Spanje: de verkiezingstactiek van Sanchez is mislukt, omdat extreemrechts grote winst boekt

Sanchez, de leider van de centrumlinkse PSOE (Socialistische Arbeiderspartij van Spanje), dacht dat het opgeven van zijn pogingen om een nieuwe coalitieregering te vormen na de algemene verkiezingen in april en het gokken op een nieuwe coalitieregering twee dingen zou opleveren. Het zou de rechtse partijen verzwakken en zijn linkse concurrent Unidad Podemos (UP) in de vergetelheid doen raken. Een korte periode na april had hij het idee geopperd om de UP in een samenwerkingsverband met een nieuwe regering op te nemen, maar hij had het idee vervolgens onder druk van de gematigde vleugel van zijn partij en de Catalaanse crisis weer afgeblazen. Zijn actie mislukte. De PSOE verloor ongeveer 800.000 stemmen en kwam 3 zetels lager uit. Podemos verloor ook terrein, ongeveer 700.000 stemmen en ging van 42 naar 35 zetels, maar werd niet compleet van het  politieke toneel geveegd.

In plaats van rechts te breken, was er een herstel van de centrumrechtse Partido Popular (PP), die van 66 naar 88 zetels ging, en een enorme doorbraak voor de extreemrechtse Vox (Stem) partij die haar zetelaantal meer dan verdubbelde van 24 naar 52 zetels en de UP-score met 15% van de stemmen overtrof. Vox zal nu meer dan een miljoen euro aan overheidsfinanciering ontvangen, wat zal bijdragen aan de stabilisering van deze nieuwe partij. Veel van haar parlementsleden en kaderleden komen uit de crisis in de PP. Dit zijn mensen die echt nostalgisch zijn over het Franco-tijdperk. Hun verkiezingscampagne richtte zich op de dreiging van de Catalaanse onafhankelijkheid en het racistische tot zondebok maken van jonge migranten voor de toename van verkrachtingen en criminaliteit. Het was geen verrassing dat de Italiaanse Salvini, die hetzelfde liedje zingt, Vox als een van de eersten feliciteerde.

Tegelijkertijd wonnen de Catalaanse onafhankelijkheidspartijen, ondanks een  repressief offensief van de Spaanse staat, voor het eerst een duidelijke meerderheid en veroverde de radicaal linkse onafhankelijkheidsgroep CUP twee zetels. Dit zijn twee antikapitalistische parlementsleden en ze zouden een rol kunnen spelen bij het leggen van verbanden tussen de onafhankelijkheidsstrijd en de strijd van de arbeidersklasse in de rest van de Spaanse staat, wat de zwakte van de traditionele onafhankelijkheidspartijen is. In Baskenland is er geen PP-parlementslid meer over en de meer radicale Bildu Baskische partij heeft een extra zetel gekregen.

Ciudadanos (Burgerpartij), de hoop voor de toekomst van een paar van de belangrijkste sectoren van het bedrijfsleven, leed een complete nederlaag. Deze stroming zou de moderne, bedrijfsvriendelijke, anti-corrupte centrumrechtse vervanger voor de PP moeten zijn, maar implodeerde van 57 zetels in april naar 10 zetels. Toen de partij van een valse 'middenpositie’ afweek door het anti-Catalaanse offensief toe te juichen en allianties met de PSOE uit te sluiten, werd haar stem op spectaculaire wijze weggegeten door de PP en Vox.

Over het geheel genomen zien we dus een sterke achteruitgang van linkse krachten als geheel, een versterking van de onafhankelijkheidskrachten en een aanzienlijke hergroepering van rechts met een nieuwe verhouding van 25 % PP tot 15 % Vox. In het algemeen wijst het op een nieuwe fase van politieke instabiliteit in de Spaanse staat en een herbevestiging van wat wij  de verschuiving naar rechts in de internationale politieke situatie hebben genoemd. De versnippering en de crisis van de belangrijkste partijen in heel Europa is een gevolg van de diepe economische crisis van 2008, waardoor de mogelijkheden voor concessies aan werknemers op het vlak van lonen en sociale uitgaven zeer beperkt zijn geworden omdat het kapitaal na de bankencrisis zijn winstgevendheid moest herstellen en zich moest reorganiseren. In de Spaanse staat wordt de situatie natuurlijk nog verergerd door de aanhoudende crisis van de grondwettelijke regelingen die in 1978 aan het einde van het Franco-regime in het leven zijn geroepen.

Podemos heeft stemmen aan haar afsplitsing verloren, de nieuwe formatie Mas Pais (Meer Ons Land), geleid door Errejon, een voormalige leider van Podemos. Hij had zich aangesloten bij Manuela Carmena, die ooit de progressieve burgemeester van Madrid was  en die er bij de recente gemeenteraadsverkiezingen al in geslaagd was de hoofdstad weer te verliezen. De nieuwe groep heeft het nu minder goed gedaan dan verwacht en met iets meer dan 2 % drie parlementsleden gehaald. Persoonlijke ego’s speelden een rol bij de scheuring, maar Errejon is ook een veel grotere voorstander van de Laclau/Mouffe theorieën van het linkspopulisme, gericht op een soort nationale volkshegemonie die links noch rechts is. Als deze verkiezingen iets laten zien, dan is het wel hoe zo'n ideologie in botsing komt met de concrete realiteit van verschillende naties binnen de Spaanse staat, en hoe extreemrechts eigenlijk een oppervlakkiger 'populistisch' en reactionair idee van een Spaanse natie kan verwoorden. Zijn stroming kreeg waarschijnlijk toch wel stemmen van Podemos. Maar is het moeilijk om een toekomst voor de lange termijn voor zo'n groep te zien, de politieke ruimte is er gewoon niet voor.

Als we naar de cijfers kijken, kunnen links noch rechts een coalitieregering vormen. De PSOE zou de volksfrontkaart kunnen spelen om een coalitie als verdediging tegen de opkomst van extreemrechts te omlijsten. Het is mogelijk dat de PSOE de 'coalitie' die Rajoy en zijn PP-regering in een motie van wantrouwen van de hand wees, zal proberen te doen herrijzen. Maar die bestond uit de PSOE, UP en een groot aantal onafhankelijkheidspartijen. Gezien de vastberadenheid van Sanchez bij het verdedigen van de grondwet en het handhaven van de repressieve maatregelen tegen de Catalaanse beweging en haar leiders, die nog steeds een gevangenisstraf van tien jaar uitzitten, is het moeilijk in te zien hoe gemakkelijk het zal zijn om die eenheid te herstellen. Op dit moment is het officiële standpunt dat de PSOE mordicus tegen elke overeenkomst of regeling met de PP is - hoewel ze historisch gezien met rechts hebben samengewerkt, zowel tijdens de overgang van het Francisme als meer recentelijk, toen ze de vorming van een regering van Rajoy toestonden door zich te onthouden van stemming. In ieder geval zou zo'n deal Podemos een enorme impuls geven, omdat Podemos de PSOE van links zou kunnen uitdagen en de PP zou zeer terughoudend zijn met betrekking tot samenwerking, aangezien Vox in haar nek hijgt. Een andere factor waar de PSOE rekening mee moet houden, is de mogelijkheid dat Ciudadanos, gezien het complete debacle, na het terugtreden van Rivera een nieuwe leider zal kiezen, waardoor de partij in een gunstiger positie komt voor een coalitie. Hoewel de schamele tien parlementsleden en de te verwachten vijandigheid van Podemos tegen een dergelijke overeenkomst dit minder waarschijnlijk maakt.

Er zou een politieke oplossing voor de crisis kunnen worden gevonden als een PSOE-regering duidelijke anti-bezuinigingsmaatregelen zou nemen, de ergste repressieve wetten zou intrekken en het recht van het Catalaanse volk om in een referendum te stemmen over onafhankelijkheid zou aanvaarden. Podemos was voorstander van een dergelijke aanpak en is zelfs met haar verlies nog steeds de vierde politieke kracht. In de voorgaande periode heeft ze er echter alles aan gedaan om Sanchez zover te krijgen dat ze een aantal ministeries krijgt in plaats van duidelijk te zijn over de programmatische rode lijnen die ze in de onderhandelingen verdedigt. Je moet een duidelijk politiek alternatief hebben als je als politieke stroming wilt overleven of zelfs om  een competente onderhandelaar te zijn. Deze gematigder lijn staat tegenover het project van Podemos bij de oprichting als een kracht voor constitutionele verandering en het ontmantelen van het regime van 1978. Tegelijkertijd zien we dat Podemos  een zeer verticale structuur heeft gekregen en een grote teruggang in de activiteit van de lokale afdelingen. Er is geen enkele reden waarom Podemos niet voor een analoge benadering als het Portugese Linkse Blok zou kunnen kiezen, dat de sociaal-democraten toestaat om te regeren, maar alleen maatregelen voorstelt en steunt in het belang van de werkende bevolking. Het Linkse Blok weigert ministersposten in te nemen omdat dit haar vermogen zou beperken om campagne te voeren tegen het regeringsbeleid waar ze het niet mee eens is.

Elke oplossing, of de PSOE nu naar links en de gematigde onafhankelijkheidspartijen kijkt, of naar een eventuele 'coalitie' met de PP, zal waarschijnlijk uiterst moeilijk en kortstondig zijn. Dit is des te meer het geval als je de steeds moeilijkere economische situatie in de Spaanse staat in ogenschouw neemt.

Dit artikel verscheen op Socialist Resistance. Nederlandse vertaling redactie Grenzeloos.

Dit artikel is geschreven voordat de PSOE en Podemos op 12 november bekend maakten dat ze een principe akkoord gesloten hebben.

Dossier
Soort artikel

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop