De noodzaak van een radicaal alternatief: steun De Socialisten en BIJ1

We leven in gevaarlijke tijden. Covid eist wereldwijd ontelbare slachtoffers en de oorlog in Oekraïne duurt voort. Op de achtergrond bedreigt de klimaatcrisis het leven van miljoenen mensen. Deze crises vragen om radicale antwoorden en nieuwe organisaties.

Want hoe verschillend deze rampen ook zijn, ze hebben een gemeenschappelijke noemer. Ze zijn een gevolg van het kapitalisme, een systeem dat alles ondergeschikt maakt aan de winsthonger van het kapitaal en niet kan zonder wedijver tussen de aan haar onderhorige staten. De enige manier waarop het kapitalisme met crises als klimaatverandering om kan gaan is door ze voor zich uit te schuiven en daarmee ernstiger te maken.

Deze crises zijn het gevolg van menselijk handelen, van structuren en machtsverhoudingen die door mensen zijn gecreëerd en die daarom ook door mensen kunnen worden afgebroken en vervangen. Maar dit vraagt inspanning en organisatie. Nodig zijn strijdbare bewegingen die zich inzetten voor de belangen van de overgrote meerderheid en niet bang zijn voor de macht van het kapitaal. Het vraagt ook om socialistische organisaties die deze strijd steunen, de leugens en valstrikken van rechts aan de kaak stellen en perspectieven uitdragen. Het deelnemen aan verkiezingen en in verkiezingscampagnes uitdragen van linkse standpunten is daar een deel van.

Voor links bieden de gemeenteraadsverkiezingen wat dit betreft een gemengd beeld, maar er zijn enkele tekens die hoopvol stemmen. Het beste nieuws is het succes van het antikapitalistische BIJ1:  in Amsterdam won de partij twee zetels erbij, in Rotterdam en Almere kwam ze in de raad met twee zetels en in Utrecht met een zetel. In Amsterdam, Utrecht en Rotterdam wisten de nieuwe groepen die landelijk deel uitmaken van De Socialisten helaas geen zetels te winnen. Dit initiatief staat echter nog in de kinderschoenen.

De komende periode zullen actie en samenwerking in sociale bewegingen centraal moeten staan. Daarnaast is het noodzakelijk dat activisten uit verschillende delen van radicaal links met elkaar in discussie gaan over de opbouw van nieuwe organisaties. Als leden van Grenzeloos willen we daar aan bijdragen en we roepen onze lezers op de opbouw van linkse organisaties als De Socialisten en BIJ1 te ondersteunen. 

De teloorgang van de SP

Bij Grenzeloos hoopten we lange tijd dat de SP een rol zou spelen in het verzamelen en opbouwen van een strijdbaar socialistisch links. We hoopten dat de SP zich van een sektarische, maoïstische groep zou ontwikkelen tot een brede, radicale en democratische partij, waar mensen van verschillende achtergronden en uit verschillende bewegingen zich thuis zouden voelen. Dat was voor ons reden om naast ons werk in verschillende sociale bewegingen ook in te zetten voor de verdere opbouw van de SP.

Een tijd lang leek de ontwikkeling van de SP in die richting te gaan. Maar helaas is het duidelijk geworden dat de partijleiding de steven heeft gewend en dat de SP zich steeds meer profileert als de partij van witte arbeiders, waarvoor alles wat te maken heeft met feminisme, antiracisme, klimaat en milieu, niet meer is dan ‘woke’ gedoe dat afleid van de strijd voor de directe belangen van de (vermeende) achterban. Daarmee komt de SP haaks op nieuwe sociale bewegingen te staan.

Deze ontwikkeling van de SP heeft naar onze mening een viertal oorzaken:

– Een parlementaire gerichtheid, waarbij de leuze ‘geen fractie zonder actie’, steeds meer op straat gaan om iets te bereiken, in de raad is gaan betekenen. 

– Een onbegrip van de klimaatcrisis en de ecologische crisis in bredere zin.

– Een onbegrip van de veranderde samenstelling van de arbeidersklasse en de rol van racisme en seksisme. En daarmee een onbegrip van het belang van de antiracistische en feministische strijd voor de gehele arbeidersklasse.

– Het ondemocratische functioneren van de partij met een zekere minachting voor de eigen leden en hun oordeelsvermogen.

Het is geen verrassing dat de leiding van de SP recent in botsing kwam met de jongeren in de partij, georganiseerd in ROOD. Veel linkse jongeren zijn vanzelfsprekend wel geïnteresseerd in de thema’s die de partij links laat liggen. Omdat de leiding van de SP er niet voor koos om de discussie aan te gaan werd een breuk met ROOD onvermijdelijk. Die breuk had een sneeuwbaleffect omdat leden die de kant van ROOD kozen of enkel serieuze kritiek hadden op het optreden van de partijleiding ook als tegenstanders werden gezien. De SP koos ervoor gemotiveerde, vaak jonge socialisten van zich te vervreemden in de hoop dat als er eenmaal rust in de tent is, de partij weer succes kan boeken. Dit lijkt vooral ingegeven te zijn door wensdenken.

Want de SP sleept zich ondertussen van de ene verkiezingsnederlaag naar de andere en het ledental is sterk gedaald. Terwijl centrum-links zich wist te handhaven, heeft de SP ook bij de afgelopen verkiezingen opnieuw een klap gekregen met een verlies van meer dan 100 zetels. Een deel van deze achteruitgang kan verklaard worden doordat de SP dit jaar in minder gemeentes deelnam. Een gebrek aan activisten speelt de SP, ooit bij uitstek de actie-partij, parten. De partij bevindt zich nu ongeveer op het niveau van 15-20 jaar geleden, maar met het belangrijke verschil dat de curve toen omhoog wees.

In plaats van een evaluatie van wat mis ging en beter kan, geeft de partij-top steeds opnieuw de schuld aan externe factoren en volhardt ze in een koers die zich zonder veel succes oriënteert op een clichématig beeld van ‘de mensen in de wijken’. Het is niet verwonderlijk dat de SP de afgelopen tijd links van haar nieuwe groeperingen heeft zien ontstaan die punten die de partij liet liggen wel hebben opgepakt. Klimaat en milieu zijn belangrijk voor de Partij van de Dieren, antiracisme staat centraal bij BIJ1. De SP is niet de enige linkse partij die het moeilijk heeft, maar het gebrek aan zelfkritiek is verontrustend en maakt de noodzaak van nieuwe organisaties duidelijk.

Nieuw links

Het succes van BIJ1 is goed nieuws voor heel links. Het is een vergissing om BIJ1 te beschouwen als een ‘single issue’ partij, of als een partij voor enkel Zwarte Nederlanders in de grote steden. De BIJ1 strategie om een coalitie van verschillende achtergestelde groepen te bouwen heeft succes opgeleverd. In onder meer Utrecht en Rotterdam slaagde de partij erin de gemeenteraad binnen te treden en in Amsterdam won de partij twee extra zetels. Met slechts een zetel in raad wist de BIJ1 in Amsterdam zich te profileren als een linkse oppositiekracht met principes en zo wortel te schieten.

BIJ1 slaagt erin mensen die normaal gesproken genegeerd worden aan te spreken en een nieuwe generatie politieke activisten naar voren te schuiven. Zo heeft de partij bewezen dat met zichtbaarheid in sociale bewegingen en een radicaal geluid een basis gewonnen kan worden voor verdere opbouw.

De organisaties die in Utrecht, Amsterdam en Rotterdam voornamelijk rond de geroyeerde SP-leden zijn opgebouwd haalden helaas geen zetels. Geheel onverwacht was dit niet. In alle drie de steden ging het om organisaties die in slechts enkele maanden uit de grond gestampt moesten worden en die voor het grote publiek, dat natuurlijk niet de interne ontwikkelingen in de SP erg nauwgezet volgt, nog vrij onbekend zijn. De verschillende groepen moesten het vooral hebben van buitengewoon gemotiveerde linkse stemmers die op zoek zijn naar een radicaal alternatief. Een deel van dit publiek kwam terecht bij BIJ1 dat in deze drie steden wel zetelwinst wist te winnen. Socialisten Utrecht haalde 0,4 procent, Democratisch Socialisten Amsterdam won 0,5 procent en in Rotterdam won Socialisten010 ongeveer één procent van de stemmen. Verspreid over drie steden brachten meer dan 4000 mensen hun stem uit op een nieuw socialistisch initiatief.

De verkiezingscampagnes van de verschillende Socialisten groepen moeten gezien worden als slechts een begin. Gezien de korte tijd die er beschikbaar was, is het indrukwekkend wat er op poten gezet werd. Natuurlijk wordt er niet binnen een paar maanden een electorale concurrent voor de gevestigde linkse partijen opgebouwd. En hoewel de campagne geen zetels opleverde, is de bekendheid van deze initiatieven vergroot en zijn er nieuwe leden gewonnen.

Alhoewel er qua achterban en potentiële leden zeker overlap bestaat tussen BIJ1 en De Socialisten, zijn er ook duidelijke verschillen. De socialistische traditie en een oriëntatie op de arbeidersklasse staan veel meer centraal in de tweede groep, terwijl BIJ1 meer succes heeft in het organiseren en vertegenwoordigen van mensen van kleur in de strijd tegen racisme. De twee groepen zijn natuurlijke bondgenoten in de emancipatiestrijd van achtergestelde groepen, geen concurrenten. In de afgelopen campagne lieten beide zien zich daar bewust van te zijn. In de toekomst zullen de twee nog vaak samen moeten werken, ook met delen van de SP en andere activisten.

Hoe verder? Ten eerste moeten de bestaande organisaties verder uitgebouwd worden. Het gaat er nu om voort te bouwen op het werk van de afgelopen maanden. Ten tweede moet er gezocht worden naar mogelijkheden om samen te werken en sociale bewegingen te versterken.

Als Grenzeloos zijn we erg blij met het succes van BIJ1 en we pogen dit te steunen. Gelet op onze eigen achtergrond en geschiedenis denken we dat we vooral een bijdrage kunnen leveren in De Socialisten. De verkiezingsuitslag betekent beslist niet dat De Socialisten als organisatie geen toekomst heeft, verkiezingen zijn slechts een deel van socialistische politiek. In sociale bewegingen als de protesten rond de woningnood of de klimaatbeweging moeten socialisten niet alleen meebouwen maar ook hun eigen antikapitalistische analyses en oplossingen naar voren schuiven. Er bestaat een hernieuwde belangstelling voor radicale maatschappijkritiek. Marxistische analyses van de verschillende kapitalistische crises zijn noodzaak, maar de infrastructuur om linkse ideeën te ontwikkelen en te verspreiden is grotendeels verdwenen. Voor socialistische doeners en denkers is er dus volop werk te doen. Het streven blijft immers om de wereld niet enkel te interpreteren, maar ook om deze te veranderen.

Soort artikel
Reactie van:

Peter Koelman

zo, 04/03/2022 - 11:55

Citaat :"(...) de veranderde samenstelling van de arbeidersklasse en de rol van racisme en seksisme."
Opmerking: Dat het vernietigende effect van uitsluiting belangrijk is en dat er weerstand geboden is, is inderdaad lang niet gezien, maar een verandering in de samenstelling van de groep loonslaven zonder ondergeschikten in productie, vervoer, administratie en dienstverlening verdient nadere toelichting.

Reactie van:

Grenzeloos

ma, 04/04/2022 - 15:12

Beste Peter Koelman. Met de inderdaad misschien wat cryptische zinnen: “Een onbegrip van de veranderde samenstelling van de arbeidersklasse en de rol van racisme en seksisme. En daarmee een onbegrip van het belang van de antiracistische en feministische strijd voor de gehele arbeidersklasse.” bedoelen wij min of meer het volgende:

Tot ongeveer de 50 er en 60 er jaren van de vorige eeuw bestond de Nederlandse arbeidersklasse voor een heel groot deel uit witte manlijke kostwinners met een vaste baan, en bij voorkeur een baan voor het leven. Deze arbeiders in de industrie, de bouw, het transport en in afnemende mate de landbouw vormden de kern van zowel de vakbeweging als van de traditionele arbeiderspartijen de PvdA en de CPN.

In de afgelopen decennia heeft daar een enorme verandering in plaats gevonden. Belangrijke industrietakken verdwenen geheel of voor een groot deel (de scheepswerven in Amsterdam en de regio Rotterdam, de textiel industrie in Twente, de strokarton in Oost Groningen enz.) Het aantal buitenshuis werkende vrouwen nam gestaag toe, evenals het aantal alleen staande vrouwen met kinderen. Er was een toestroom van arbeidskrachten met een niet Nederlandse achtergrond en mensen van kleur (mensen uit de voormalige Nederlandse koloniën, arbeidsmigranten in de 60 en 70 er jaren en vervolgens hun kinderen en kleinkinderen, vluchtelingen, kennismigranten enz.)

De emancipatiestrijd leidde er toe dat lesbo’s en homo’s veel meer uit de kast kwamen en ook andere leden van de LHBTI+  gemeenschap meer openlijk naar buiten konden treden en hun plaats onder de zon en op de arbeidsmarkt opeisten. De huidige arbeidersklasse bestaat niet meer overwegend uit witte mannen met een vast contract. Zeker in de cruciale sectoren (de zorg, het onderwijs, de schoonmaak, distributie en dienstverlening) gaat het voor een groot deel om vrouwen, mensen van kleur, jongeren en mensen die niet hetero zijn en niet cis zijn.

Een groot deel van deze nieuwe arbeidersklasse heeft dus niet alleen te maken met de uitbuiting als arbeider, maar ook met de discriminatie als vrouw, als niet persoon van kleur, als HLBTI+ -er  en/of een combinatie daarvan. En natuurlijk bestaan er in de hoofden van die mensen geen waterdichte schotten tussen die verschillende identiteiten. Mensen denken niet: vandaag kom ik op voor mijn rechten als arbeider, en vergeet ik maar even dat ik bijv. net als alle vrouwen minder betaald krijg, minder kans op promotie heb en veel meer kans om op mijn werk te worden lastiggevallen, dat ik als persoon van kleur systematisch racistisch word bejegend,  als niet-cis persoon wordt bespot en gediscrimineerd, en als jongere van mijn inkomen nooit fatsoenlijke woonruimte kan kopen of huren.

Mensen strijden op alle vlakken tegen verslechteringen en voor verbetering van hun levenssituatie. En daarbij maken ze geen onderscheid of het gaat om sociaal economische zaken of om gender of racisme. En als socialisten moeten we juist die hele strijd steunen en niet delen ervan wegzetten als ‘woke gedoe’, of zaken die de arbeidersklasse verdeelt. Dat is volgens ons een van de zaken waar de SP de fout mee ingaat.

Redactie Grenzeloos.

Reactie van:

Peter Koelman

di, 04/05/2022 - 09:00

Beste redactie, dank voor het antwoord. Mijn probleem met artikel en antwoord is dat jullie formuleringen voor mij verwarrend zijn.

Voorbeeld: "De emancipatiestrijd leidde er toe dat lesbo’s en homo’s veel meer uit de kast kwamen en ook andere leden van de LHBTI+ gemeenschap meer openlijk naar buiten konden treden en hun plaats onder de zon en op de arbeidsmarkt opeisten." en verkort: "De emancipatiestrijd leidde er toe dat leden van de LHBTI+gemeenschap hun plaats op de arbeidsmarkt opeisten."

Sorry maar dit kan niet kloppen. Deze mensen zaten voor de jaren zeventig echt niet werkloos thuis. De LHBTI+gemeenschap is er altijd al geweest en heeft altijd al, voorzover het loonafhankelijken betrof, deel uitgemaakt van de arbeidersklasse. Zo gezien is er volgens mij geen sprake van een veranderende samenstelling van de arbeidersklasse.

Reactie van:

Grenzeloos

di, 04/05/2022 - 11:41

Beste Peter, 

Je heb groot gelijk dat er altijd LHBTI+ mensen zijn geweest en dat die voor de jaren negentig echt niet werkloos thuis  zaten. Maar ze zaten voor een veel groter  deel dan nu wel ‘in de kast’, dat wil zeggen ze hielden hun identiteit voor de buitenwereld verborgen en werden dus ook niet als zodanig herkend, laat staan erkend. Dat is nu gelukkig (ten dele) anders. Veel LHBTI+ mensen manifesteren zich nu ook als zodanig en eisen geaccepteerd te worden zoals ze zijn. En die strijd moeten we steunen.

Reactie van:

Anoniem

wo, 04/06/2022 - 18:10

Beste redactie, fijn dat gelijk, maar dat is dus nog steeds geen "veranderde samenstelling van de arbeidersklasse". De maatschappelijke veranderingen waar jullie op duiden zouden beter beschreven kunnen worden met: beginnende in de jaren zeventig bereikten bepaalde emancipatieprocessen (eindelijk - verzuchting/waardeoordeel) de werkvloer. Feitelijk is er nauwelijks sprake van een veranderde samenstelling van de arbeidersklasse anders dan door geboorte/overlijden en voor zover je de grenzen van nationale staten in acht neemt van immigratie/emigratie. De beide basiscriteria voor de arbeidersklasse zijn:
1. loonafhankelijkheid (hoe dan ook), geen kapitaal om voor eigen rekening te werken/te rentenieren;
2. werkzaam op een arbeidsplaats zonder ondergeschikten.

Voor de veranderde samenstelling van de arbeidersklasse 1970-heden moet dus gekeken worden naar de demografische in/uitstroom en naar de sociaal-economische in/uitstroom. Dit laatste komt neer op loonafhankelijken die zoveel verdienen dat ze voor eigen rekening kunnen gaan werken (de uitstroom) en omgekeerd zelfstandigen die loonafhankelijk worden doordat hun vermogen te gering is om voor eigen rekening te blijven werken/te rentenieren (de instroom).

Om deze kleine meningsuitwisseling te besluiten nog een voorbeeld. Jullie schrijven: "Het aantal buitenshuis werkende vrouwen nam gestaag toe". Klopt maar ook dat is dus, het zal inmiddels duidelijk zijn, geen verandering in de samenstelling van de arbeidersklasse. Deze vrouwen behoorden als "huisvrouwen" ook allang goeddeels tot de arbeidersklasse omdat ze gewoonweg onder de zojuist gegeven definitie vallen. Als deze vrouwen (meestal) naast hun huishoudelijke arbeid ook nog direct zelf in loondienst werken is dat geen verandering in de samenstelling van arbeidersklasse. Ze waren er al deel van.

Dat socialisten emancipatoire processen steunen siert ze maar dat hun analyses, of rubriceringen van de bevolking zoals in dit artikel, rammelen is niet al te best. Je zult er de leden van SP volgens mij niet mee aanspreken. Dus dat verhaal over die veranderde samenstelling van de arbeidersklasse kan vast beter. Nogmaals dank voor het beantwoorden van mijn opmerkingen want dat doet ook niet elke redactie.

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop