‘Het is gelukt! Het recht op onbereikbaarheid heeft brede steun in het Europees Parlement!, twittert, Europarlementslid voor de PvdA en tot 2012 voorzitter van de FNV. ’het recht om uit te schakelen zal het leven van miljoenen Europese werknemers verbeteren’, meldde Jongerius. ‘ Maar de vreugde van Jongerius betrof een dode mus, waar zelfs haar vrienden van het Europees Vakverbond (EVV) geen leven in konden ontdekken.
Op 21 januari werd in het Europees Parlement een tekst goedgekeurd over het ‘recht om uit te schakelen’, ‘the right to disconnect’, dat wil zeggen dat werknemers niet verplicht kunnen worden om buiten hun werkuren voor de baas bereikbaar te zijn via computer of telefoon.‘. Jongerius was mede betrokken bij de totstandkoming van de tekst van rapporteur Alex Saliba, een Maltese sociaaldemocratische fractiegenoot in het parlement.
Een dergelijk recht zou natuurlijk een zeer goede zaak zijn, maar als men weet wat achter deze zegekreten steekt is er minder reden tot vreugde. Teneerste moet de argeloze lezer weten dat het Europees Parlement helemaal geen wetgevende initiatieven kan nemen, niet rond het recht op onbereikbaarheid noch op enig ander domein. Het Europees Parlement kan alleen wetten die door de Europese Commissie voorgesteld worden goedkeuren, en dan moeten ook nog de nationale regeringen, via de Raad van ministers akkoord gaan. De goedgekeurde tekst betreft dus alleen een verzoek aan de Commissie om een wetsvoorstel rond onbereikbaarheid te maken. Dat is één. Men kan natuurlijk begrijpen dat er vanwege europarlementsleden een zekere schroom bestaat om het publiek in herinnering te brengen dat zij niet de eigenlijke Europese wetgevers zijn, daarom kan dit beter hier nog maar eens gezegd worden.
Maar er is een tweede merkwaardig iets: het Europees Vakverbond (EVV) is niet tevreden, terwijl het vaak veel te vlug tevreden is, vooral als het om de sociaaldemocratische bondgenoten gaat. In een verklaring op de vooravond van de stemming roept het EVV de sociaaldemocratische fractie S&D op om ‘het vernietigend laatste-minuut amendement terug te trekken dat wetgevend werk over het recht op onbereikbaarheid gedurende drie jaar zal verhinderen, wat in realiteit neerkomt op acht jaar, gezien de lange duur van het wetgevend proces’.
Wat is er gebeurd? Rapporteur Saliba blijkt te elfder ure een amendement te hebben aangebracht (zie punt 13 van de resolutie) waarbij de Commissie gevraagd wordt de volgende drie jaar geen wetgevend initiatief dienaangaande te nemen. Men heeft er het raden naar onder druk van welke lobby dit gebeurde. De verantwoording die in de resolutie wordt gegeven is van een lachwekkende lichtheid: de sociale partners hebben een kaderovereenkomst over digitalisering, waarvoor ze binnen de drie jaar uitvoeringsbesluiten zullen treffen, het zou ingaan tegen het recht van werkgevers en vakbonden om akkoorden te sluiten als er nu al aan Europese wetgeving gewerkt werd. Het EVV merkt in dit verband op dat deze kaderovereenkomst niets voorziet over het recht op onbereikbaarheid.
Op de S&D site klaroende Agnes Jongerius: ‘Bij de stemming vandaag zullen de liberalen en conservatieven hun kaarten op tafel moeten leggen: zijn ze bereid om de werkersrechten naar het digitaal tijdperk te brengen?’ Kaarten op tafel, dat zouden die sociaaldemocraten best zelf eens doen.
Dit artikel is een lichte bewerking van een stuk dat eerder verscheen op Ander Europa.
Veel geschreeuw en weinig wol
Veel geschreeuw en weinig wol dus. En wat een hoop geld krijgen die die pluche-zitters daarvoor! En Agnes Jongerius beunt nog lekker een beetje bij als commissaris bij PostNL, jawel dat bedrijf dat in Gronigers dwangarbeiders exploiteerde!
Reactie toevoegen