Nicaragua: Ortega's wil is wet, een serie nieuwe wetten voert de repressie op

De regering blijft de harde hand inzetten om de oppositie klein te krijgen. Zo nam zij afgelopen maand twee wetsvoorstellen aan die het financieren van politieke activiteiten in het land en het delen van ‘opruiend’ nieuws als misdrijf bestempelen. De regering verhult haar repressie in terminologie als de strijd tegen ‘cybercriminaliteit’ en ‘buitenlandse agenten’. Voor de oppositiegroepen - de politieke oppositie, sociale bewegingen, onafhankelijke journalistiek, mensenrechtenorganisaties, NGO’s en gewone burgers-met-een-mening - vormen deze wetten een direct gevaar. Zij lopen het risico door hun activiteiten als crimineel bestempeld te worden. [leestijd 15 minuten] In dit artikel analyseren we de impact van deze nieuwe wetten. Wie gaat ze uitvoeren? Wie worden erdoor getroffen? En, wat zijn de bredere effecten? Ook beschrijven we de reactie van de oppositiegroepen en internationale gemeenschap op de wetsvoorstellen. Met ‘buitenlandse agenten’ in het vizier de oppositie droogleggen - Wetsvoorstel gepresenteerd: 22 september - Aangenomen door de Nationale Assemblee: 16 oktober met 70 stemmen voor, 17 tegen en 4 onthoudingen - Gepubliceerd als wet: 19 oktober - lees hier de volledige wet (Spaanstalig). Temidden van internationale bezorgdheid en veroordeling is het wetsvoorstel voor de ‘regulatie van buitenlandse agenten’ toch aangenomen door de Nicaraguaanse Nationale Assemblee. Vorige week, op 19 oktober, is de wet van kracht geworden en gepubliceerd in het staatsblad La Gaceta. Het belangrijkste gevolg van deze wet is dat iedere natuurlijke en rechtspersoon die fondsen of goederen ontvangt uit het buitenland, zich voor 18 december dit jaar moet registreren bij het Nicaraguaanse Ministerie van Binnenlandse Zaken (Ministerio de Gobernación, MIGOB), dat loyaal is aan het FSLN. Volgens de officiële lezing beoogt de wet op deze manier buitenlandse inmenging in binnenlandse politiek tegen te gaan. De aanhef van de wet beschrijft in ronkende taal dat ieder land soeverein is en geen inmenging van buitenaf hoeft te dulden. De invulling van de wet lijkt zich echter meer te richten op binnenlandse krachten. Het eerste deel van de cruciale wetsartikelen richt zich weliswaar op buitenlandse mogendheden of organisaties, die met allerlei regelingen strak onder controle gehouden moeten worden, maar in de aanvullende delen is er een haast openlijke verwijzing naar vertegenwoordigers van de potentiële oppositie. Ook noemt de wet expliciet media, PR-functionarissen en politieke consultants als subjecten van de wet. De wet eist dat alle mensen en organisaties die vanuit het buitenland fondsen of materialen ontvangen zich registreren, maandelijks(!) verslag doen van bestedingen en ontvangsten van fondsen en goederen, en vooraf toestemming vragen voor de ontvangst van fondsen of goederen, waarbij ook de herkomst expliciet vermeld moet worden. Uitzonderingen gelden voor diplomaten, bedrijven, geaccrediteerde internationale humanitaire organisaties en mensen die pensioenen of financiële steun van familieleden ontvangen uit het buitenland. Hiermee blijft formele internationale samenwerking vanuit bijvoorbeeld ambassades, de VN en andere internationale humanitaire organisaties en ontwikkelingsbanken mogelijk. Hulp aan georganiseerde Nicaraguanen in verdrukking zal vanuit het buitenland daarentegen vrijwel onmogelijk worden. De wet zal niet alleen het werk van Nicaraguaanse mensenrechtenorganisaties uiterst moeilijk maken, maar ook van lokale organisaties die steun willen verlenen aan bijvoorbeeld politieke gevangenen. Concreet zullen stedenbanden tussen Nederlandse en Nicaraguaanse steden hoogstwaarschijnlijk ook met deze wet te maken krijgen. Indien er in de Nicaraguaanse zusterstad een organisatie, in welke vorm dan ook, bestaat om de samenwerking en eventuele kanalisering van fondsen of goederen te begeleiden of uit te voeren, dient deze organisatie zich dus vóór 18 december dit jaar te registreren. Zij zijn immers geen internationale humanitaire organisatie. Dat geldt ook voor organisaties die rechtstreeks steun krijgen via de stedenbanden. Ook hen beschouwt de wet als ‘buitenlandse agenten’. Daarom moeten zij zich onderwerpen aan alle regels voortvloeiend uit de wet. Dit geldt overigens niet alleen voor organisaties maar ook voor personen die in Nicaragua fondsen of materialen uit het buitenland ontvangen. Een achterliggend doel is dus tevens om grip te krijgen op de solidariteit-initiatieven die de slachtoffers van het staatsgeweld en de sociale bewegingen ondersteunen. Natuurlijk blijven er manieren bestaan om degenen die onze steun het hardst nodig hebben te helpen, maar we zullen de mazen in de wet moeten opzoeken en extra voorzichtig moeten zijn de mensen die met ons samenwerken niet in gevaar te brengen. De regels ademen een strakke, haast beklemmende controle uit op alles wat vanuit het buitenland Nicaragua binnenkomt. Ze zijn formeel gericht op het dichtdraaien van de internationale geldkraan voor de politieke oppositie, maar drukken ook sectoren die al moeizaam aan hulp kwamen nog verder de clandestiniteit in. Het is overduidelijk de onderliggende bedoeling om de gehele oppositie droog te leggen. Bovendien kan iedereen die zich niet zelf voor 18 december registreert, aangegeven worden bij het Ministerie. Dan moeten zij zich alsnog binnen 5 dagen inschrijven in het Register van Buitenlandse Agenten. We citeren direct uit artikel 14 de inperkingen van civiele en politieke rechten die deze wet oplegt aan mensen die als buitenlandse agenten aangemerkt worden en de gevolgen waarmee gedreigd wordt indien deze gebroken worden: ‘Natuurlijke of rechtspersonen, Nicaraguaans of van andere nationaliteit, die als buitenlandse agenten fungeren, moeten zich onthouden van interventie in interne en externe politieke kwesties en activiteiten, op straffe van juridische sancties. Zij mogen geen enkele organisatie, beweging, politieke partij, coalitie, politieke alliantie of vereniging, die interne politieke activiteiten ontwikkelt in Nicaragua, financieel steunen noch de financiering ervan promoten. In het geval van natuurlijke personen, mogen deze [personen aangemerkt als buitenlandse agent] ook geen publieke ambtenaren of werknemers zijn, noch zich kandidaat stellen voor een openbaar ambt. Deze belemmering eindigt een jaar nadat de competente autoriteit de terugtrekking uit het Register van Buitenlandse Agenten bevestigd heeft, hetgeen zal gebeuren wanneer de competente autoriteit effectief en op gedocumenteerde wijze heeft erkend dat de persoon geen buitenlandse agent meer is. Het presenteren van valse documenten of bewijs is voldoende oorzaak om administratieve en strafrechtelijke verantwoordelijkheden op te lopen, die door de respectievelijke instantie bepaald zullen worden.’ De bedoeling is dat op deze manier geen enkele financiële of materiële steun vanuit het buitenland zo nog bij oppositionele groepen aan kan komen. Daniel Ortega en Rosario Murillo vegen met deze wet het speelveld tenminste tot aan de verkiezingen van november 2021 nog verder schoon van alle ‘vervelende’ elementen die de voortzetting van hun regime bedreigen. Hoewel het niet vreemd is een wet in het leven te roepen die buitenlandse inmenging in binnenlandse politiek, vooral op financieel gebied, aan banden te legt – daar bestaan immers ook in Europa kaders voor – is het overduidelijk, zowel in de bewoording van de wet als in haar beoogde uitvoering, dat de wet is gericht op de oppositionele groepen, organisaties, bewegingen en personen. Ongetwijfeld zullen FSLN-loyale organisaties zich geen zorgen hoeven maken over het Register en zullen ook de geldstromen die het FSLN vanuit het buitenland ontvangt niet aan banden gelegd worden. Daarmee is deze wet niet een wet voor alle Nicaraguanen, Nicaraguaanse partijen en organisaties, maar enkel voor degenen die zich tegen het regime uitspreken.

Intimidatie aan het adres van feministes

Dit was maar al te duidelijk met de vooraankondiging van de wet, die gepaard ging met dreigementen en de belegering van het kantoor van de bekende feministische vrouwenbeweging ‘Maria Elena Cuadra’ (MEC) door de politie. Sandra Ramos, administratrice van deze organisatie en tevens lid van de Alianza Civica, keurde deze actie in felle bewoordingen af: ‘dit is vanwege die wet die jullie door willen voeren […] maar MEC is meer dan dit kantoor, MEC zijn alle vrouwen waar wij mee vechten! […] Jullie willen me vastzetten, maar ik ben niet bang van jullie – ik ken jullie al te goed,’ zei ze, refererend aan de tijd dat zij MEC oprichtte nadat ze door haar toenmalige partijgenoten uit de CST (Central Sandinista de Trabajadores) werd gezet. MEC zet zich al maandenlang actief in voor de slachtoffers van de repressie, waaronder familieleden van politieke gevangenen, die van MEC psychologische hulp krijgen en het kantoor mogen gebruiken om te vergaderen. Tientallen organisaties zoals MEC, die zich al jarenlang inzetten voor de bevolking maar ook politiek actief zijn, zijn precies de soort organisaties (en personen) waar deze wet zich tegen richt.

Met aantijgingen van ‘cybercriminaliteit’ de oppositie monddood maken 

 

- Wetsvoorstel gepresenteerd: 28 september. Evenals de wet ‘regulatie buitenlandse agenten’ werd dit wetsvoorstel werd gedaan door 66 Sandinistische parlementariers, waarmee een kamermeerderheid al verzekerd is.

- De wet werd op 27 oktober aangenomen, met 70 stemmen voor, 16 tegen en 4 onthoudingen Lees hier het volledige wetsvoorstel (Spaanstalig). - Binnenkort zal de wet in de staatskrant La Gaceta gepubliceerd worden en daarmee officieel van kracht worden. Het wetsvoorstel tegen cybercriminaliteit (Ley Especial del Ciberdelito) houdt Nicaraguanen misschien nog wel meer bezig dan de wet ‘buitenlandse agenten’, want hoewel relatief weinig Nicaraguanen daadwerkelijk te maken hebben met geldstromen uit het buitenland, zit vrijwel iedere Nicaraguaan op social media. Het houdt zelfs de Nicaraguaanse diaspora bezig, omdat de wet ook het vizier op het buitenland opent. Inmiddels al bekend als de Poetin of Muilkorf-wet, criminaliseert dit wetsvoorstel digitale acties (zoals hacken) maar ook virtuele uitingen die online ‘tegen de nationale soevereiniteit en zekerheid’ ingaan. Hoewel de wet zich beroept op internationale wetgeving tegen cyber misdrijven (zoals hacken en online fraude) beoogt de wet middels een waslijst van verschillende soorten ‘cyber misdrijven’ gevangenisstraffen van 1 tot 10 jaar op te leggen aan mensen en/of leden van organisaties, die zich schuldig maken aan ‘het verspreiden van haat’, ‘opruiing’ of ‘fake news’. Deze straffen kunnen uitgebreid worden door de verbinding met de anti-terrorisme wet. Uiteraard is het regime zelf de aanklager en rechter van wat onder ‘opruiende berichten’ en ‘fake news’ begrepen wordt. Deze wet is vooral gericht op de controle en volgen van social media en de onafhankelijke pers, betoogt het Latijns-Amerikaanse platform voor mensenrechten en technologie. De wet is namelijk in dusdanig brede en vage termen geschreven dat het duidelijk als juridisch wapen tegen de vrijheid van meningsuiting en politieke participatie gebruikt kan worden (tegen Nicaraguaans grondwetsartikel 30 in). De wet biedt instrumenten aan de betreffende instanties om telefoons te tappen, computers te hacken en social media netwerken te controlleren. Hiervoor wordt een nauwe samenwerking met Telcor (de beheerder van het Nicaraguaanse telecommunicatie netwerk) beoogt. De wet geeft echter niet precies aan voor welke misdrijven toestemming voor politieonderzoek door de rechter goedgekeurd moet worden en ook niet wanneer mensen op de hoogte gesteld moeten worden van de inbreuk die deze middelen doen op hun privacy. Zorgwekkend is vooral dat de wet exorbitant hoge straffen op wil leggen voor zaken die onder de persvrijheid en vrijheid van meningsuiting vallen, in andere woorden: ze legt zowel de pers als de burger censuur op. Wanneer het regime beslist dat bepaalde informatie vals of vervormd is en een bepaald deel van de bevolking (hoe klein ook) alarmeert, kunnen bijvoorbeeld de journalist die het artikel geschreven heeft alsmede de mensen die dat bericht verspreiden onder deze nieuwe wet vervolgd worden. De onafhankelijke pers heeft zich daarom luid en duidelijk tegen de implementatie van deze ‘muilkorf-wet’ uitgesproken. Het is al voorgevallen dat Rosario Murillo beweerde dat de beelden van de zogeheten ‘expres-begrafenissen’ die wegens Covid-19 in het land plaatsvinden, uit andere landen afkomstig zijn. Met deze wet zullen journalisten (en gewone burgers), die online anders beweren, vastgezet kunnen worden. Zo probeert het regime haar hegemonie over het publieke discours te herstellen.  Dat de onafhankelijke pers zich ernstige zorgen maakt over deze wet is gezien het recente track record van deze regering geen wonder. In 2018 werden de directeur en perschef van het televisiekanaal 100% Noticias – Miguel Mora en Lucia Pineda – vastgezet en belast met het promoten van ‘terrorisme’. Het hele televisiekanaal, inclusief apparatuur, werd door de politie bezet en in beslag genomen, sindsdien opereren zij enkel nog online. Ook Carlos Fernando Chamorro, zoon van La Prensa-oprichter Pedro Joaquin Chamorro, werd niet gespaard. Hij en zijn redactie moesten na de bezetting van de kantoren van Confidencial uitwijken naar Costa Rica. Hoewel Mora en Pineda onder de amnestiewet vrijgelaten zijn en Chamorro inmiddels teruggekeerd is naar Nicaragua, staat het vizier op hen open en worden ook onafhankelijke journalisten van andere platforms regelmatig belaagd. Maar naast de journalisten maakt ook de gewone bevolking zich zorgen. In hoeverre zal de politie straks toegang kunnen krijgen tot alles wat zij op hun social media posten? Waar liggen de grenzen van het strafbare en hoe waarschijnlijk is het dat gewone burgers vervolgd zullen beginnen te worden voor uitingen op social media? Er is al een rechtszaak gestart tegen een tiener die op TikTok anti-regeringsclipjes plaatste  De wet heeft het bovendien zelfs over de uitlevering van ‘cybercriminelen’ die in het buitenland acties tegen Nicaraguaanse burgers en/of overheidssites plegen (zoals de cyberaanvallen die ze van hackerscollectief Anonymous te verduren hebben gehad). De bewoording van het wetsvoorstel laat voldoende ruimte voor de criminalisering van onafhankelijke journalisten en politiek activisme vanuit het buitenland, dwz vanuit de Nicaraguaanse diaspora – reden genoeg voor journalisten in ballingschap om voor de Nicaraguaanse ambassade in Costa Rica tegen de wet te ddemonstreren. Of landen die Nicaraguaanse vluchtelingen en ballingen hebben ontvangen gehoor zullen geven aan de vraag tot uitlevering is natuurlijk een andere vraag, maar misschien wordt het toch oppassen met het delen van anti-regeringsberichten op social media als je van plan bent om binnenkort op vakantie te gaan naar Nicaragua – de tijd zal uitwijzen hoe zwaar hierop gescreend gaat worden en of er boetes, uitzettingen of andere strafrechtelijke gevolgen aan cyberactivisme vanuit het buitenland verbonden zullen worden.

Ten slotte: Grondwetswijziging voor levenslange gevangenisstraffen

Als kers op de taart, opperde het regime halfseptember een grondwetswijziging door te willen voeren om levenslange gevangenisstraffen voor zogeheten ‘haatmisdrijven’ mogelijk te maken. Op dit moment is de maximale gevangenisstraf in Nicaragua 30 jaar. Het lijkt er hierbij vooral op dat het regime zich wil voorbereiden op mogelijk oplaaien van geweld rondom de verkiezingen van 2021. Met deze wet zullen zij een nieuwe stok hebben om demonstranten mee te slaan. Hoogstwaarschijnlijk zullen met de invoering van levenslange gevangenisstraffen de strafmaten voor verschillende misdrijven omhoog gaan – vooral die voor geweldpleging, moord en terrorisme. Inmiddels heeft Ortega een commissie samengesteld die zich zal buigen over de grondwetswijziging om levenslange gevangenisstraffen mogelijk te maken. Ondanks de internationale veroordelingen, luidt dit idee samen met de wet buitenlandse agenten en cybercriminaliteit, een pakket juridische maatregelen een periode van hernieuwde, verharde onderdrukking in. Die onderdrukking is misschien niet zozeer op straat te zien, maar vooral online en administratief. Het is daarom extra belangrijk om aan de grond een vinger aan de pols te houden. Dit artikel is overgenomen van de Nica Nieuwsbrief # 26.  de nieuwsbrief van de Steungroep Nicaragua. U kunt hier de hele nieuwsbrief lezen, een abonnement nemen en oude nummers teruglezen.  

Soort artikel

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop