang, heel erg is. Zijn (onvermijdelijk onvolledige) inventarisatie van racistisch geweld is indrukwekkend: van geweld gericht tegen (om slechts enkele dieptepunten te noemen) repatrianten uit Indonesië (Middelburg 1951), Joden (Amsterdam 1960), Spaanse en Italiaanse gastarbeiders (Twente 1961), Marokkanen (Den Haag 1969), Turken (Rotterdam 1972, Schiedam 1976), Surinamers (Tilburg 1981), asielzoekers (Assen 1987) en de laatste tijd (beginnend met de brandaanslag op een Amersfoortse moskee in 1992) vooral moslims.
Klopte het beeld van een tolerant en antiracistisch Nederland dus eigenlijk nooit? Misschien enigszins voor enkele jaren: vooral tussen de publicatie van het tamelijk verlichte Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid-rapport over ‘etnische minderheden’ in 1979 en de publicatie van het WRR-rapport in 1989, dat de focus verschoof naar ‘gebrekkige inburgering’ en druk op sociale voorzieningen (‘blaming the victim’ dus). Zelfs in de jaren 1980, laat Witte zien, waren de reacties op geweld vaak ontkennend of bagatelliserend. Tenzij er een overduidelijk verband was met een extreemrechtse beweging met onmiskenbare, klassiek fascistische trekjes. Met de beruchte speech van Frits Bolkestein tegen de islam in Luzern in 1991 raakte het goedpraten van het racisme steeds meer in de mode, richting de definitieve omslag in 2002. Sinds die tijd gaat het van kwaad tot erger.
De grote verdienste van Wittes boek is zijn demonstratie van het structurele karakter van racisme. Zijn grootste zwakte is zijn onduidelijkheid over wat ‘structureel’ betekent. Sociaal-economische verklaringen doet Witte meestal af als smoesjes (zo worden ze helaas ook vaak gebruikt), de verbanden met Nederlands nationalisme of gender negeert hij totaal. Ook zijn voorgestelde oplossingen laten veel te wensen over: verder dan meer effectieve maatregelen tegen discriminatie en een even rigoureuze bestrijding van extreemrechts als van islamitisch fundamentalisme, komt hij niet. Door de feiten onmiskenbaar op een rij te zetten levert het boek toch een grote bijdrage.
Rob Witte, ‘Al eeuwen lang een gastvrij volk’. Racistisch geweld en overheidsreacties in Nederland 1950-2009. 205 blz., Aksant, €24,90. Te bestellen via Grenzeloos.org

Uit vervreemding kunst gemaakt

De Gele Rivier is bevrozen van de Vlaamse schrijver Leo Pleysier gaat over de relatie van een missiezuster - tante Roza - met haar familie tussen 1946, als ze naar China vertrekt, en de vroege jaren tachtig, als ze in India sterft. Een sterk punt van het boek is het even nuchtere als dromerige taalgebruik. Als je wat beter naar die stijl kijkt begin je ook te begrijpen dat De Gele Rivier is bevrozen meer is dan het zoveelste boek met jeugdherinneringen aan de ‘onschuldige’ jaren vijftig.
Pleysiers boek gaat op het eerste gezicht over de vraag wat tante Roza beweegt om haar hele leven te wijden aan de verpleging van zieken in China en India. Wat er in het innerlijk van de tante omgaat blijft echter voor haar neefje, de verteller van het boek, een raadsel. Het is door te lezen over het onbegrip van tantes grote en aardse familie dat je iets meer van haar begint te begrijpen.
Pleysiers roman gaat over meer dan tante Roza en haar familie: ze gaat over vervreemding. De manier waarop Pleysier de vervreemding van de familieleden van elkaar en de wereld om hen heen weergeeft, is onovertroffen, zowel tragisch als komisch. Kunst die gaat over vervreemding loopt vaak het gevaar zelf enigszins onmenselijk te worden als het alleen maar gaat over hoe slecht alles is. De Gele Rivier is bevrozen is echter complexer. Tante Roza is niet alleen een strenge non, ze is ook iemand die van haar leven een kunstwerk heeft gemaakt. In een beschrijving van de was die te drogen hangt en van de mensen aan wie die was toebehoort, laat Pleysier zien hoe zowel irritatie als liefde het familieleven beheersen. Wie zoveel tegenstrijdigheden zo moeiteloos weet te beschrijven, die maakt echte kunst. En de zomer is er om daarvan te genieten.
Leo Pleysier. De Gele Rivier is bevrozen. 144 blz., De Bezige Bij. Tweedehands te koop vanaf €5,-.

Een octopus in London

Een nieuwe zomer, een nieuwe roman van de Britse socialist, expert in internationaal recht en weird fiction schrijver China Miéville. Zijn eerdere boeken vonden plaats in fantasiewerelden waar zijn onfortuinlijke hoofdpersonen zich staande probeerden te houden tussen bizarre monsters en duistere machtsspelletjes. Kraken speelt zich af in het ‘echte’ London. Maar ook daar zijn de motieven uit zijn eerdere boeken volop aanwezig. Het monster dat dit keer centraal staat is een gigantische octopus, een meer dan acht-en-een-halve meter lang, uiterst zeldzaam specimen. Als dit topstuk op onverklaarbare wijze verdwijnt uit het Londonse natuurhistorische museum maakt curator Billy Harrow kennis met een heel andere kant van London: een gevuld met magie, moord, sekten, pratende standbeelden en een speciale anti-sekte eenheid van de politie. Blijkbaar denkt een sekte die octopussen vereert dat het einde van de wereld in aantocht is en dat Billy een profeet is – en ze hebben nog gelijk ook. Kraken is grappig, eng en heel bizar. Naast de door Miélville genoemde invloeden als Jules Verne en H.G. Wells is die van de klassieke horrorverhalen van H.P. Lovecraft niet te missen. Geweld, mysterie en een monster met tentakels en zuignappen – wat zou je nog meer willen in een zomerboek?
China Miéville – Kraken. 509 blz., Pan Macmillan, €17,99

Het verhaal van een moordenaar

Met zijn oorspronkelijk in het Frans verschenen debuut overweldigde Jonathan Littel het Franse literatuurwereldje. Toegegeven, voor een zomerboek is het geen lichte kost: Littel’s onderwerpen zijn de Tweede Wereldoorlog, het Oostfront en vooral de genocide op de Joden. Wat De Welwillenden uniek maakt tussen alle andere literatuur die de betekenis van dit inktzwarte gat in de Europese geschiedenis probeert te duiden is het gezichtspunt. Het verhaal wordt namelijk verteld door Max Aue: Duitser, rechtsgeleerde, cultuurminnaar en officier van de Schutzstaffel, de SS. Lang na de oorlog vertelt Aue hoe het zover heeft kunnen komen, hoe hij min of meer toevallig de SS inrolt en daar gestaag opklimt. Aue is geen hysterische antisemiet en ook geen bureaucraat als Adolf Eichmann. Aue is gewoon een goed fascist. Littel laat hem terwijl het boek vordert dan weer terloops, dan weer uitvoerig zijn opvattingen uit de doeken doen. Aue veracht mensen. Voor zover deze enige waarde voor hem hebben, is het als deel van een groter collectief: een natie, een ras. Aue is een van die talloze doodgewone, ‘beschaafde’ mannen die de steden en het platteland van Europa in een hel veranderden. De ‘Endlösung der Judenfrage’ is voor hem niet iets om zich op te verheugen – het is gewoon bittere noodzaak, een onaangenaam klusje, zoals het verdelgen van ongedierte. Een van de meest beklemmende aspecten van de roman is de manier waarop Littel de lezer Aue’s wereld binnen voert en welhaast medeplichtig maakt aan zijn manier van denken. De combinatie van dit macabere inlevingsvermogen, eerste klas schrijfwerk en een indrukwekkende kennis van de nazi-ideologie en het functioneren van hun bureaucratie van de dood, maken van Littel’s roman een duister meesterwerk.
Jonathan Littel – De Welwillenden. 982 blz., Arbeiderspers, €20,-

Daad tegen het fascisme

Berlijn, maandagavond 27 februari 1933. Iets na negen uur hoort een voorbijganger glasgerinkel in de Rijksdag in Berlijn. Binnen een half uur staat de Rijksdag in lichterlaaie. De vlammenzee maakt zich meester van het symbool van de Duitse staat, inmiddels in handen van de nazi’s. Twee bewakers zien een man uit een bijzaaltje komen. Het is de brandstichter van de Rijksdag. ‘Waarom heb je het gedaan?’ schreeuwt een bewaker. ‘Uit protest!’ antwoordt de man. Het is de Nederlander Marinus van der Lubbe.
Marinus - Rinus voor vrienden - van der Lubbe is een impulsieve jongen. Hij is naïef, gedreven en oprecht. Hij wordt geboren in 1909 in Leiden en groeit op in een gezin van zeven kinderen. Op zijn veertiende zit de leerplicht erop en gaat Marinus aan het werk in de bouw. Later wordt Van der Lubbe politiek actief en sluit hij zich aan bij de Communistische Partij. Marinus colporteert met het communistische dagblad De Tribune en volgt cursussen over marxisme. Na een paar jaar breekt hij met de Communistische Partij: volgens Rinus remmen de leiders van de vakbonden en de partij de arbeiders af in hun strijd. Gedesillusioneerd vind hij aansluiting bij radencommunistische groepen.
Wanneer Rinus hoort dat Hitler aan de macht komt besluit hij naar Duitsland af te reizen. Hij wil een daad stellen tegen het fascisme, ‘als signaal aan de Duitse arbeiders om in opstand te komen’. Of Van der Lubbe de gevolgen van zijn daad van te voren kan overzien valt te betwijfelen. Na zijn arrestatie wordt Rinus speelbal in een juridisch steekspel. De nazi’s proberen aan te tonen dat er sprake is van een communistisch complot, de stalinisten proberen aan te tonen dat Rinus voor de nazi’s werkt. Dat hij alleen gehandeld zou hebben wordt niet geloofd.
In de gevangenis wordt Rinus een mentaal wrak. Zijn poging om een daad te stellen krijgt geen navolging van de Duitse arbeidersklasse. Gelaten en gebroken ondergaat hij zijn proces. Op 10 januari 1934 wordt de doodstraf voltrokken. Een vonnis dat door de Duitse staat pas in 2008 wordt vernietigd. Ondanks dat deze biografie wegleest in sneltreinvaart, is journalist Martin Schouten er in geslaagd om het verhaal van Marinus van der Lubbe zo compleet mogelijk te vertellen. Een man voor wie je – ondanks zijn impulsieve handelen – eigenlijk alleen maar sympathie kan hebben.
Martin Schouten – Marinus van der Lubbe, een biografie. 332 blz, De Bezige Bij, €12,50. Te bestellen via Grenzeloos.org

Soort artikel
Reactie van:

George Knottnerus

vr, 12/13/2013 - 10:21

Inderdaad een boeiende biografie over een boeiende jongeman die een boeiend leven leidde. Het inspireerde me tot het schrijven van een roman waarin Marinus van der Lubbe een hoofdrol zal spelen. Evenals het geheimzinnige meisje ( de Hongaarse zwemster) van wie vaststaat dat Marinus haar twee keer opzocht in Hongarije... 'Missie Berlijn' wordt 9-1-2014 - 80 jaar nadat Marinus van der Lubbe werd onthoofd - gepresenteerd in het Van der Lubbehof te Leiden.

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop