Links feminisme in de 21e eeuw

Een voortdurende opdracht
Johanna Brenner

De theorie en praktijk van socialistisch-feminisme is de maatstaf voor mijn denken en politieke overtuiging. Als we streven naar de bevrijding van alle vrouwen kunnen we niet anders dan de strijd tegen uitbuiting en tegen alle vormen van onderdrukking te steunen. Als we met een feministische bril op naar kapitalisme kijken zien we dat het dagelijks leven van vrouwen - hun alledaagse, verborgen en voor vanzelfsprekend genomen werk - het toneel van zowel uitbuiting als verzet is. Als we op dezelfde manier naar militarisme en oorlog kijken, zien we dat opvattingen over mannelijkheid en vrouwelijkheid gebruikt worden om mensen warm te maken voor oorlog. En in het geval van vreemdelingenhaat blijken de gevestigde, heteroseksuele opvattingen centraal te staan in de discussie over wat het betekent een burger te zijn van een kapitalistische staat.
Als we dit soort dwarsverbanden herkennen heeft dat gevolgen voor ons politieke activisme – voor het soort eisen dat we formuleren en met wie we samenwerken. In de Verenigde Staten betekenen voor socialistische feministen reproductieve rechten niet alleen het recht op abortus en voorbehoedsmiddelen maar ook het recht om onze kinderen op te voeden in waardigheid, veiligheid en gezondheid; het recht van niet-heteroseksuelen om kinderen op te voeden; het opkomen voor zwarte moeders enzovoorts.
Socialistisch-feminisme is niet een vaststaand programma maar een voortdurende politieke en intellectuele opdracht. Voor mij gaat socialistisch-feminisme net zo goed over hoe we aan politiek doen als over hoe we over politiek denken. In de socialistisch-feministische organisatie waar ik lid van ben, Solidarity, proberen we een cultuur te creëren die anders is dan die van de individualistische, patriarchale en hiërarchische wereld om ons heen. Socialistisch-feminisme gaat om de wereld die we willen. Socialisten hebben lang nagedacht over wat voor vormen werk en politiek zouden moeten krijgen en dit is een discussie die nog steeds doorgaat. Socialistische feministen staan er op dat we ook nadenken over hoe we onze kinderen opvoeden en hoe voor elkaar kunnen zorgen op een collectieve, democratische en menselijke manier.

Collectieve emancipatie in plaats van egoïstische succesverhalen
Catherine Sameh

Voor mij blijft socialistisch feminisme een manier om de wereld te analyseren en te veranderen. Socialistisch-feministische praktijk neemt een voorschot op de wereld die we willen, een die in alle opzichten collectief georganiseerd, vormgegeven en geleefd worden – van werk tot familie banden en van vrije tijd tot politiek. Vooral in een tijd als de onze, waarin levendige, brede vrouwenbewegingen zeldzaam zijn, helpt socialistisch feminisme bij het analyseren van de machtsverhoudingen en hoe we daarmee in onze dagelijkse levens omgaan. Het laat de manieren zien waarop kapitalisme van systematische problemen als oorlog, ecologische en economische crisis en nieuwe vormen van racisme, seksisme en homofobie profiteert en deze steeds opnieuw voortbrengt. Socialisme-feminisme is een manier van nadenken hoe we als activisten kunnen omgaan met onze collega's, families en vrienden en samen vorm kunnen geven aan oplossingen voor de problemen waar we allemaal mee geconfronteerd worden.
De intellectuele en politieke activiteiten waar ik het meest bij betrokken ben zijn geïnspireerd door de ideeën van radicale vrouwen uit minderheden en feministes uit post-koloniale landen. Dit zijn ideeën die de nadruk leggen op solidariteit over de grenzen van naties en volkeren heen. Een modern socialistisch feminisme moet volgens mij radicale kritiek formuleren op de neoliberale en imperialistische invulling van 'democratie', vooral op de manier waarop de term gebruikt wordt in het rechtvaardigen van de bezetting van Irak en het neerzetten van mannen en vrouwen in het Midden-Oosten als respectievelijk 'terroristen' en 'slachtoffers van een onderdrukkende cultuur'. Blanke mannen en vrouwen die bruine vrouwen komen redden is een reddingsverhaal met wortels in de kolonialisme. Dit imperialisme gebruikt een soort liberaal feminisme om zich te legitimeren. Daar tegenover moeten wij solidair zijn met de diverse bewegingen van Arabische en islamitische vrouwen. De wortels van socialistisch feminisme liggen in seculier humanisme maar dat moet ons niet verleiden tot de intellectuele luie opvattingen over het bevrijdende karakter van secularisme en onderdrukking door de islam.
De opkomst van iemand als Sarah Palin laat zien hoe beperkt feminisme is als het niet meer betekent dan individuele machtsposities voor vrouwen. Socialistische feministen zijn voorstander van een alternatieve vorm van feminisme, één die het racisme, de islamofobie en het militarisme van Palin's 'feminisme' verwerpt. De opkomst van Palin laat zien hoe succesvol feminisme is; veel vrouwen claimen de term. Maar het laat ook zien hoe beperkt en ingekapseld de term is. Een socialistisch feminisme visie streeft naar het welzijn van alle vrouwen en alle mensen. Niet door het individueel beklimmen van de ladders van de macht maar door een gezamenlijke strijd van arbeidersbewegingen en internationale bewegingen.

Sarah Bracke reageerde met het volgende citaat van NextGenderation (www.nextgenderation.net)
“ Vandaag willen we nogmaals bevestigen dat onze verschillende strijden tegen alle vormen van onderdrukking waar vrouwen mee te maken krijgen, hard nodig blijven. Een serieus engagement voor vrouwenemancipatie betekent dat we moeten vechten tegen de normalisering van geweld en de huidige ‘oorlogscultuur’, en de manier waarop dit geweld seksistisch, racistisch en homofoob is. We moeten vechten tegen het geweld van de neoliberale politiek die de sociale zekerheid afbreekt en voor vele vrouwen grote bestaansonzekerheid betekent. We moeten ons verzetten tegen structureel en alledaags seksisme, racisme en homofobie, en we moeten hierbij samenwerkingsverbanden creëren. We moeten ons verzetten tegen de vele manieren waarop vrouwen belet wordt om als volwaardige burgers deel te nemen aan het maatschappelijke en politieke leven. We moeten vechten tegen de systematische besnoeiingen in financiële en andere middelen voor een degelijk emancipatiebeleid.
Tegen de nieuwe lading van zelfbenoemde ‘verdedigers van vrouwenrechten’, die we in al deze jaren noch als deelnemers, noch als aanhangers van onze vrouwenstrijd tegenkwamen, zeggen we vastberaden: ‘Niet in onze naam!’. Hun cynische gebruik van ‘vrouwenemancipatie’ en ‘de gelijkheid tussen mannen en vrouwen’ is ongeloofwaardig. Als feministen en vrouwen die begaan zijn met vrouwenemancipatie, kunnen we hen niet toestaan om ‘vrouwenemancipatie’ te misbruiken voor agenda's die bol staan van etnocentrisme, assimilatie en islamfobie. Ondertussen gaat onze strijd voort tegen alle vormen van onderdrukking die vrouwen treffen.”

Feministisch socialisme of socialistisch feminisme?
Lot van Baaren

Feminisme betekent voor mij opkomen voor vrouwen. Gelijkwaardigheid eisen en je niet neerleggen bij specifieke rollenpatronen of 'logische' taken en verwachtingen die nergens anders op gebaseerd zijn dan op een ongelijkwaardige relatie, waarin de man iets te zeggen zou hebben over de vrouw.
Socialisme staat ook voor die gelijkwaardigheid, maar dan vanuit een klassenperspectief: ongeacht wie je bent of waar je vandaan komt moet je gelijke kansen hebben om jezelf te ontwikkelen.
De ene gelijkwaardigheid kan niet zonder de andere en feminisme en socialisme zijn voor mij dus altijd onlosmakelijk verbonden geweest.
Maar socialisme staat ook voor collectiviteit, iets samen ontwikkelen. Door onze krachten te bundelen komen we allen verder en kunnen we een richting kiezen die goed is voor mens en milieu. Dit gevoel voor collectieve vooruitgang mis ik in deze nieuwe eeuw. Tegen de langdurige en sterke neoliberale wind is het moeilijk opboksen. Nieuwe generaties krijgen het niet vanzelf mee om zich samen met anderen te organiseren, integendeel: het ‘ikke, ikke, ikke en de rest kan stikke’ viert hoogtij.
Ouderen worden moe van dat opboksen, jongeren wordt vooral geleerd voor zichzelf te zorgen en aan zichzelf te denken. Maar helaas, als we niet samen blijven knokken, redden we het niet.
Dus voor mij ligt de nadruk op het weer zoveel mogelijk uitdragen van onze ideeën. In de hoop dat ook jongeren er zich weer toe aangetrokken voelen, weer gaan meedenken en meedoen. En weer durven dromen over die andere wereld die nog steeds mogelijk is.

Babes en bimbo’s domineren de publieke ruimte
Een collage van glossy lippen, gladde benen, strakke billen en kronkelende vrouwenlichamen... Een vrouw is mooi en lief, uitdagend en sletterig, een sexy babe of een geile bimbo.
Lieke Peeters

In muziekclips, cosmeticareclames, modebladen en porno-industrie zien we vrouwen afgebeeld in geïdealiseerde vorm. Tailles zijn smaller gemaakt, onregelmatigheden op gezichten weggewerkt, borsten vergroot. In de geschiedenis van beeldende kunst en reclame, is het geïdealiseerd weergeven van de mens op zich niet nieuw. Wat wel nieuw is: de enorme hoeveelheid van dit soort beelden. Deze dagelijkse stroom aan geperfectioneerde plaatjes heeft invloed op jonge meiden en vrouwen. Vroeger vergeleken meiden zichzelf met dat ene mooie meisje van de klas, nu spiegelen ze zich aan gemanipuleerde afbeeldingen van vrouwen, aan een science-fiction vrouwbeeld.
Volgens het 'bimbo feminisme' draagt de geëmancipeerde vrouw van nu haar seksualiteit openlijk uit. Met behagen, uitdagen en prikkelen laat ze zien dat ze een vrije, sterke en onafhankelijke vrouw is, die de touwtjes in handen heeft. Ariel Levy schrijft in haar boek: ‘Als male chauvinist pigs mannen waren die vrouwen als stukken vlees zagen, dan zouden wij ze eens een lesje leren: wij worden female chauvinist pigs, vrouwen die anderen en onszelf tot lustobject maken.’
In discussies over ‘de seksualisering van de samenleving’, horen we steeds: de overheid mag niet betuttelen, censuur is uit den boze.
Maar de commercie krijgt wél alle ruimte om ons dat ene dwingende voorbeeld op te leggen en ons te vertellen hoe we ons moeten kleden of gedragen. Met billboards van billen in strings en wulpse vrouwen in glimmende tijdschriften heeft de ‘mooie-mensen-industrie’ de publieke ruimte en media voor een groot deel in gebruik.
De vraag is: hoe democratisch is dát? En van wíe is die publieke ruimte eigenlijk?

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop