Economie is voor heel veel mensen een ‘ver van mijn bed show’. We worden allemaal dagelijks geconfronteerd met de economische realiteit en de gevolgen van het economisch beleid, maar de discussie daarover wordt gevoerd in een voor de meeste mensen onbegrijpelijk jargon en de deskundigen die in het debat aan het woord komen – economen, beleidsmakers en politici – hanteren vrijwel allemaal dezelfde onuitgesproken vooronderstelling met name over de zegenrijke werking van ‘de markt’. Daar komt bij dat de overgrote meerderheid van deze ‘deskundigen’, belang hebben bij een bepaalde voorstelling van zaken. Zowel de vertegenwoordigers van de grote multinationale bedrijven en vooral de financiële instellingen, als de beleidsmakers en de meeste politici zijn erop uit, en hebben er belang bij, om het vertrouwen in ‘de economie’, niet te schaden.
Tijdens de afgelopen campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen zagen we dat in optima forma. ‘De crisis’ is voorbij, Nederland zit weer op het goede spoor. Weliswaar profiteert (nog) niet iedereen van het herstel, maar dat zal weldra het geval zijn, als u tenminste op onze partij stemt. Volgens de regeringspartijen VVD en PvdA was dat economische herstel aan hun beleid te danken, volgens anderen heeft het rigide bezuinigingsbeleid van de kabinetten-Rutte dat herstel juist vertraagd.
Maar op basis van de verkiezingsprogramma’s kon het Centraal Planbureau tot twee cijfers achter de komma berekenen wat de voorstellen van de verschillende partijen voor diverse bevolkingsgroepen voor effect zullen hebben, niet alleen op de korte, maar ook op de langere termijn. En partijen die niet aan het doorreken-circus van het CPB mee wensten – of konden – doen, waren ongeloofwaardig en deden loze beloftes. Maar dat beeld van de crisis die achter ons ligt, klopt niet. Er is momenteel sprake van een geringe opleving van de economie, maar dat betekent niet dat de crisis achter ons ligt of dat die opleving lang door zal zetten. Nederland is geen eiland. De Nederlandse economie is zeer nauw verweven met de wereldeconomie. Om een beeld te krijgen van de ontwikkelingen in de toekomst moeten we dus vooral kijken naar de wereldeconomie, naar de achterliggende ontwikkelingen en verschuivingen daarin. Dat is wat de schrijvers van de tekst in deze brochure hebben gedaan.
Het beeld dat daaruit naar voren komt is heel wat minder rooskleurig. De crisis die in 2008 begon met de hypotheekcrisis in de VS en snel oversloeg naar vrijwel de hele wereld was de diepste sinds de Tweede Wereldoorlog. Om de ineenstorting van het financiële systeem te 1 voorkomen en de crisis te bezweren, werden er door overheden ongekende hoeveelheden geld in de economie gepompt. Daarmee werd een ‘meltdown’ voorkomen en de effecten van de crisis afgezwakt. Maar omdat er structureel niets veranderd is aan het functioneren van de wereldeconomie hebben die maatregelen niet geleid tot een werkelijke opleving van de wereldeconomie, maar werd wel de basis gelegd voor een nieuwe crisis, die nog veel ernstiger zou kunnen zijn. Dat is kort samengevat de conclusie van de analyse.
Als een nieuwe crisis toeslaat – en niemand kan natuurlijk precies voorspellen hoe en wanneer dat het geval is – dan kunnen ook de minutieuze doorrekeningen van het CPB de prullenmand in. Net zoals de voorspelling van het CPB uit 2008 van een economische groei in Nederland van 1,25 procent in 2009 na het door het CPB en andere deskundigen niet voorziene overslaan van de crisis uit de VS die leidde tot een krimp van 4 procent.
De schrijvers van de in deze brochure gepubliceerde analyse beperken zich tot de economische ontwikkeling in de wereld. Ze gaan niet in op de nog veel belangrijkere en bedreigendere ecologische crisis. Daarvoor verwijzen we naar de gelijktijdig met deze brochure gepubliceerde brochure ’Kapitalisme, ecologie, ecosocialisme’.
De brochure is hier te bestellen en te downloaden.
Reactie toevoegen