40 jaar na 1968, 40 jaar na de oprichting van de LCR
Daniel Bensaïd kijkt achteruit naar de geschiedenis van de Ligue en vooruit naar de poging om een nieuwe anti-kapitalistische partij op te bouwen. 'Als het mogelijk is, laten we het dan doen. Laten we onze verantwoordelijkheid nemen.'
'Tegenwoordig kunnen mensen zich, denk ik, maar moeilijk voorstellen hoe de toestand in 1968 was. De Communistische Partij haalde 26 procent van de stemmen en de vakbond CGT, toentertijd strak gecontroleerd door de PCF, had een dominante positie. De Parti Socialiste – PS- was ernstig verzwakt, vooral door haar medeplichtigheid in de Franse koloniale oorlogen.
1968 was een bevestiging van de geldigheid van het communistische ideaal en van de mogelijkheid van het veranderen van de wereld. Vergeet niet dat toen veel mensen dachten dat dertig jaar van welvaart een einde had gemaakt aan de klassenstrijd. Toen we de LCR begonnen hadden we geen idee dat de reis zo lang zou zijn. Als iemand me toen had verteld dat ik er veertig jaar later nog steeds mee bezig zou zijn geweest, zou ik me een beetje zorgen hebben gemaakt.
Maar toch, onze pieken en dalen waren min of meer in lijn met de rest van de samenleving. De jaren zeventig waren een tijd van toenemende strijd, opgekomen na de schok van 1968, niet alleen in Frankrijk maar in heel Europa. En dat zag je terug in de Ligue die qua activisme ongeveer op zijn hoogtepunt was tijdens de revolutie in Portugal, rond '74-'75. We begonnen een revolutionaire krant die drie jaar lang elke dag uitkwam, tussen '76 en '79. Zowel wat betreft activisme als het aantal leden was het een periode die overeenkwam met de radicalisering in Italië, de ineenstorting van de Spaanse dictatuur, et cetera.
De moeilijkste jaren waren de tijd van Mitterrand, de PS president van 1981 tot 1995. Niet alleen vanwege hem, alhoewel hij ook aan de problemen bijdroeg, net zoals de 'verenigd linkse' regering van de CP en PS in de jaren tachtig, maar vooral omdat die periode met het neoliberale offensief van Reagan en Thatcher een internationale verschuiving in de krachtsverhoudingen ten gunste van rechts zag.
De jaren tachtig zijn voor mij de zwarte jaren. We hadden het zwaar. Op verschillende momenten waren we niet ver van verdwijnen. Of toch minstens om gedegradeerd te worden tot een netwerk van vakbond- en sociale activisten, in plaats van een politiek organisatie te zijn met de ambitie om als zodanig indruk te maken.
En toen kwamen de hernieuwde mobilisaties, met als symbolische datums de Zapatista opstand van 1994 in Mexico, de stakingen in 1995 in Frankrijk en de andersglobaliseringsbeweging na Seattle in 1999.
Vanaf 1995 begon de Ligue, die ernstig verzwakt was, weer aan kracht te winnen en zich te herstructureren. Dat proces versnelde na de presidentsverkiezingen in 2002 en de goede resultaten die Olivier Besancenot's kandidatuur toen behaalde. Er was een nieuwe ruimte en we waren in staat te doen wat niemand anders lukte, namelijk een brug te slaan naar een nieuwe generatie zodat we op gepaste wijze op de situatie kunnen reageren. We worden geconfronteerd met een hard rechts offensief en traditioneel, regerend links reageert niet alleen inadequaat maar de meerderheid ervan stemt zelfs in met de neoliberale hervormingen, het enige meningsverschil is over hoe deze het beste uit te voeren zijn.
We willen niet als kleine grutters een electoraal kapitaal van vier procent bewaren. We bestaan, we verzetten ons. Onze taken staan niet in proportie tot onze reële krachten.
Je kunt zien wat we kunnen doen met 4000 activisten, stel je eens voor wat we zouden kunnen doen met 10.000 of 12.000 activisten. Dit is nog geen massa-partij maar dat het er één word is een mogelijkheid. En als het mogelijk is, laten we het dan doen. Laten we onze verantwoordelijkheid nemen. Natuurlijk, er is ook de mogelijkheid dat we niet slagen, dat er een langere periode ligt tussen het dichten van de kloof tussen onze vermogens en de populariteit in de polls van Olivier Besancenot.
We zijn niet gefixeerd op polls. Populariteit is bruikbaar maar er is een groot verschil tussen dat en de werkelijke verhoudingen in termen van activisten. We zijn zijn niet sterk genoeg om in ons eentje een dynamiek op gang te brengen en het verzet van organisaties die niet iets nieuws willen beginnen of die niet hun banden met de PS willen verbreken opzij te schuiven. Maar tegelijkertijd zijn we zo sterk dat sommige mensen bang zijn dat we overheersend zullen zijn.
Aangezien we niet van plan zijn om vrijwillig in aantal af te nemen om op die manier deze vrees weg te nemen is de enige oplossing om nog meer te groeien in aantal en kracht en iedereen die nu nog twijfelt op sleeptouw nemen en samen met hen iets nieuws beginnen.'
Een partij voor verandering, van onderop
Olivier Besancenot, de presidentskandidaat van LCR, lichtte de beslissing van het congres toe aan de pers;
'Dit zeventiende congres van de LCR heeft besloten te beginnen met de organisatie van een oprichtingsvergadering voor een nieuwe partij. De eerste stap zal gezet moeten worden in juni met een bijeenkomst van de collectieven die we overal zouden willen zien verschijnen. Er is een oproep gedaan aan alle geïnteresseerden; iedereen die mee wil doen kan alles democratisch van A tot Z meebeslissen, het proces, het programma van de nieuwe partij, de organisatiestructuur en de naam.
Het is een kwestie van het samenbrengen van iedereen die wil handelen en na wil denken over wat socialisme voor de 21ste eeuw kan zijn. Het zal een partij worden die de maatschappij wil transformeren maar geen trotskistische partij. We willen mensen van onderop samenbrengen, niet van bovenaf; we willen geen kartel van al bestaande organisaties construeren.'
Reactie toevoegen