Direct na het bekendmaken van de sterk betwiste verkiezingsuitslag ontving Daniel Ortega felicitaties van de Russische president Vladimir Putin en de Noord Koreaanse dictator Kim Jong Un. Enigszins vertraagd, maar daarom niet minder gemeend, waren de gelukwensen uit Teheran van de opperste leider ayatollah Ali Khamenei.
Maar de verontwaardigde reacties uit andere delen van de wereld op de frauduleuze verkiezingen van 7 november lieten ook niet lang op zich wachten. De Europese Unie kwam een dag later al met een stevige verklaring: ‘De verkiezingen van 7 november in Nicaragua zijn gehouden zonder democratische waarborgen en de uitslag ervan is niet legitiem. Daniel Ortega heeft alle geloofwaardige electorale concurrentie uitgeschakeld en heeft het Nicaraguaanse volk zo het recht ontnomen om vrij zijn vertegenwoordigers te kiezen. De integriteit van het verkiezingsproces is ondermijnd door de stelselmatige opsluiting van en de pesterijen en intimidatie tegen presidentskandidaten, oppositieleiders, studenten- en boerenleiders, journalisten, mensenrechten verdedigers en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven.
Ferme taal vanuit de Europese Unie waar snelle, duidelijke uitspraken niet bepaald aan de orde van de dag zijn. Europa doet verder opnieuw een oproep aan het ‘autocratische regime’ van Ortega om de politieke gevangenen vrij te laten en de soevereiniteit van het land terug te geven aan de rechtmatige eigenaar, de bevolking. Bovendien gaan de 27 landen van de EU zich beraden over sancties en aanvullende maatregelen, die verder gaan dan de individuele beperkingen die nu al gelden voor 14 hoge Nicaraguaanse functionarissen (waaronder zoon Juan Carlos Ortega, vice-president Rosario Murillo en adviseur Bayardo Arce).
Een helder standpunt van de EU, maar de vraag is of het regime in Managua zich hierover grote zorgen maakt. Waarschijnlijk niet, omdat de betrekkingen met de Europese landen nu eenmaal weinig invloed hebben op de situatie in Nicaragua en de rest van Midden-Amerika. De harde reactie vanuit Washington zal Ortega en de zijnen meer zorgen baren.
Ruim een week na de verkiezingen tekende de Amerikaanse president Joe Biden een decreet waarbij president Daniel Ortega en vicepresident Rosario Murillo en hun directe entourage een inreisverbod krijgen opgelegd. Maar ook andere hooggeplaatste overheidsmedewerkers zoals ministers, politieke adviseurs, burgemeesters, leden van de veiligheidsdienst, militairen, hogere rechters, inclusief hun echtgenoten, kinderen en directe verwanten, zijn niet meer welkom in de Verenigde Staten.
Het inreisverbod van Biden volgt op sancties die de Amerikanen, Canada en Groot-Brittannië een paar dagen eerder oplegden aan Ortega, Murillo en een aantal ministers. Daarbij worden bankrekeningen en andere buitenlandse tegoeden bevroren en wordt handel met deze personen verboden. Zelfs Zwitserland breidde in de aanloop naar de verkiezingen haar sanctielijst uit. Het is opvallend dat de reactie van president Biden ten opzichte van Nicaragua op dit moment een stuk harder is dan onder zijn voorganger Donald Trump. Het repressieve regime van Ortega, het ondermijnen van de rechtsstaat, de corruptie en het geweld tegen burgers wordt in verklaringen van de Amerikaanse regering aangeduid als een ‘buitengewone bedreiging voor de nationale veiligheid en het buitenlands beleid van de Verenigde Staten’.
De maatregelen van Biden volgen op een wet die op 2 november werd aangenomen door de Amerikaanse senaat en de naam meekreeg: RENACER act (Reinforcing Nicaragua’s Adherence to Conditions for Electoral Reform). Deze Amerikaanse wet stelt nieuwe initiatieven voor om de corruptie van de regering van Ortega en zijn directe familie stevig aan te pakken net als de mensenrechten schendingen door de Nicaraguaanse veiligheidsdiensten.
Een belangrijk onderdeel van de wet is de opdracht aan de regering Biden om de deelname van Nicaragua aan het Midden-Amerikaanse vrijhandelsverdrag CAFTA te heroverwegen. Het is duidelijk dat uitsluiting of opschorting van deelname aan het vrijhandelsverdrag Nicaragua grote economische schade zal toebrengen, import en export van goederen wordt dan flink duurder. Bovendien vraagt de Amerikaanse senaat om de leningen aan Nicaragua door internationale financiële instellingen onder de loep te nemen. Verder vraagt de wet om meer toezicht op mogelijke activiteit van Russische adviseurs in Nicaragua en eventuele wapenleveranties vanuit Rusland of andere landen.
Al eerder, in December 2018 onder Donald Trump, nam de Amerikaanse regering gelijksoortige wetgeving aan, de zogenaamde NICA Act. Die leidde in eerste instantie tot het bevriezen van tegoeden in de Verenigde Staten van enkele tientallen Nicaraguaanse regeringsfunctionarissen. Maar behalve maatregelen tegen een aantal individuen is de NICA act niet of nauwelijks uitgevoerd. Er zijn geen handelsbeperkingen opgelegd en Nicaragua is nooit uitgesloten van kredietvoorzieningen van internationale organisaties. Volgens cijfers van deze instellingen ontving Nicaragua van 2017 tot 2021 van de BCIE, de Centraal Amerikaanse Bank voor Economische Integratie, maar liefst 2,2 miljard dollar aan steun. En in het boekjaar 2020 en 2021 stroomden er nog enkele honderden miljoenen dollars aan kredieten van de IDB (de Inter-Amerikaanse Ontwikkelings Bank), de Wereldbank en het IMF (het Internationale Monetaire Fonds) naar Nicaragua. Daar lijkt nu verandering in te komen en van het mogelijke afsnijden van die kredietlijnen zal het regime in Managua wel degelijk wakker liggen.
De grootste domper voor Ortega is ongetwijfeld de opstelling van de OAS, de Organisatie van Amerikaanse Staten. Tot aan de verkiezingen was deze organisatie nog voorzichtig met het oordeel over de ontwikkelingen in Nicaragua, mede doordat belangrijke landen Argentinië en Mexico weigerden stelling te nemen tegen Ortega. Maar met de frauduleuze verkiezingen van 7 november bleek de maat vol. Met 25 stemmen voor, 7 onthoudingen (onder andere Mexico en Honduras) en 1 tegenstem van Nicaragua zelf, werd een scherpe veroordeling van de verkiezingsuitslag aangenomen. ‘No fueron ni libres ni justas ni transparentes y no tienen legitimidad democrática’ (ze waren noch vrij, noch eerlijk, noch transparant en hebben geen democratische legitimiteit), concludeerde de Algemene Vergadering van OAS.
In een ultimatum dat op 30 november afloopt, wordt Daniel Ortega opgeroepen om de democratische grondrechten te herstellen en alle 175 politieke gevangenen, inclusief de 7 presidentskandidaten, vrij te laten. Let wel, het is een oproep, nog geen besluit over uitsluiting of opschorting van het lidmaatschap van Nicaragua, dat is mogelijk de volgende stap.
Maar de woede - of is het de schrik? - bij de Nicaraguaanse regering over deze opstelling van de OAS is zo groot, dat Ortega heeft besloten de vlucht naar voren te nemen. Na de gevangen oppositieleden vlak na de verkiezingen al uit te maken voor hijos de perra de los yanquis imperialistas ('tevenzoons van de imperialistische yankees'), kondigde hij op 19 november aan zelf uit de OAS te stappen. Het door het FSLN gecontroleerde parlement steunt hem daar natuurlijk in. Afgevaardigde Carlos Emilio López bestempelde de OAS als ‘een spreekbuis van de Verenigde Staten, dat dienst doet als een ministerie van de koloniën’. De regering Ortega doet er verder alles aan om duidelijk te maken dat werkelijk iedereen het eens is met dit besluit - een andere mening is natuurlijk niet mogelijk. Zelfs het hogere gerechtshof (Corte Suprema de Justicia) zegt de uittreding te steunen.
Een vrijwillige uittreding uit de OAS klinkt weliswaar heel stoer en doortastend maar komt volgens artikel 143 van het handvest van de organisatie neer op een proces van twee jaar. Dus bij vrijwillige uittreding is Nicaragua nog steeds lid tot november 2023 en hoort zich tot die tijd aan alle richtlijnen en voorzieningen van de organisatie te houden.
Wat ondertussen als een heel reële mogelijkheid blijft bestaan, is dat de OAS via een speciale Algemene Vergadering het besluit neemt om Nicaragua te schorsen. Op basis van artikel 20 en 21 van de Carta Democrática Interamericana kan men dat besluit nemen als tenminste 24 van 34 lidstaten tot de conclusie komen dat de democratische rechtsorde in Nicaragua is opgehouden te bestaan. Zo’n schorsing treedt onmiddellijk in werking waarmee dan ook de toegang van Nicaragua tot de inter-Amerikaanse banken wordt afgesloten.
Er was enige hoop dat de toon van Daniel Ortega na de verkiezingen milder zou zijn, dat hij misschien uit zou zijn op een vorm van verzoening met de oppositie, misschien zelfs bereid zou zijn de politieke gevangenen vrij te laten. Niets blijkt minder waar. De toon is hard en de confrontatie met de internationale gemeenschap heftig. Het lijkt erop dat het duo Ortega/Murillo in ieder geval tijd probeert te winnen tot de formele presidentiële inauguratie in januari 2022. Misschien hopen zij op een nieuwe internationale crisis of een crisis in de regio die de aandacht van Nicaragua af zal leiden. Ze isoleren zich nu van de rest van de wereld, maar tegelijkertijd is de economische situatie van Nicaragua zo slecht, dat ze zich eigenlijk die luxe niet kunnen permitteren. Want het gevolg is ongetwijfeld: economische offers voor een groot deel van de bevolking. En de grote vraag is, of de Nicaraguaanse bevolking daartoe bereid is.
Dit artikel is overgenomen uit Nicanieuws # 32. Voor de hele nieuwsbrief, abonneren op deze nieuwsbrief of vorige edities teruglezen? Klik dan hier!
Reactie toevoegen