HAMAS breekt uit zijn Gaza-kooi – interview met Tareq Baconi

De islamistische verzetsorganisatie HAMAS verraste Israel en de internationale gemeenschap toen zij op de golven van de volksbeweging in Jeruzalem militair ingreep. [leestijd 15 minuten]

Wat volgde, waren 11 dagen van verwoestende bombardementen en willekeurige raketbeschietingen, waarbij in de Strook van Gaza ruim 250 Palestijnen en in Israel 12 joden en niet-joden om het leven kwamen. Uiteindelijk is op 21 mei tussen Israel en HAMAS een staakt-het-vuren ingegaan.

Voor menige waarnemer zou het staakt-het-vuren – wanneer dit standhoudt en zo meer doden, gewonden en buitensporige verwoestingen kan voorkomen – de afsluiting van de wrede Gaza-saga moeten zijn. Dit wanhopige streven naar ‘kalmte en rust’ vormt echter een wezenlijk onderdeel van het probleem.

Want met het afnemen van de onderlinge gewapende confrontatie, zal door Israel en HAMAS een ‘zeer gewelddadig’ evenwicht hersteld worden dat Gaza opnieuw ‘buiten beeld en uit het hart’ zal dringen, waarschuwt Tareq Baconi – een senior analist bij de International Crisis Group (Brussel) en de auteur van Hamas Contained: The Rise and Pacification of Palestinian Resistance (Redwood City CA: Stanford University Press, 2018; 368 pp.). De status quo ante – met zijn wrede belegering, internationale onverschilligheid en politieke en geografische fragmentatie – is precies wat moet worden ontmanteld, zegt hij.

In een interview met Amjad Iraqi van +972 Magazine op de dag voordat het staakt-het-vuren werd afgekondigd, legt Baconi uit dat HAMAS veel Israëlische vooronderstellingen onderuit wist te halen, toen zij besloot op de golven van een volksbeweging militair in te grijpen. Die was de maand daarvoor in Jeruzalem ontstaan waarbij Palestijnen in opstand kwamen tegen de gedwongen huisuitzetting van Palestijnse gezinnen in Sheikh Jarrah. Later kwamen daar nog de Israëlische aanvallen op de Damascus-Poort en de Aqsa Moskee bij. De protesten zouden wellicht Israël tot het doen van kleine concessies hebben kunnen aanzetten, in de visie van HAMAS zouden zij ‘zonder de inzet van militaire macht de strijd van de volksbeweging nooit naar een hoger niveau hebben kunnen tillen’.

Terwijl er onder Palestijnen gediscussieerd wordt over de betrokkenheid van HAMAS, zo voegt Baconi eraan toe, kan hetzelfde niet gezegd worden van de internationale gemeenschap. Wat hij ziet, is dat buitenlandse regeringen ‘zeer star’ zijn in hun perceptie van de islamistische HAMAS, die ‘irrationeel zou handelen door Israël om een of andere, van zijn context ontdane, onbekende reden aan te vallen’. Wanneer men aan deze misvatting blijft vasthouden, zegt hij, zal de wereld in het verlengde daarvan akkoord gaan met het normaliseren van het dagelijkse onderdrukkende geweld dat door het Israëlische regime aan alle Palestijnen wordt opgelegd en waarvan Gaza het meest in het oog springende onderdeel – maar niet de uitzondering – is.

+972 Magazine sprak met Baconi over de gevolgen van de interventie van HAMAS voor de Palestijnse politiek, waarom Israëlische functionarissen door die stap verrast werden en waarom de ontluikende Palestijnse volksbeweging waakzaam moet zijn bij het uitdagen van zowel buitenlandse als nationale overheersers bij hun strijd voor bevrijding.

De recente ‘escalatie’ begon met een grassroots volksbeweging in Sheikh Jarrah en in de Oude Stad, beide in Oost-Jeruzalem, bijna buiten inbreng van de diverse Palestijnse politieke facties om. Dat veranderde drastisch toen HAMAS vorige week begon met het afvuren van raketten op Israel. Waarom heeft HAMAS besloten zich in de strijd te mengen ? Wat was de opzet ?

HAMAS heeft een nationaal doel voor de Palestijnen in het algemeen, en specifieke beweegredenen voor zich zelf als beweging, die zich momenteel vooral in de Strook van Gaza manifesteert.

Lange tijd – zelfs onder [voormalig politiek leider] Khaled Meshaal – heeft HAMAS geflirt met het idee van volksprotest. De beweging is niet altijd uitsluitend gericht geweest op het plegen van gewapend verzet. Er is nagedacht over de kracht van volksdemonstraties en over het internationaal recht. Binnen de beweging bestaat er echter een zeker cynisme dat in de Palestijnse context volksprotesten nooit dat niveau van internationale druk zullen opleveren of die steun zullen verwerven zoals eerder wel het geval is geweest bij de strijd van de zwarte beweging voor burgerrechten in de Verenigde Staten of bij de anti-apartheidsstrijd in Zuid-Afrika.

Dit cynisme is op de proef gesteld ten tijde van de Grote Mars van de Terugkeer van 2017 en later. Ondanks vele weken van aanhoudende volksmobilisatie is daarop geen adequate reactie van de kant van de internationale gemeenschap gekomen, ook niet toen duidelijk was geworden dat Israëlische scherpschutters op grote schaal ongewapende Palestijnse demonstranten doodschoten of zwaar verwondden. Pas toen HAMAS zich in de strijd mengde en ‘de spanning’ met Israel opvoerde, is de zaak in beweging gekomen en zijn onderhandelingen over concessies gestart, zoals het versoepelen van de blokkade van Gaza. De les die HAMAS daaruit trok was: tenzij Israël druk voelt – gewoonlijk militair of in de vorm van ‘ongeregeldheden’ – zal het geen concessies doen [volgens diverse bronnen hebben Palestijnen in Jeruzalem HAMAS expliciet om hulp gevraagd; red.].

Dit was dan ook de inzet van HAMAS bij de huidige protesten. Er was sprake van een ‘overwinning’ toen het Israëlische Hooggerechtshof besloot zijn uitspraak over Sheikh Jarrah een maand op te schorten [later opnieuw verplaatst; red.] en toen de route van de ‘Vlaggenmars’ van joodse ultranationalisten op de Jeruzalem-Dag op last van hogerhand werd omgeleid [te weten: niet door de Palestijnse wijken van de Oude Stad; red.].

Dat nam niet weg dat er binnen HAMAS over de te kiezen aanpak verschillend werd gedacht. Sommigen meenden dat nu de aandacht van de wereld op de ontheiliging door Israël van de islamitische heilige plaatsen was gericht, HAMAS het volksprotest moest zien te coöpteren. Anderen – overwegend HAMAS-leden in Gaza – hadden het gevoel dat zij die film al eens hadden gezien en dat de demonstranten hun steun nodig hadden, omdat het volksprotest anders op een bloedbad zou uitdraaien.

De meer specifieke strategische inzet voor HAMAS zelf is geweest, dat de organisatie had gehoopt om via de geplande algemene verkiezingen van 22 mei uit de Gaza-kooi te kunnen breken. Toen dat geen optie meer was [de verkiezingen zijn eind april door de president van het Palestijns Nationaal Gezag (PNA), Mahmoud Abbas, afgeblazen; red.], bevond HAMAS zich in een situatie waarin zij ofwel zou terugkeren naar de status quo, ofwel zou proberen een doorbraak te forceren.

In veel berichten is gesuggereerd dat Israëlische functionarissen en militaire analisten verrast werden door het besluit van HAMAS om bij de escalatie  betrokken te raken. Was dat werkelijk zo verrassend ? Wat zegt dit over Israëls begrip of onbegrip omtrent HAMAS ?

Het verbaast mij niets dat Israëlische functionarissen door deze ontwikkeling overrompeld werden. Zij weten maal al te goed dat zij geen werkelijke strategie hebben hoe met Gaza om te gaan – en al evenmin met de Palestijnen in het algemeen. Dat maakt dat zij slechts op conflictbeheersing zijn gericht.

In die aanpak hebben zij een zeker ‘duurzaam evenwicht’ met HAMAS weten te bereiken. Daarbij gaat het om een ‘evenwicht’ dat in de kern gebaseerd is op collectieve strafmaatregelen en een zeer gewelddadige blokkade tegen de Palestijnen in Gaza.

Het ‘evenwicht’ dat beide partijen impliciet in stand houden, komt in de praktijk neer op het volgende: de algehele blokkade blijft van kracht; telkens wanneer Gaza als gevolg daarvan zich op de rand van de afgrond bevindt, zet HAMAS raketten in om tegen de blokkade te protesteren; en door toedoen van dit raketvuur weet HAMAS vervolgens steeds bepaalde concessies van Israel los te krijgen. Dit is waar het bij (indirecte) onderhandelingen steeds om draait. Los van deze cycli blijft Gaza voor Israëlische functionarissen echter buiten beeld. Zij verwachten ‘kalmte en rust’ in Gaza. Voor hen is de blokkade geen oorlogsdaad, het afschieten  van raketten door HAMAS wel.

Als onderdeel van dit ‘evenwicht’ ziet Israël HAMAS als een beweging die uitsluitend namens de Palestijnen in Gaza spreekt, in de overtuiging dat het deze effectief tot Gaza heeft weten in te perken. Daarbij vertrouwt men erop dat HAMAS buiten Gaza is geneutraliseerd en dat HAMAS alleen escaleert wanneer zij uit is op concessies met betrekking tot Gaza.

Met de recente escalatie heeft HAMAS een forse streep door al deze Israëlische veronderstellingen gezet. Ten eerste is de zaak ditmaal geëscaleerd omwille van Jeruzalem in plaats van omwille van Gaza – dat is geen historische herschikking, wèl een herschikking sinds de algehele blokkade van Gaza in 2006 door Israël is ingesteld. Ten tweede is de veronderstelling onderuit gehaald dat Gaza beheersbaar is en dat de inperking van HAMAS tot in het oneindige kan doorgaan. Dit ‘losbreken uit Gaza’ komt daarmee inderdaad voor Israël als een verrassing. Het is tegelijk een bewijs van Israels arrogantie om te denken dat het zijn wil kan opleggen zonder dat Palestijnen daartegen in het geweer zullen komen.

Onder de Palestijnen lijken de meningen over de militaire interventie van HAMAS uiteen te lopen. Welke reacties ziet u onder het publiek ? Wat is de invloed op het imago van de organisatie in de ogen van de Palestijnen, met name die in Gaza ?

Er zijn Palestijnen die het idee van volksdemonstraties onderschrijven en geloven dat iftar sit-ins en gebedsprotesten de Palestijnen wereldwijd meer aandacht zullen opleveren en dat dit Israël in een bepaalde richting zal dwingen. Zij zijn ervan overtuigd dat elke vorm van gewapend verzet problematisch is, omdat de Palestijnen militaire gezien niet van Israël kunnen winnen. Zij menen tegelijk dat coöptatie van volksprotesten door politieke facties problematisch is, omdat het iets wat nationaal zou kunnen zijn, in een factie-perspectief plaatst.

De andere kant zijn er Palestijnen die zeggen dat er een zeker machtsevenwicht nodig is om verandering in de situatie te kunnen brengen – en dat kan niet uitsluitend door middel van volksprotesten. Om te denken dat het zo is gegaan in de strijd voor burgerrechten of tegen de apartheid, is een romantisering van die strijd. De Zuid-Afrikaanse beweging, bijvoorbeeld, beschikte over een gewapende arm. Kortom de opvatting is hier dat zelfs wanneer gewapend verzet Palestina niet zal bevrijden, deze wel moet worden ingezet om Israël pijn te berokkenen, de kosten van de onderdrukking voor Israël op te jagen en Israël af te schrikken van verdergaand geweld tegen Palestijnen. Van die kant zijn de aanvallen van HAMAS begroet als een soort overwinning. Ook al betaalde Gaza een hoge prijs, psychologisch is er van de militaire aanval een ongelooflijk effect uitgegaan.

Hoe worden de stappen van HAMAS verder gezien ? Bij protesten op de Westelijke Jordaanoever waren er mensen die de naam van Mohammed Deif [de hoogste commandant van HAMAS' Al-Qassam Brigades] scandeerden, of leuzen tegen Mahmoud Abbas en vóór Ismail Haniyeh [de politieke leider van HAMAS]. In het nationaal bewustzijn wordt HAMAS gezien als de verdediger en beschermer van de Palestijnse rechten.

Het is duidelijk dat de ideologie van HAMAS complex is. Veel Palestijnen kunnen de overwinning steunen die HAMAS de afgelopen week heeft behaald en tegelijk tegen de islamistische ideologie van de partij zijn. Het zijn enkele van de aspecten die nader geduid moeten worden om tot het formuleren van veelzijdige Palestijnse bevrijdingsstrategie te komen die voortbouwt op diverse vormen en tactieken van verzet.

U zei dat HAMAS had gehoopt dat de verkiezingen doorgang zouden vinden en dat die weg vooralsnog is afgesneden. Hoe zullen de recente gebeurtenissen de betrekkingen tussen HAMAS en de PNA beïnvloeden ? Hebben zij verkiezingen dichterbij gebracht ?

Er heeft zich in de loop van de afgelopen week een interessante verschuiving voorgedaan. Toen de protesten vanuit Sheikh Jarrah oversloegen, is de PNA zeer actief de protesten op de Westelijke Jordaanoever gaan onderdrukken om elke uiting van HAMAS-aanwezigheid daar in de kiem te smoren. Het excuus dat daarbij werd aangevoerd, was dat de PNA anders de controle over het gebied zou verliezen.

Nadat de escalatie in Gaza zich uitbreidde, begrepen de functionarissen van de PLO en de PNA dat zij bij deze escalatie niet als critici van HAMAS kunnen worden gezien [de PLO is op papier de overkoepelende Palestijnse Bevrijdingsorganisatie; red.]. Dit is een les die zij hebben geleerd tijdens en na de Tweede Intifada: telkens wanneer HAMAS met symbolische overwinningen naar buiten kwam en de PA terugsloeg – zoals bij de gevangenenruil waarbij de Israëlische korporaal Gilat Shalit betrokken was – positioneerde HAMAS zich als verdediger, terwijl de PNA eruit naar voren kwam als de incompetente partij.

Dus begonnen PLO/PNA-functionarissen het de afgelopen week te hebben over de noodzaak om de ruimte die HAMAS de afgelopen tijd had gecreëerd ten gunste van de Palestijnse strijd te benutten. Erkend werd dat het hier om een kracht gaat die niet kan worden genegeerd. Zich tegen die kracht afzetten zou alleen maar in het nadeel van FATAH werken [de partij van Abbas, de toonaangevende kracht binnen de PNA en de PLO; red.].

In zekere zin is er onder druk van de recente ontwikkelingen, wat de beide organisaties betreft, sprake van een meer eensluidend verhaal waartoe beide facties onder invloed van de gebeurtenissen toe worden gedwongen – en waartoe eindeloze rondes van verzoeningsgesprekken hen niet hebben kunnen brengen.

Betekent dit dat zij eenheid tot stand zullen brengen en dat er alsnog verkiezingen gehouden zullen worden ? Ik denk van niet: beide partijen blijven denken in termen van een zero-sum game, en de crisis is groter dan een van beide facties. Dat neemt niet weg dat wij het over het houden van verkiezingen moeten blijven hebben om zo ook de zieltogende PLO nieuw leven in te blazen – in plaats van over de kwestie als het vormen van een eenheidsregering in PNA-verband. De Palestijnen moeten in het kader van een nationaal bevrijdingsproject blijven nadenken over hoe HAMAS, FATAH en andere partijen daarin samen kunnen optrekken.

Ging het er bij de verkiezingen nog om de afscheiding tussen Gaza en de Westelijke Jordaanoever institutioneel te herstellen, alle retoriek daarover is in zekere zin door de recente ontwikkelingen ingehaald. Want inmiddels beseffen Palestijnen opnieuw dat de strijd een gezamenlijke strijd is. In Ramallah gaan zij de straat op voor Gaza – wat de PNA in 2014 niet toestond – en in Gaza is men zich ervan bewust dat dit een verenigde Palestijnse strijd is – zij het met enige wrok dat het vooral de inwoners van Gaza zijn die daarvoor opnieuw een hoge prijs hebben moeten betalen.

Internationale actoren – van de Europese Unie tot de Verenigde Staten – leken onmiddellijk terug te vallen op hun oude gedragslijn en gewoonten door op ‘het recht op zelfverdediging’ van Israël te hameren, vanaf het moment dat er vanuit Gaza raketten op Israël werden afgevuurd. Dit lijkt erop te wijzen dat buitenlandse regeringen niet bepaald opgeschoven zijn wat betreft hun kijk op HAMAS, noch wat betreft hun bereidheid om een andere benadering uit te proberen wanneer er een confrontatie als deze plaatsvindt. Ziet u dat posities achter de schermen opschuiven, los van publiekelijk ingenomen standpunten ?

Nee, van opschuiven is geen sprake. De EU en de individuele Europese lidstaten zeggen al lang dat er een standpunt moet liggen voor het geval dat HAMAS de verkiezingen wint. Daarbij moet er een weg gevonden worden om de voorwaarden van het Kwartet [de vijf permanente leden van de VN-Veiligheidsraad  plus het Kantoor van de secretaris-generaal van de VN; red.] te herzien, om ervoor te zorgen dat het debacle van 2006 zich niet herhaalt: nadat HAMAS de verkiezingen overtuigend had gewonnen, legden zij de HAMAS-regering sancties op en steunden FATAH bij een staatsgreep tegen de gekozen HAMAS-regering [die zoals bekend is mislukt; red.].

Ondanks vele goedbedoelende diplomaten die erop aandringen om het beleid van de EU ten aanzien van HAMAS te herzien, valt er op dit punt geen enkele beweging waar te nemen. Naar mijn mening is het onverantwoord dat de EU onder die omstandigheden blijft aandringen op het houden van verkiezingen, terwijl men nog altijd niet heeft bedacht hoe met een eventuele stembusoverwinning van HAMAS om te gaan.

De pro forma-taal rond Israëls ‘recht op zelfverdediging’ en ‘de-escalatie door beide zijden’ is een symptoom van het onvermogen om met HAMAS uit de voeten te kunnen en toont aan dat de opstelling van de internationale gemeenschap nog steeds muurvast zit. Men blijkt niet in staat te erkennen dat HAMAS een politieke organisatie is die zich inzet voor de bevrijding van de Palestijnen en blijft gefocust op het eigen verhaal.

Maar het gaat hier niet alleen om HAMAS. Het is verbijsterend, dat tegen de tijd dat de internationale gemeenschap begon te spreken over ‘het recht op zelfverdediging van Israël’ er toen in Oost-Jeruzalem al 500 Palestijnen gewond waren geraakt. De retoriek over ‘het recht op zelfverdediging’ kwam pas op nadat de eerste raket vanuit Gaza in Israël landde. Het wordt kortom alleen voor Israel en door Hamas in werking gesteld. Daarbij is de diplomatieke gemeenschap kennelijk niet in staat om het geweld van de bezetting of het recht van de Palestijnen om zichzelf te verdedigen te begrijpen.

Zolang die opvatting niet is veranderd, zal geen enkele vorm van engagement met HAMAS van invloed zijn, omdat men HAMAS slechts blijft zien als een organisatie die op irrationele gronden Israël aanvalt – om de een of andere, van zijn context ontdane, onbekende reden.

De Palestijnse volksbeweging is de afgelopen weken blijven groeien, met Palestijnen in Palestina’48/Israël die erbij betrokken zijn geraakt en Palestijnen in Oost-Jeruzalem die voortgaan met mobiliseren. Binnen de beweging lijkt er een spanning te bestaan tussen niet door een politieke factie aangestuurde demonstranten aan de basis enerzijds en traditionele leiders, uiteenlopend van FATAH tot HAMAS en het Hoge Vervolgcomité voor Arabische [Palestijnse] Burgers van Israël, anderzijds. Waarop ziet u deze interne dynamiek uitdraaien ?

Dat is een goede vraag die verder gaat dan de fase waarin wij ons momenteel bevinden. Wat mij enige troost biedt – maar mij tegelijk beangstigt – is dat wij op dit punt al enkele malen eerder zijn beland, teruggaand tot de Grote Arabische Opstand van 1936-1939.

Telkens wanneer wij terugdenken aan de massale protesten in de Palestijnse straten in de achterliggende decennia, dan hebben die bijna altijd ondanks het elitaire leiderschap plaatsgevonden – ja vanwege het falen van de elites om voor de belangen van de Palestijnen te strijden op de manier waarop de Palestijnen eisen dat hun strijd wordt gestreden. Wij kunnen deze lijn doortrekken vanaf de Grote Opstand tot ‘Oslo’ [1993 en later] en de Eerste en Tweede Intifada [respectievelijk vanaf 1987 en 2000]. Het geeft mij troost dat er kennelijk in de Palestijnse straat een moreel kompas is, dat de leiders consequent ter verantwoording roept en weigert zich te laten sussen tot berusting.

Wat mij tegelijkertijd beangstigt, is dat in het verleden de beweging steeds werd gecoöpteerd en dat het oude leiderschap vervolgens de koers is gaan bepalen. Dat is wat wij nu op de grond zien gebeuren. Wij hadden het er eerder over dat wat HAMAS doet, kan worden gezien als een vorm van coöptatie. En ook FATAH probeert de protesten op de Westelijke Jordaanoever te coöpteren. Het leiderschap van beide organisaties grijpt deze aan om te proberen zichzelf opnieuw relevant te maken. Abbas en de zijnen proberen daarbij de opstand van onderop in FATAH/PNA-structuren te incorporeren en zichzelf te positioneren als de verantwoordelijke partij die de problemen zal oplossen.

Maar als de geschiedenis ons iets heeft geleerd, dan is het wel dat wij daarop niet moeten vertrouwen. De Palestijnen moeten een manier zien te vinden om deze volksopstand buiten de huidige leiderschapsstructuren in stand te houden.

Dat wil niet zeggen dat er binnen de beweging geen leiderschap moet zijn. Wat wij echter van ‘de Arabische Lente’ van 2011 en later hebben geleerd, is dat als er geen leiderschap is dat in staat is om belangrijke politieke en strategische beslissingen te nemen, de deep state en de status quo winnen. Dat leiderschap kan niet worden gekanaliseerd naar dezelfde corrupte instellingen die ons hebben gebracht waar wij ons nu bevinden. Er moet een inclusiever leiderschap komen dat voortkomt uit mobilisatie vanuit de basis. Welke vorm dat zal aannemen, is nog niet duidelijk. Wij bevinden ons nog maar in de beginfase.

Is er nog iets waarop u wilt wijzen ?

Waar ik steeds over nadenk, is hoe Gaza in de ogen van de internationale gemeenschap – en in sommige opzichten ook steeds meer in de ogen van de Palestijnen zelf – de uitzondering is geworden maar die niet is. Ik sprak er eerder over.

De recente ontwikkelingen hebben zowel vraagtekens bij dat beeld gezet als dat versterkt. Voor de Palestijnen was er de hartverwarmende omarming van Gaza, ook al zijn de meeste Palestijnen daar nog nooit geweest en begrijpen zij niet goed hoe het is om daar te leven. Tegelijkertijd bestaat het gevoel dat juist door de huidige escalatie de gewapende strijd en Gaza één samenhangend geheel zijn geworden – waarbij Gaza via HAMAS steeds weer gewapend verzet levert, terwijl volksprotesten elders plaatsvinden.

Gaza niet langer blijven zien als iets exceptioneels is daarom van groot belang. Wij moeten niet alleen inzien dat een Palestijn in Gaza en een Palestijn op de Westelijke Jordaanoever tegen één en hetzelfde Israëlische regime strijden, maar ook dat er daarbij verschillende tactieken zijn om dat te doen. Dat kan best tot verschil van opvatting leiden, maar dat betekent nog niet dat de meningen verdeeld zijn over verschillende aspecten van die strijd.

De Palestijnen hebben een holistisch verhaal nodig dat al deze complexiteiten en nuances kan omvatten en in staat is om met het idee af te rekenen dat het hier gaat om een escalatie tussen Gaza en Israël – in plaats van om de strijd tussen de Palestijnen en de Staat Israël.

De boodschap die de afgelopen week naar buiten is gekomen, is zeer krachtig – precies omdat deze zich tegen het bestaande beeld verzet. Het is dan ook een boodschap die wij moeten blijven uitdragen.

bron: +972 Magazine (Tel Aviv), 21 mei 2021

Amjad Iraqi is redacteur van +972 Magazine en beleidsanalist bij de denktank Al-Shabaka – The Palestinian Policy Network (Verenigde Staten); eerder was hij coördinator belangenbehartiging bij het juridisch centrum Adalah (Haifa); hij is een Palestijnse staatsburger van Israël en hij woont in Haifa

vertaling: Wim Thierens

uit: Nederlands Palestina Komitee, de Intifada van de Eenheid; Amsterdam, juli 2021; pp. 29-34  

Dossier
Soort artikel

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop