Energie is een recht, geen handelswaar. Om dit recht te waarborgen voor iedereen, is inperking van marktwerking en privatisering nodig. Dat vraagt om een terugkeer naar meer zeggenschap over onze energievoorziening, meer regels vanuit de overheid. En juist het vertrouwen in die overheid, in de politiek is nog nooit zo laag geweest. Binnen de klimaatbeweging wordt dit niet direct als een probleem gezien. Binnen de beweging verschillen de inzichten vooral tussen zelf verantwoordelijkheid nemen door gedragsverandering en het oprichten van energie coöperaties, versus snel stappen maken in duurzame energievoorziening door druk te zetten op de regering en de grote private bedrijven. Voor beide inzichten was Glasgow geen opsteker.
Het optimisme binnen de klimaatbeweging over de COP26 is in de loop van de Glasgow bijeenkomst snel omgeslagen in teleurstelling. Er zijn weliswaar kleine successen, zoals het initiatief om subsidies voor buitenlandse fossiele projecten terug te dringen en het niet helemaal uit zicht verdwijnen van de oude afspraak om een fonds te vormen van 100 miljard om de derde wereld te steunen in de strijd tegen klimaatverandering. Maar we kunnen er niet omheen: de discussies over klimaatverandering worden grotendeels bepaald door economische argumenten en de verhoudingen tussen de verschillende economische machtsblokken in de wereld.
De slappe ‘gezamenlijke aanpak’ van China en de VS heeft meer nieuwswaarde dan de opwarming van onze planeet en de dagelijkse gevolgen hiervan voor veel mensen die er zelf weinig aan kunnen doen.
Het VNO wijst een week na de top op massaal banenverlies bij Van Oord omdat haar buitenlandse projecten in de toekomst niet meer gesubsidieerd mogen worden. Alsof niet duidelijk genoeg is dat gas en olie in de grond moeten blijven om klimaatverandering binnen de anderhalve graad te houden. Alsof niet duidelijk genoeg is dat Van Oord ook op een andere manier geld kan verdienen. Ze doen dat al met het ondersteunen van de bouw van windmolens op zee.
De algemene consensus is, dat voor een aanpak van het CO2 probleem veel geld nodig is, dat alleen verdiend kan worden door economische groei. Via subsidies en emissiehandel moeten bedrijven gefaciliteerd worden om hun strategie langzaam te veranderen en de steeds ambitieuzere doelstellingen te halen. Een strategie die al jaren faalt. Bedrijven verleiden helpt niet, dwingen wel. Het goede voorbeeld is de aanpak van de aantasting van de ozonlaag door een verbod op Cfk’s.
Daarnaast is de discussie over minder energieverbruik bijna helemaal verstomd in alle debatten. De bomen groeien blijkbaar wel tot in de hemel als het om aanpak van de klimaatverandering gaat.
Systeemverandering nodig
Zolang het grote geld niet bedreigd wordt houdt zij zich afzijdig en lijkt zich niet te bemoeien met het klimaatprobleem. Dat wordt anders als, zoals onlangs bij Shell, de waarde voor aandeelhouders wel in gevaar komt, doordat de overheid niet overgaat tot het afschaffen van de dividendbelasting. Dan is Shell rigoureus en doortastend en verplaatst het hoofdkantoor naar Londen. Het bracht de Nederlandse regering in grote verlegenheid en misschien ook wel in paniek. De gedachte kwam weer op om de dividendbelasting toch af te schaffen…
De verstrengeling tussen overheden en het kapitaal en het afnemende vertrouwen in de politiek, vormen een grote bedreiging voor de klimaataanpak. Dit maakt het voor links, dat streeft naar een prominente rol van de overheid in de aanpak van klimaatverandering, moeilijk om echt een wervend perspectief te formuleren.
Energie is een recht en geen handelswaar. De recente faillissementen van een aantal ‘vrije energie jongens’ laten zien dat deze rechten bij handelaren niet veilig zijn. Om dit recht te waarborgen voor iedereen, en zeker voor de mensen met lage inkomens, is inperking van marktwerking en privatisering nodig. Dat vraagt om meer zeggenschap van ons over onze energievoorziening, meer regels vanuit de overheid. En juist het vertrouwen in die overheid, in de politiek, is nog nooit zo laag geweest.
Een evaluatie van Glasgow
Over de conferentie is al heel veel gezegd, misschien is de conclusie van Greta Thunberg wel het meest veelzeggend. ‘Onze leiders willen er niet aan dat we de maatschappij moeten veranderen. Om dat onderwerp te vermijden, praten ze over groene groei binnen het huidige systeem. Dat is nooit voldoende.’
De uitkomsten van de conferentie bevestigen deze conclusie. Uitfaseren van steenkool is door China en India tegengehouden. Als nieuwe grote producenten op het wereldtoneel, zijn ze nog afhankelijk van kolen. In andere energiebronnen wordt nog volstrekt onvoldoende geïnvesteerd. In Europa en de VS kan steenkool sneller afgebouwd worden. Australië beschermt haar belangen in de steenkoolindustrie. Vooral India is een opkomende economische macht waar de rijke bovenlaag een groot belang heeft bij fossiele energie om zichzelf het kapitaal en de rijkdom te verschaffen die in het Noorden al vanzelfsprekend is.
Een negatief onderdeel van de COP is dat de geplande steun van rijke landen aan de derde wereld vooral gebruikt dreigt te gaan worden om de energievoorziening daar verder te privatiseren en in handen van westers kapitaal te brengen. De energievoorziening van Zuid Afrika draait vooral op kolen en is publiek eigendom. Publiek eigendom niet vrij van corruptie en zeker niet democratisch georganiseerd. Westerse investeerders gaan die energievoorziening niet democratischer maken. Integendeel, het eigendom en de zeggenschap zullen buiten de grenzen van Zuid Afrika vallen. Deze bedrijven gaan niet zorgen dat de duizenden vaste banen die gaan verdwijnen vervangen worden door banen met een goed inkomen en zekerheid. Het zijn dezelfde bedrijven die hier werknemers als een kostenpost zien. Zoiets wekt geen vertrouwen bij de Zuid Afrikaanse vakbeweging. Hier zou de klimaatbeweging zich sterker over moeten uitspreken.
Succes
De klimaatbeweging is er in geslaagd om de opwarming hoog op de agenda te zetten. Een ruime meerderheid van de bevolking is er inmiddels van overtuigd dat drastische maatregelen nodig zijn en zelfs politici als Rutte voelen zich genoodzaakt om met de mond het belang van de transitie te belijden. Dat is de belangrijkste winst van de afgelopen jaren, al is klimaatbeweging nog lang niet in alle delen van de wereld even sterk.
Veel activisten zien terecht het belang van grote mobilisaties. Het politieke en sociale verzet tegen de opwarming van de aarde richt zich vooral op het overtuigen en onder druk zetten van overheden, bedrijven en financiële instellingen om tot handelen over te gaan. Desnoods door tussenkomst van de rechter. Dat is zeker niet zonder resultaat geweest. Er is bijvoorbeeld bij de Nederlandse tak van Tata Steel op initiatief van de FNV een plan gemaakt dat veelbelovend is, maar waarbij ook de overheid een belangrijke taak krijgt. Zo zullen er nog veel meer voorbeelden komen.
Kenmerk van deze voorbeelden is dat de hoop op verandering bij de overheid gelegd wordt. Maar hoe moet die overheid er dan uitzien? Hoe moet de politiek dan functioneren? Is dit te rijmen met het blijven pamperen van het bedrijfsleven? Is dit te rijmen met het steeds ontzien van bedrijven, door lagere belastingen en meer steunpakketten zonder dat er zeggenschap en garanties tegenover staan? Dat is het beeld dat veel mensen hebben van de overheid en van de energietransitie. De overheid steunt weer een nieuw verdienmodel en doet ondertussen niets aan het aanpakken van onze problemen. Veel mensen wonen in slecht geïsoleerde huizen, hebben geen geld om te investeren in zonnepanelen of isolatie. Waarom zouden ze vertrouwen hebben in een plan voor isolatie of stadsverwarming als hun woningcorporatie al jaren niet het lekke dak of de schimmel in de kelder oplost. De werkende armen zijn aan het overleven met kleine flexbanen.
Als de kolenoverslag in de Rotterdamse haven vermindert door de sluiting van kolencentrales in Nederland en Duitsland is er geen overheid die voor de werknemers zorgt. Die helpt bij het vinden van een andere baan met een gelijkwaardig inkomen. Integendeel: de steun gaat naar de aandeelhouders die zich indekken voor het verlies van hun verwachte winsten. Is het niet goedschiks, dan wel via internationale verdragen als het ECT. De Onyx centrale in Rotterdam krijgt ruim 200 miljoen Euro, terwijl er voor werknemers nog niets geregeld is.
Alleen als deze sociale vraagstukken worden meegenomen kan het draagvlak voor de klimaatbeweging zich verbreden. De techniek om klimaatverandering tegen te gaan is beschikbaar, de zakken van de overheid en onze pensioenfondsen zijn diep. Draagvlak komt er alleen als de sociale vragen van de grote massa van werkenden opgepakt worden. Als de weg naar een duurzame wereld gezien wordt als een weg die voor de meeste mensen een betere toekomst is en niet alleen een verdienmodel voor de rijke bovenlaag. Onze planeet kan zich die rijken niet meer veroorloven.
Een bijkomend probleem is dat veel werkenden zich uit frustratie distantiëren van politieke partijen en sociale bewegingen. Het ledenaantal van linkse politieke partijen en de electorale betekenis ervan is erg aan het teruglopen. De vakbeweging bemoeit zich wel met het klimaat, maar heeft als sociale beweging veel van haar kracht verloren. Mensen zijn teleurgesteld. De verdeeldheid tussen lage en midden inkomens is sterker dan ooit. Vooroordelen en racisme zijn een diepe splijtzwam.
Veel mensen maken zich zorgen over de gevolgen die de klimaattransitie voor hen kan hebben, bijvoorbeeld door verlies van hun baan of een hoge energierekening. Ook de komst van windmolens en zonneweides roept veel weerstand op. Om te voorkomen dat deze mensen gerekruteerd gaan worden door de tegenstanders van een klimaattransitie, moet de klimaatbeweging de zorgen van deze mensen veel serieuzer gaan nemen.
Het belang van een sociale transitie wordt inmiddels breed erkend in de beweging, maar het lokale verzet wordt nog vaak weggezet als te negeren nimby protest. Als dat het nu eenmaal niet anders kan. Alternatieven kunnen zijn: meer zon op dak, energiebesparing door isolatie, andere verdienmodellen, waarbij de zeggenschap en opbrengsten bij de gemeenschap liggen. Dat vereist meer zeggenschap bij gemeentes en minder bij grote investeerders. Simpel is het niet deze mogelijkheden voor het voetlicht te brengen. En misschien zijn er betere oplossingen. De maatschappelijke, sociale kant van de problemen en oplossingen zijn daarbij belangrijker dan een vlucht in de techniek, in waterstof en kernenergie zoals rechts voorstelt. Daarmee blijven ongelijkheid en onrechtvaardigheid bestaan. Want wie gaat die ‘oplossingen’ betalen?
Perspectieven
Hiermee zijn de belangrijkste problemen voor de opbouw van een sterke beweging die nodig is voor systeemverandering op een rij gezet. Zijn er geen perspectieven? Die zijn er, maar de oplossing is niet eenduidig of simpel samen te vatten in een lijst met eisen of een blauwdruk voor de toekomst. Die hebben wij dan ook niet.
Voorop moet staan dat links moet uitgaan van een eigen dynamiek in de sociale bewegingen. De tijd is rijp om het idee los te laten dat iets of iemand de wijsheid in pacht heeft. Het is belangrijk te laten zien dat politiek iets is waar we zelf over gaan, waar we onszelf mee moeten bemoeien. Dat is een belangrijke conclusie uit alle acties van de laatste jaren. Er gebeurt niets als we op onze handen blijven zitten. Daarnaast moeten er meer gesprekken en bijeenkomsten komen, gebaseerd op het kritisch bespreken van elkaars ervaringen en kennis.
De FNV kan hier een belangrijke rol spelen samen met grote milieuorganisaties als Milieudefensie. Juist om verschillende groepen mensen bij elkaar te brengen en gezamenlijk een sociale en rechtvaardige oplossing voor het klimaatprobleem uit te werken. Dat begint met de erkenning dat het klimaatprobleem ook een sociaal probleem is. De verschillende sociale bewegingen en de linkse politiek moeten zich met elkaar verbinden. Veel eisen liggen in elkaars verlengde. Zoals de verhoging van het minimumloon naast een rechtvaardiger belastingstelsel waarbij de lasten bij de rijke bovenlaag komen te liggen. Dat is hun beste bijdrage aan de oplossing van het klimaatprobleem.
Er zijn crises te bezweren, dat vraagt om een aanpak om elkaar op te zoeken, met elkaar in gesprek te gaan, acties te steunen die in elkaars verlengde liggen. Een mooi voorbeeld van zo’n perspectief is het idee voor een warmtefonds dat FNV, Woonbond en Milieudefensie hebben ontwikkeld. Enerzijds een compensatie voor de gestegen energieprijzen in het voordeel van de laagste inkomens. Anderzijds investeren in vooral isolatie van woningen met een laag energielabel. Dat brengt verschillende sociale problemen samen en laat zien dat we de klimaatcrises en de sociale ongelijkheid tegelijk kunnen aanpakken.
De klimaatbeweging moet geen vakbeweging worden, maar zou wel goede arbeidsvoorwaarden voor groene banen kunnen steunen. De klimaatbeweging is geen antiracisme beweging maar klimaatrechtvaardigheid spreekt zich wel uit tegen racisme. Zo zijn er veel maatschappelijke problemen die ook vanuit een klimaatperspectief benaderd kunnen worden. Alleen samen kunnen we zo komen tot een aanpak die kan leiden tot daadwerkelijke verandering.
Door alsmaar te benadrukken…
Door alsmaar te benadrukken dat de burger ontzien moet worden en de schuld bij Shell en Schiphol te leggen wordt net gedaan alsof een transitie pijnloos kan zijn. Alsof iedereen gewoon kan doorgaan met overal met auto en vliegtuig heen willen en eindeloze hoeveelheden spullen te kopen. En niets hoeft te veranderen. Want o die arme burger heeft het zo moeilijk om de eindjes aan elkaar te knopen. Daarmee wordt voorbij gegaan aan het feit dat mondiaal gezien de meeste Nederlanders anno 2022 bij de rijken horen. Natuurlijk moet het minimumloon omhoog (en de uitkering! en de AOW!) maar een gemiddeld Nederlands huishouden bestaat op wereldschaal uit verwende megaconsumenten en passen niet in hun mondiale voetafdruk. Energie-armoede is maar voor een klein deel van de mensen een probleem en daar moeten we zeker wat aan doen (#voor14!). Maar de meeste mensen moeten gewoon minder geld aan rotzooi uitgeven, dan kunnen ze veel duurzamer leven. Klimaatrechtvaardigheid centraal stellen en vooral grote bedrijven aanspreken is een goed uitgangspunt maar het slaat een beetje door. Echt, de 1 procent, dat zijn wij.
Reactie toevoegen