Denemarken is geen uitzondering op de neoliberale trend naar verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd, en ook daar wordt het verantwoord met het demagogische argument van de ‘vergrijzing’. Onder de liberale premier Lars Rasmussen werden plannen gemaakt om de pensioenleeftijd geleidelijk op te trekken tot 74 jaar in 2070. Maar Rasmussen kwam ten val bij de verkiezingen in juni 2019, en sindsdien is Mette Frederiksen de sociaaldemocratische premier van Denemarken.
Bij de verkiezingscampagne speelde de pensioenleeftijd een aanzienlijke rol en het succes van de Socialdemokraterne wordt deels verklaard door de belofte om de trend naar verdere verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd terug te buigen door een lagere uitstapleeftijd voor zware beroepen, bekostigd door een hogere bijdrage van de financiële sector.
De Deense sociaaldemocratische minderheidsregering wordt ontsierd door een rechts antimigrantenbeleid, maar het moet gezegd dat ze inspanningen deed om iets te doen met de verkiezingsbelofte in verband met de pensioenen. Het kabinet, uitsluitend samengesteld uit ministers van de eigen partij, moest er steun gaan voor zoeken bij de oppositie in het Folketing (parlement). Die vond ze verleden zaterdag (10 oktober) na toezegging door de linkse Socialistische Volkspartij SF en de Rood-Groene Enhedslisten, en door de uiterst rechtse Deense Volkspartij. Het principe-akkoord moet nog goedgekeurd worden in het parlement en zal dan vanaf 2023 in werking treden. Dan zullen werknemers met zware beroepen, naar schatting zo ‘n 40.000, onder bepaalde voorwaarden (naar verluidt moet men er 42 jaar dienst opzitten hebben…) vanaf 61 jaar vervroegd op pensioen kunnen.
Voor de financiering zal de financiële sector extra belast worden, ten bedrage van ongeveer 2 miljard Deense kronen (260 miljoen €) per jaar. “Deze sector maakte de afgelopen jaren miljarden winst, een extra belasting is daarom volledig op haar plaats“, aldus minister Morten Bodskov. Natuurlijk is deze sector het daar helemaal niet mee eens, en kondigt aan dit door te zullen rekenen aan de klanten. De Deense Volkspartij wordt wel bedankt omdat ze een belasting op aandelenwinsten kon tegenhouden.
Dit is natuurlijk geen grootse linkse overwinning, en eigenlijk maar een maatregel om de onhoudbaarste gevolgen van het neoliberale pensioenbeleid te verzachten. En toch zou het een goede zaak zijn als partijen en regeringen elders in Europa hier inspiratie vonden, en met nog wat meer moed deden wat ze moeten doen: het geld halen waar het zit.
Reactie toevoegen