Regimes die in een militair conflict betrokken zijn zorgen niet alleen voor wapens en munitie, maar ook voor een voorstelling van de situatie die het gelijk helemaal in het eigen kamp situeert, en de leugens en verdraaiingen in het andere. Het ‘ideologisch offensief’ richt zich naar de eigen bevolking, en moet niet alleen de risico’s en de militaire uitgaven verantwoorden, maar het is ook een poging om enthousiasme te creëren voor het regime, om de banden met de burgers aan te halen, vooral als die al niet te stevig zijn. Met dat doel worden oorlogen soms zelfs uitgelokt. Dat deed Margaret Thatcher met de Falklandoorlog in 1982, en men hoeft er niet aan twijfelen dat Poetin hetzelfde beoogt in Oekraïne.
Wij en zij
Maar men hoeft er evenmin aan twijfelen dat de NAVO in Oekraïne een uitgelezen kans ziet om zichzelf weer een bestaansreden te geven, en het lamentabele vertoon van ‘ons bondgenootschap’ bij de uittocht uit Afghanistan te doen vergeten. Het optreden van het Westen tegen Rusland is zelfs vooral een aangelegenheid van de NAVO en haar Angelsaksische leiding, terwijl Parijs en Berlijn slechts schoorvoetend volgen.
Maar is in een conflictsituatie als de huidige, kritiek op de NAVO geen steun voor Poetin? Dat is wat het NAVO-kamp graag wil doen geloven, daarin bijgestaan door onkritische media. Wie echter wil bijdragen tot de vrede moet het militarisme van elk regime veroordelen, maar terzelfder tijd inzien dat het de absolute verantwoordelijkheid van ons is om onze rol in een militair opbod aan de kaak te stellen, zoals het de rol van pacifisten en linksen aan de andere kant is om hun regime te bestrijden. Natuurlijk moet men duidelijk maken dat men geen van de twee partijen gelijk geeft. Maar de NAVO, daar betalen wij belastingen voor, het is in naam van ons dat onze regeringen zich naar dit bondgenootschap schikken, het zijn de partijen waarvoor wij stemmen die de defensiebudgetten verhogen, en we vertrouwen er nog altijd een beetje op dat we onze beleidsmakers enigszins kunnen beïnvloeden. Wie meent op een apolitieke manier tegen oorlog te kunnen zijn verdient de zegen van Paus Franciscus, maar iedereen weet hoe groot zijn invloed is.
Wie wil bijdragen tot een evenwichtiger, kritischer zicht op het wereldgebeuren moet onvermijdelijk optornen tegen het eenheidsdenken, zoals verspreid door de meeste media. Ook al is er hier geen censuur, en riskeert een redactie niet gesloten te worden omdat ze een andere dan de officiële versie verspreidt, die vrijheid wordt weinig te baat genomen, en des te minder naarmate het medium een grotere verspreiding heeft. Globaal genomen zijn onze media het doorgeefluik van ‘officiële’ posities. De NAVO als dusdanig kan niet tot in je huiskamer doordringen, een item op tv of een krantenkop kan dat wel. Een publieke opinie wordt gevormd door de media.
Leugens …
In het ergste geval kunnen media helpen leugens te verspreiden, soms met zwaarwichtige gevolgen. Toen Tony Blair het Amerikaanse verzinsel van Saddam Hussein’s massavernietigingswapens voor waarheid verkondigde, leidde dit tot de instemming van het Brits parlement met deelname aan de oorlog in Irak. De affaire van de moord op baby’s in de Koeweitse couveuses is een ander staaltje. Maar onwaarheden kunnen door de media ook verspreid worden door nonchalance, door gebrek aan enig professionalisme en journalistieke ernst. Ik zag er een staaltje van in een korte video van Het Laatste Nieuws, een populaire krant in Vlaanderen. Daarin antwoordt de ‘economisch journalist’ en beleggingsexpert Paul D’Hoore op de vraag of de gasprijs nog meer zal stijgen door het conflict in Oekraïne. Met veel aplomb legt de expert uit dat Oekraïne de gaskraan van Nord Stream 1 kan dichtdraaien, en dat daarom Rusland Nord Stream 2 heeft aangelegd, een pijplijn die niet meer door Oekraïne loopt… Had D’Hoore zich ook maar eventjes geïnformeerd, dan wist hij dat Nord Stream 1 parallel loopt met Nord Stream 2 en honderden kilometers van Oekraïne verwijderd is. [1]
… en halve waarheden
De meest gangbare misleiding door de media, toch in onze ‘liberaal-democratische’ samenlevingen, is echter niet de platte leugen, maar de halve waarheid, het niet vermelden van essentiële achtergrondinformatie, het achterwege blijven van een minimum aan historische en sociale context. In veel gevallen is dit zelfs geen bewuste manipulatie, maar een gevolg van een gecommercialiseerd redactioneel beleid. Degelijke informatie brengen is een arbeidsintensief proces, terwijl nieuwsflashes gewoon kunnen overgenomen worden van de persagentschappen. Het beeld dat een mediaconsument meekrijgt door nieuwsflashes kan echter dag en nacht verschillen van nieuws geplaatst in een ruimere context.
Als we ons bij de huidige oorlog in Oekraïne beperken tot ‘de feiten’, dan is het duidelijk dat Rusland, en Rusland alleen, de agressor is. Poetin is een soeverein land binnengevallen, Rusland werd niet aangevallen door Oekraïne, ook niet door de NAVO. En deze feiten op zich volstaan om het Russisch optreden totaal, onvoorwaardelijk en eenzijdig te veroordelen.
Maar wie zich ook maar een beetje informeert over wat is voorafgegaan, over de 30 jaar sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, over de kansen die zich aanboden voor het afbouwen van militaire dreigingen en het bannen van kernwapens, en hoe de westerse regimes daarmee zijn omgegaan, die krijgt een vollediger en ander beeld van wat nu gebeurt. Dat vermindert de verwerpelijkheid van het huidige Russisch optreden niet, maar het belicht de verantwoordelijkheid van onze eigen regimes, en die is enorm.
Laat ons kort een paar van die contextuele elementen in herinnering brengen.
Op 1 juli 1991 werd het Warschaupact, het militair bondgenootschap rond de Sovjet-Unie, ontbonden. De NAVO verloor in feite haar bestaansreden, maar ging niet over tot ontbinding. Wel gaven de westerse leiders de verzekering aan het Kremlin dat de NAVO niet verder naar het oosten zou uitbreiden. Maar zoals we weten is het tegenovergestelde gebeurd, en is Rusland op zijn oostflank omringd door NAVO-landen. Had het alleen van Washington afgehangen, dan hoorden Georgië en Oekraïne daar sinds jaren ook al bij.
Nog in de periode van de Sovjet-Unie ontbrak het niet aan gebaren van goodwill naar het Westen. In 1986 stelt Gorbatsjov in Reykjavik aan Reagan voor om het kernarsenaal op vijf jaar te halveren, om het in de daaropvolgende vijf jaar helemaal te laten verdwijnen. Van de kant van de Verenigde Staten werd hier echter niet op ingegaan. Dat gebeurde evenmin in het post-sovjettijdperk. In 1999 werd Poetin Russisch president. Na de aanslag op de Twin Towers (9/11) tolereert hij de installatie van VS militaire basissen in zijn achtertuin in Centraal Azië, in het kader van de strijd tegen het terrorisme. Basissen in Cuba werden gesloten, Russische soldaten werden teruggetrokken uit Kosovo. Van tegengebaren was er geen sprake. Weliswaar werd in 1997 een samenwerkingsakkoord tussen de NAVO en de Russische Federatie gesloten, maar de bouw van antiraketsystemen in Oost-Europa was er al meteen een schending van. In 2001 trokken de Verenigde Staten zich eenzijdig uit het ABM-verdrag (anti-ballistische raketten) terug.
De erkenning door Poetin van de separatistische gebieden in Oost-Oekraïne wordt nu als een zware schending van het internationaal recht bestempeld en bron voor meer vijandelijkheden. Juist! Maar door hoeveel media wordt vermeld dat Duitsland en andere westerse landen precies hetzelfde deden bij het uiteenvallen van Joegoslavië? In een persbericht van Associated Press van 23 december 1991 lezen we: “Duitsland werd maandag het eerste belangrijk land om Kroatië en Slovenië te erkennen, waarbij het de waarschuwingen van andere westerse leiders in de wind sloeg dat dit initiatief de brutale Joegoslavische oorlog zou aanwakkeren.” De westerse aanpak van de Joegoslavische tragedie laat zich trouwens nog vandaag gevoelen. Oekraïne vroeg aan Servië om Poetin’s erkenning van de separatistische regio’s te veroordelen. Daarop antwoordde de Servische president Vučić dat hij dat graag wou doen, op voorwaarde dat de Oekraïense president de NAVO-bombardementen op Servië in 1999 zou veroordelen…
De erkenning van separatistische regio’s herhaalde zich in 2008. Op 17 februari riep Kosovo zijn onafhankelijkheid uit ten opzichte van de Servische Republiek waarvan het een provincie was; en op 20 februari werd die onafhankelijkheid door Duitsland erkend. Men zou denken dat dit toch wat gênant is voor politici vandaag, maar hoeveel journalisten zouden eraan denken (of het aandurven) om hen daarmee te confronteren?
Nog relevanter voor vandaag is de manier waarop onze eigen leiders met de akkoorden van Minsk (2014-2015 ) zijn omgesprongen. Rechtstreekse besprekingen tussen Rusland, Oekraïne, Duitsland en Frankrijk (het zogenaamde Normandië-format) hadden geleid tot een akkoord dat een eind moest maken aan de vijandelijkheden in Oost Oekraïne (Donbass). Een diplomatieke opsteker voor Parijs en Berlijn, die daarna echter weinig of niets deden om het akkoord te laten respecteren. Vooral Oekraïne bleek niet van plan om aan de opstandige oostelijke provincies een speciaal statuut te geven, zoals voorzien in Minsk 2; de vijandelijkheden bleven voortduren en hebben al 14.000 slachtoffers geëist. In plaats van het diplomatiek offensief te intensifiëren, hebben westerse landen wapens geleverd en allerlei valse verwachtingen geschapen voor Kiev, in die mate dat de Oekraïense president Zelensky zich nu ook door ‘ons’ bedrogen voelt…[2]
Nog een laatste staaltje van beleid waar een nieuwsgierig journalist minstens wat vragen zou moeten rond stellen. Zowel de VS als de EU waarschuwen dat Europa te eenzijdig afhankelijk is geworden van Russisch gas. Hoe valt dat dan te rijmen met het abrupte einde van het EastMed– project? Gas in het oosten van de Middellandse Zee, een ontginningsovereenkomst tussen Israël, Griekenland en Cyprus, plannen van Exxon Mobil, geen enkele Russische invloed en de zegen van Washington. Maar eind januari 2022 (!) zegt de Amerikaanse regering het plan niet langer te steunen, en voor zover ik weet is het ook opgedoekt. Is dat niet vreemd? De minst plausibele reden is dat het om klimaatbekommernissen gaat…
Wat niet weet, wat niet deert
Ik ben ervan overtuigd dat mensen die rekening houden met de geschetste context zich een ander beeld vormen van wat er aan de hand is in Oekraïne dan wie alleen ‘de feiten’ van de dag kent. Deze context maakt er Poetin niet minder schuldig door, maar nieuwe schuldigen komen in het daglicht. De verantwoordelijkheid voor wat gebeurt is geen cowboy- en- indianenverhaal meer, maar de ‘slechten‘ blijken ook bij ons te zitten. En dan wordt het pas een politieke issue. Onze eigen politieke leiders zijn meer gebaat met slecht geïnformeerde burgers, want “wat niet weet, wat niet deert”. In principe zouden niet-commerciële, openbare omroepen hun rol moeten spelen in die kritische informatie aan de burger, maar daar falen ze grotendeels in, en het zijn niet de overheden die er belang bij hebben daar verandering in te brengen. Kritische informatie blijft een aangelegenheid voor kleine actoren met beperkte middelen, dus ook met beperkte invloed.
Nog een kleine vergelijking om te besluiten. Kindermishandelaars zijn in staat tot afschuwelijke daden, die in absolute termen moeten veroordeeld worden. Maar heel vaak blijken die mishandelaars zelf in hun jeugd mishandeld geweest te zijn. Dat ‘contextueel inzicht’ maakt hun misdaden niet minder verachtelijk, maar het kan wel helpen om een beleid uit te stippelen dat zulke misdaden terugdringt.
Is dat laatste niet wat elke emancipatorische politiek voor ogen heeft?
Noten
[1] Voor een kaartje, zie hier.
[2] Over de rol van Duitsland in de opvolging van Minsk 2, en de erkenning van separatistische regio’s, zie Pandora’s Box (German-foreign-policy.com)
Reactie toevoegen