Directe belangenbehartiging is toch de basis

Kees de Leeuw werkt als analist in het Maasstadziekenhuis in Rotterdam. Hij is kaderlid van de ABVAKABO FNV en vakbondsconsulent. Voor hem is individuele belangenbehartiging een heel belangrijke pijler van het vakbondswerk: ‘Daarmee leg je de basis voor collectieve acties.’ 

Kees de Leeuw

 ‘Ja’, zegt hij breed lachend. ‘Hoe kom ik bij de vakbeweging? Ja… ik kom uit een links nest, mijn ouders waren socialisten, die zaten bij de PvdA, gingen in het Troelstraoord met vakantie, waren lid van de Vara en ga zo maar door. In mijn pubertijd zette ik me daar tegen af en trok ik meer naar de CPN, demonstreerde tegen kernenergie en vond de vakbeweging maar een gematigde club, maar toen ik ging werken werd ik vanzelfsprekend wel lid van de bond. ‘Maar het begon pas echt in 1987 met de vakbondschool in Spijkernissen’, gaat hij enthousiast verder. ‘Dat was geweldig. Dat was voor mensen die wel in vakbondswerk geïnteresseerd waren en lid waren, maar nog geen kaderlid. Het duurde een heel schooljaar, steeds een avond in de week en daar kwamen allerlei onderwerpen aan de orde. Daarna ben ik coördinator van die vakbondsschool geworden. En natuurlijk kaderlid en dan rol je van het ene in het andere.’ Vakbondsconsulent ‘Ik zat ook op de allereerste opleiding voor vakbondsconsulenten. Individuele belangenbehartiging is natuurlijk zo oud als de vakbeweging zelf, maar in 1993 werd bij de ABVAKABO het systeem van vakbondsconsulenten opgezet: individuele belangenbehartiging op de werkvloer, door speciaal daarvoor geschoolde mensen. Je bent het aanspreekpunt voor mensen in het bedrijf en zorgt voor de eerste opvang als mensen met individuele problemen zitten. In de loop van de tijd is in de CAO geregeld dat daar tijd voor kwam. Ik heb daar nu één dag in de week voor, ook al kost het me in de praktijk veel meer tijd. In principe is het alleen voor leden van de bond, maar in de praktijk betekent dat je tegen iedereen die bij je komt zegt: ‘natuurlijk kan ik helpen, maar dan moet je wel even lid worden.’ Een zo sterke nadruk op individuele belangenbehartiging, leidt dat er niet toe dat mensen de vakbond vooral als een service-instituut gaan zien dat de problemen wel voor ze oplost, in plaats van als een organisatie om gezamenlijk zaken aan te pakken? ‘Ja, misschien is dat wel zo, maar je moet je realiseren in wat voor sector je zit. Dit is wel de zorg. Het is niet de haven. Als in de haven iemand met ontslag wordt bedreigd, dan is er meteen actie, gaan ze allemaal achter hem staan, gooien ze de boel plat. In de zorg is dat heel anders. Daar is het altijd ‘ja maar de patiënten’, er wordt veel meer gepikt en is weinig bereidheid tot acties. Daar moet je als bond eerst het vertrouwen winnen. Je hebt bedrijven waar je als je er komt werken bij wijze van spreken bij de poort al duidelijk wordt gemaakt dat het de bedoeling is dat je lid van de bond wordt. In de zorgsector is dat absoluut niet zo. Daar is minder dan een zesde van de mensen vakbondslid. Natuurlijk hoop je dat het niet bij individuele belangenbehartiging blijft en dat mensen ook aan collectieve acties mee zullen doen, maar daar moet je in deze sector wel heel hard aan trekken. Dat lukt wel als er in de hele sector acties zijn in de ziekenhuizen, bijvoorbeeld als het om de CAO gaat.’ Alles op mijn nek ‘Maar ik moet ook wel zeggen dat het aan mij ligt’, gaat hij verder. ‘Als er iets aan de hand is heb ik de neiging de hele zaak op mijn nek te nemen. Ik ga snel veel te veel zelf te doen. De directie hier kent ook maar één kaderlid en dat is Kees de Leeuw en dat geldt ook voor de mensen. Dat is natuurlijk niet goed. Dat had ik beter moeten organiseren. Ik heb ooit geprobeerd een bedrijfsledengroep op te richten, maar die is een zachte dood gestorven. Op dat moment was het erg rustig en dan zaten we te vergaderen met zo een gezicht van “waar zullen we het nu eens over hebben”. Dat er hier geen actieve ledengroep is ligt misschien aan mij, maar zeker niet aan de constructie van vakbondsconsulent. In tegendeel, de ABVAKABO heeft hier een goeie naam. In andere ziekenhuizen zijn mensen ook georganiseerd in andere bonden, zoals Nu’91 en het CNV, maar hier zijn mensen als ze vakbondslid zijn lid van de ABVAKABO. Hier in het ziekenhuis is 23 procent van de mensen lid: niet gek in een sector waar het gemiddelde op zo’n 14-15 procent ligt. Dat is niet mijn verdienste, hoor, maar wel een gevolg van het feit dat er een vakbondsconsulent is, dat werkt heel goed.’ Acties ‘Behalve vakbondsconsulent ben ik natuurlijk ook “gewoon” kaderlid van de bond en naast wat ik hier in het ziekenhuis doe zit ik in de Landelijke Adviescommissie Ziekenhuizen, het sectorbestuur zorg en de bondsraad van de ABVAKABO. De mogelijkheden hier in het ziekenhuis worden natuurlijk mede bepaald door het algemene bondsbeleid. Er was hier bijvoorbeeld best bereidheid om actie te voeren voor het behoud van de pensioenleeftijd op 65 jaar. Er was grote onvrede over de plannen om de leeftijd te verhogen. Maar dat is door de vakbond verknald. Het is niet goed opgepakt, slecht gecommuniceerd. Ik denk dat de boel hier toen wel rijp was voor acties, maar ja, als het in de top dan fout gaat... We hebben hier wel acties gehad hoor, bij de CAO-onderhandelingen bijvoorbeeld. We hebben toen dagelijks actie gevoerd en bijna dagelijks de krant gehaald. Het kan wel, maar dan moet je er bovenop gaan zitten en de boel wakker schudden. De meest langdurige en heftige actie was de staking van schoonmaaksters, drie jaar gelden. Het ging om veertig vrouwen. Eerst staakten ze een dag, de volgende week twee dagen, en uiteindelijk een hele week. Zij waren in dienst van het ziekenhuis en moesten over naar een commercieel schoonmaakbedrijf. Van de 175 schoonmakers waren er al 135 werkzaam voor dat bedrijf en nu moest ook de rest over. De directie stelde zich keihard op. De eerste stakingsdag zou op een vrijdag zijn. Op donderdag kregen de mensen te horen dat ze extra hard moesten werken. Toen ik dat hoorde ben ik naar ze toe gegaan en heb gezegd: ‘je moet gewoon je werk doen, zoals je dat altijd doet en niks meer want anders ben je bezig je eigen besmet werk te doen.’ Prompt kreeg ik een brief van de directie dat als er een infectie met MRSA (ziekenhuisbacterie) uit zou breken ik daarvoor verantwoordelijk zou zijn. Die brief heb ik natuurlijk meteen naar het bondskantoor doorgestuurd en die hebben daar op gereageerd. Toen ik de andere medewerkers van het ziekenhuis opriep om een soort erehaag voor de schoonmaaksters te vormen kreeg ik een waarschuwing van de directie wegens ‘ongeoorloofd actievoeren’. Zo werd er gereageerd. Die strijd is uiteindelijk verloren, maar met opgeheven hoofd. Ze werken hier nog steeds, nu voor dat schoonmaakbedrijf, maar ze hebben wel dezelfde arbeidsvoorwaarden als ze bij het ziekenhuis hadden. Het was en is een groep met uiteenlopende culturen en nationaliteiten, ze konden elkaar niet altijd even goed verstaan maar men hield elkaar vast. Tot het einde. Dat was geweldig. Er was toen best veel solidariteit van andere mensen in het ziekenhuis, en ook van patiënten. Kijk, er wordt altijd gezegd: “in een ziekenhuis kan je moeilijk actievoeren want het gaat om de patiënten, die mogen niet de dupe worden. ”Dat is natuurlijk zo, maar patiënten worden ook de dupe van allerlei verslechteringen. Als je actie voert moet je ook de patiënten er bij betrekken, moet je duidelijk maken waar het om gaat, dan kan je ook daar solidariteit organiseren.’ Kloofdichters Je was ook een van de kloofdichters in de ABVAKABO? (De groep die op het laatste ABVAKABO congres een nieuwe koers voorstonden en zich gezamenlijk kandidaat stelden voor het bondsbestuur.) ‘Nou, een van de kloofdichters niet, ik steunde ze van harte, maar ik was geen kandidaat voor het bestuur. Ik was het wel helemaal met ze eens. Ik vond dat de vakbond de verkeerde kant op ging, het vakbondsgevoel raakte verloren, het werd een soort ANWB. Toen door Ger Geldhof en Lot van Baaren dat initiatief werd genomen was ik het er hartgrondig mee eens. Die kloof met de leden zie je op verschillende niveaus in de bond. Ik heb een tijd in de Ondernemingsraad gezeten, en ben daar uiteindelijk met knallende ruzie vertrokken. De meerderheid van de OR. - ook mensen van de ABVAKABO – denkt meer mee met de directie dan dat ze opkomen voor de belangen van de leden. Dat gevaar zie je ook in sectorraden en sectorbesturen. Daar zitten vaak mensen in waarvan je je echt afvraagt wie ze nu eigenlijk vertegenwoordigen, of ze daar niet alleen namens zichzelf zitten. Die kloof moet gedicht worden. Want ander krijgen we nooit de sterke en strijdbare vakbond die we nodig hebben.’

Dossier

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop