Het nieuwe boek van Naomi Klein, This changes everyting, capitalisme vs the climate (In de Nederlandse vertaling No time verander nu, voor het klimaat alles verandert) dat gelijktijdig in het Engels en het Nederlands uitkwam heeft terecht veel aandacht getrokken. Op Grenzeloos werden er twee zeer positief getoonzette recensies van gepubliceerd. Ook Socialisme.nu, de site van de Internationale Socialisten besprak het boek. In die recensie wordt gesteld dat Klein de arbeidersklasse negeert.
Recensent schrijft: ‘Ze ‘neemt als vanzelfsprekend aan dat we deze dingen democratisch en zonder bloedvergieten willen doen.’ En het zou geweldig zijn om dat met haar eens te zijn. Maar hoewel ze een eerbetoon brengt aan historische voorbeelden van arbeidersstrijd, ontbreekt de enige bron van macht die het beste garandeert dat verandering ook democratisch wordt uitgevoerd – de arbeidersklasse – volledig in haar beweging om datgene te vernietigen wat niet alleen een bijzonder nare industrie is, met haar vlaggendragers en ideologische schaamlap, maar het kapitalisme, met wortel en al. ‘
Is die conclusie terecht? Laten we Klein zelf aan het woord laten. In een speech voor een nieuwe gefuseerde vakbond in Canada, UNIFOR die arbeiders in de auto-industrie, de energiesector en de papierindustrie verenigt en die als titel meekreeg ‘Waarom vakbonden mee moeten doen met de klimaatstrijd’(Why Unions Need to Join the Climate Fight), zegt ze onder andere het volgende:
‘De nieuwe sociale bewegingen nemen veel mee. Het vermogen om grote hoeveelheid mensen en een grote diversiteit aan mensen te mobiliseren, de bereidheid om grote risico’s te nemen en nieuwe vormen van organisatie waaronder een sterke gerichtheid op diepgaande democratie. Maar deze bewegingen hebben ook jullie nodig – ze hebben jullie institutionele kracht nodig, jullie radicale geschiedenis en misschien nog wel het meest jullie vermogen om als een anker te functioneren zodat we niet meer gaan drijven en wegdrijven We hebben jullie nodig om ons vaste adres te zijn, onze basis, zodat we de volgende keer niet opzij geschoven kunnen worden. En we hebben ook jullie organisatorische vaardigheden nodig. We moeten samen uitzoeken hoe we solide structuren kunnen opbouwen in de neoliberale puinhopen.’
Dat klinkt niet echt als het negeren van de arbeidersklasse. Bij haar recente bezoek aan België zei ze het volgende: ‘Ik heb vernomen dat de syndicalisatiegraad in België een van de hoogste is in de wereld, 72 procent meen ik onthouden te hebben. Dat is geweldig. Daar kan je iets mee doen! In Canada is dat denk ik maar 12 procent. Verandering moet van massabewegingen zoals de vakbonden komen. Doe daar iets mee." Ook dat kan je moeilijk als het negeren van de arbeidersklasse opvatten.
Een nieuw momentum een nieuwe beweging
Nu zijn beide uitspraken van Klein natuurlijk van na het uitkomen en in ieder geval van na het schrijven van dit laatste boek. Maar ook in dat boek heeft ze het over ‘coalities van vakbonden, burgerrechtgroeperingen en gepensioneerden’(pag. 231), benadrukt ze dat er ‘een sterke correlatie is tussen lage lonen en hoge emissies’(pag. 102) en heeft ze het over ‘de enorme vooruitgang die de arbeidersbeweging en andere volksorganisaties boekten na de grote Depressie van de jaren dertig.’
Natuurlijk heeft Klein ook oog voor de spanning die er is tussen directe belangen van groepen arbeiders (in vervuilende industrieën) en de strijd voor het klimaat. ‘Die boodschap is lastig voor sommige vakbonden, die de banen van hun leden proberen te beschermen in plaats van te vechten voor de goede; schone banen die hun leden verdienen.’(pag. 204). En: ‘We weten dat vakbonden banen, hoe smerig ook, altijd met hand en tand zullen verdedigen, als het de enige beschikbare banen zijn. Maar als mensen die in een smerige sector werken, een goede baan kunnen krijgen in een schoon bedrijf (zoals de vroegere automakers bij de Silfab-abriek in Toronto), en daarmee onderdeel worden van groene transitie, dan kan de vooruitgang razendsnel gaan.’
Het hele boek van Klein is een groot pleidooi voor een nieuwe brede klimaatbeweging. Centraal in haar boek staat de stelling dat er met de urgentie van de klimaatproblematiek een nieuw momentum is ontstaan, dat de mensheid voor een existentiële keuze staat, tussen het op fossiele brandstof gebaseerd kapitalisme of een andere maatschappij. En zo schrijft ze: ‘het klimaat moment biedt een overkoepelend verhaal waarin alles, van de strijd voor goede banen tot een rechtvaardige behandeling van migranten of het rechtzetten van onrecht in het verleden, zoals slavernij en kolonisatie, onderdeel kan worden van dat grote project: de opbouw van een niet-toxische, schokvrije economie, voordat het te laat is.’
Je kan het daar natuurlijk mee eens zijn of oneens, maar wie zoals Alan Gibson die centrale stelling van Klein mist en concludeert dat in haar visie de arbeidersklasse ontbreekt is een hele slechte of een heel bevooroordeelde lezer.
Reactie toevoegen