In Algerije was het al voor de revolutie in buurland Tunesië onrustig. Veel van de problemen zijn er hetzelfde.
Economische misère, armoede, een gebrek aan perspectieven voor de jonge bevolking en een gehaat corrupt en autoritair regime: dit alles is ook aanwezig in Algerije. Een van de organisaties actief in de sociale bewegingen in het land is de Parti Socialiste des Travailleurs, de Algerijnse zusterorganisatie van Grenzeloos. In regelmatige communiqués geeft de partij commentaar op de groeiende sociale strijd.
Politiek in dienst van de bevolking!
Rellen verspreid door het hele land benadrukken dat het decennialang gevolgde neoliberale beleid gefaald heeft. Jongeren hebben hun woede geuit over de stijgende prijzen van basisbehoeften, hun onvrede over het gebrek aan huisvesting en hun wanhoop over het tekort aan werk. Algerije is een grote gevangenis waarvan de deur op slot gehouden wordt door Europa terwijl het land in crisis verkeert. De rellen zijn geen nieuw verschijnsel. De afgelopen maanden is de onvrede verder gegroeid. De oorsprong van de sociale explosie ligt in de stijging van de prijzen van basisbehoeften als suiker, olie, en levensmiddelen. De alom verspreide corruptie is een andere bron van woede.
De sociale strijd heeft tot nu toe slechts weinig resultaten opgeleverd: zelfs kleine loonsverhogingen worden niet overal ingevoerd en al snel tenietgedaan door de stijgende prijzen. Sinds 1994 is de waarde van de Algerijnse dinar met een factor 20 gedaald waardoor Algerijnse arbeidskrachten voor investeerders spotgoedkoop zijn. Op bevel van het IMF wordt de lof van de vrije markt gezongen: de waarde van de dinar wordt naar beneden bijgesteld en de prijzen zijn losgelaten. De inkomsten van de olieindustrie gaan naar prestigeprojecten voor het regime terwijl openbare voorzieningen worden verwaarloosd.
De demonstranten wordt verweten dat ze wanhopig hun toevlucht nemen tot geweld. Maar laat dit regime, dat een vakbond van steenbewerkers verbiedt, een seminar over geweld tegen vrouwen niet toestaat en op betogingen en stakingen alleen kan antwoorden met geweld en vervolging, wel andere mogelijkheden open om gehoord te worden?
Onder invloed van het voortdurende protest heeft Bouteflika eindelijk een stap terug moeten doen, bezorgd als hij is over de revoluties die andere neoliberale dictaturen ten val hebben gebracht. Bouteflika en zijn buitenlandse steunpilaren hebben begrepen dat de protesten een antwoord zijn op sociale uitsluiting en in paniek proberen ze hun autoritaire systeem te versoepelen.
De hoge werkloosheidcijfers, de lage uitkeringen en de arbeidsonzekerheid: aan dat alles verandert niets zonder radicaal ingrijpen. Het invoeren van prijscontroles voor elementaire voedingsmiddelen is een eerste stap. Maar de voedselvoorziening kan niet veilig gesteld worden zonder nationalisering van de monopolies die de productie controleren. En de prijzen kunnen niet gegarandeerd worden zolang deze gemanipuleerd worden door corrupte profiteurs en de distributie niet onder publieke controle is gebracht.
Vooral op vlak van de democratie worden nu beloftes gedaan. Bouteflika wil de greep van zijn autoritaire systeem, dat gebaseerd is op dwang en sociale steun ontbeert, verzachten omdat hij zich realiseert dat de oude aanpak de huidige crisis niet aankan. Bouteflika stelt voor om de noodtoestand, al bijna twintig jaar van kracht, in de ‘nabije toekomst’ op te heffen. De bepalingen van de noodtoestand dreigen te worden vereeuwigd in de normale wetgeving. Zogenaamd om veiligheidsredenen zijn alle betogingen in de hoofdstad verboden.
De beweging eist echter volledige democratische rechten: opheffen van de beperkingen op de media en mensen het recht geven zich te organiseren om bijvoorbeeld een krant uit te geven, een partij op te richten of een vakbond te vormen. Na de bescheiden overwinningen van de afgelopen weken zal de beweging voet bij stuk moeten houden.
Reactie toevoegen