Dossier Israëlische apartheid 2

Dit dossier is een vervolg op het dossier Israëlische Apartheid – drie basisteksten (59 pp.) dat het Nederlands Palestina Komitee (NPK) in het voorjaar van 2021 publiceerde.

In dit vervolgdossier staan de rapporten centraal van Human Rights Watch (HRW) A Threshold Crossed: Israeli Authorities and the Crimes of Apartheid and Persecution (27 april 2021; 217 pp.) en van Amnesty International (AI) Israel's Apartheid Against the Palestinians: Cruel System of Domination and Crime Against Humanity (1 februari 2022; 278 pp.).

Zelfs de door ons in het Nederlands vertaalde samenvattingen zijn geen lichte kost. Voor een inzicht in Israëlische apartheid en hoe deze te bestrijden, is het echter van groot belang om van de inhoud ervan en de commentaren erop goed kennis te nemen

Uit de diverse rapporten van Palestijnse mensenrechtenorganisaties – die van Al-Haq (Ramallah) en Adalah (Haifa); het rapport van de United Nations Economic and Social Commission for Western Asia (ESCWA; 15 maart 2017; 75 pp.); die van joods-Israëlische mensenrechtenorganisaties Yesh Din (juni 2020; 58 pp.) en B’Tselem (12 januari 2021; 8 pp.); evenals die van Human Rights Watch (2021) en Amnesty International (2022) – komt een consistent beeld naar voren: de Staat Israël maakt zich schuldig aan de misdaad van apartheid. Op grond van het internationaal recht behoort apartheid tot de categorie misdaden tegen de menselijkheid.

Het grote winstpunt is dat in genoemde rapporten – eindelijk – vanuit een totaalbeeld is gewerkt. De diverse deelaspecten waarover men zich de afgelopen decennia gebogen heeft, waarover men gepubliceerd heeft en waartegen actie is gevoerd – censuur, detentie, foltering, dubieuze rechtsgang, buitengerechtelijke executies, grondonteigening, joodse nederzettingen, de Muur, oorlogsmisdaden enzovoort – blijken alle elementen te zijn van een politiek die gericht is op het bestendigen van de hegemonie van joodse Israëli’s over de Palestijnen – kortom hier is sprake van de misdaad van apartheid. Daarbij is tevens de door Israël opgelegde ruimtelijke opdeling overstegen: de kwestie van Israëlische apartheid speelt in het gehele gebied dat onder Israëlische controle staat (‘from the river to the sea’).

Waarom is deze reeks rapporten die Israëlische apartheid boekstaven pas nu geproduceerd ? De titel van het HRW-rapport luidt Een drempel overschreden. De organisatie moet in het tijdperk Benjamin Netanyahoe / Donald Trump – met onder meer de sterke uitbreiding van de joodse nederzettingen, erkenning door Washington van de annexatie van Jeruzalem en de Hoogvlakte van Golan, annexatieplannen voor de Westelijke Jordaanoever en de Wet op de Joodse Natie-Staat – tot de conclusie zijn gekomen dat voor Israël de zaken onomkeerbaar waren en er toegewerkt werd naar de vestiging van een Groot-Israël. Het heeft erg lang geduurd voordat men tot dit inzicht is gekomen en hetzelfde kan van B’Tselem en AI gezegd worden. De ontwikkelingen op de grond – zoals gedocumenteerd en geanalyseerd door Palestijnse mensenrechtenorganisaties – waren immers al lang duidelijk. In het algemeen kan gezegd worden dat met de jaren de kloof tussen de propaganda en de rechtvaardigingen van de kant van Israël en zijn pleitbezorgers enerzijds en de harde dagelijkse realiteit van de Palestijnen anderzijds steeds groter was geworden – zo groot dat de mensenrechtenorganisaties hun geloofwaardigheid dreigden te verliezen als zij zich niet duidelijker en krachtiger stelling namen tegen wat ook zijzelf inmiddels aan ontwikkelingen in kaart hadden gebracht.       

In de diverse rapporten wordt de thematiek van Israëlische apartheid ruimtelijk – en daarmee tegelijk voor wat betreft de direct betrokkenen – verschillend afgebakend:

  • Al-Haq en Adalah hebben van meet af aan gewezen op het bestaan van apartheid, niet alleen in de sinds 1967 BPG, maar ook in Israël/Palestina’48; zij zijn de pioniers in deze discussie;
  • de opstellers van het ESCWA-rapport – Richard Falk en Virginia Tilley – nemen in hun analyse behalve de BPG en Israël/Palestina’48, ook de positie van de Palestijnse vluchtelingen in de diaspora mee – het gaat hier tenslotte om de helft van alle Palestijnen;
  • Yesh Din beperkt zich tot de situatie op de bezette Westelijke Jordaanoever;
  • B’Tselem concludeert dat van apartheid in zowel de BPG als in Israël/Palestina’48 sprake is (‘from the river to the sea’), maar laat de Palestijnse vluchtelingen buiten de analyse;
  • voor Human Rights Watch geldt dat laatste eveneens; HRW constateert dat Israël de Palestijnen in zowel de BPG als in Israël/Palestina’48 stelselmatig discrimineert met de intentie om de heerschappij van de joodse Israëli’s over de Palestijnen te bestendigen; tegelijk stelt HRW vast dat het niveau van systematische onderdrukking en begane onmenselijke daden – die volgens het Internationaal Verdrag inzake de Bestrijding en Bestraffing van het Misdrijf Apartheid (1973) en het Statuut van Rome (2002) samen met het bestendigen van de overheersing de drie elementen van de definitie van apartheid vormen – in de BPG zodanig hoog is, dat er daar van apartheid sprake is, terwijl dat in Israel/Palestina’48 lager ligt, zodat daar vooralsnog niet van apartheid sprake is;
  • In het Amnesty International-rapport wordt geconstateerd dat er in zowel de BPG als in Israël/Palestina’48 sprake is van apartheid en wel vanaf de stichting van de Staat Israël in 1948, met als logisch gevolg dat de kwestie van de Palestijnse vluchtelingen integraal in de analyse wordt meegenomen.

Twee punten vragen om nadere aandacht. Volgens HRW ligt – zoals gezegd –het niveau van systematische onderdrukking en begane onmenselijke daden in Israël/Palestina’48  lager dan in de BPG, op grond waarvan er in Israël/Palestina’48 van apartheid (vooralsnog) geen sprake zou zijn. Dat roept de vraag op wat in dit verband de door HRW gehanteerde criteria zijn.

Tot de onmenselijke daden die in het Internationaal Verdrag inzake de Bestrijding en Bestraffing van het Misdrijf Apartheid (1973) en het Statuut van Rome (2002) worden genoemd, behoren ‘gedwongen verplaatsing [verdrijving]’, ‘onteigening van grondbezit’, ‘het creëren van afzonderlijke reservaten en getto's’, en het ontzeggen van ‘het recht om het land te verlaten en ernaar terug te keren, [en] het recht op een nationaliteit’.

Wat dan te denken van de positie van de onteigende en verdreven bedoeïenen in de Naqab (Negev); de uitsluiting van Israëlische Palestijnen van toegang tot de grond – grond die na 1948 eerst grootschalig is onteigend; de ver doorgevoerde ruimtelijke segregatie tussen Israëlische joden en Israëlische Palestijnen; het grote verschil in het niveau van publieke voorzieningen tussen Israëlische joden en Israëlische Palestijnen; dat Palestijnse politieke partijen uitsluitend aan het politieke bedrijf mogen deelnemen, wanneer zij Israël als ‘Joodse en democratische staat’ hebben erkend, enzovoort.

Daarbovenop is er sinds 2018 de (Basis)-Wet op de Joodse Natie-Staat, die explicieter dan ooit Joodse hegemonie over de autochtone Palestijnen bekrachtigt (zie voor de tekst van die wet Bijlage 1).

Kennelijk is dit alles voor HRW nog altijd niet voldoende om ook de verhoudingen in Israël/Palestina’48 met apartheid aan te merken. Bij de ESCWA, B’Tselem en nadien ook AI staat het bestendigen van de overheersing door joodse Israëli’s van de Palestijnen kennelijk meer centraal bij hun conclusie dat de Staat Israël zich schuldig maakt aan de misdaad van apartheid. 

Een tweede punt betreft de uitspraken van AI’s Secretaris-Generaal Agnès Callamard bij de presentatie van het AI-rapport op 1 februari in Jeruzalem. Die uitspraken lijken logisch gesproken haaks te staan op de analyse van AI, die de kwestie van apartheid terugvoert tot de oorsprong van de Staat Israël en in het verlengde daarvan oproept tot ontmanteling van het Israëlische apartheidssysteem.

In dit verband volgt hier een lang citaat uit de bijdrage van Soheir Asaad en Rania Muhareb in dit dossier, waarin zij hun fundamentele kritiek op de benadering van AI en van andere mensenrechtenorganisaties helder onder woorden brengen:

AI’s Secretaris-Generaal Agnès Callamard koos ervoor om de persconferentie van de organisatie in Jeruzalem te openen met de bewering dat ‘het Joodse volk recht heeft op zelfbeschikking’. Daarna benadrukte zij: ‘Wij hebben geen kritiek op het feit dat er een Joodse Staat is... Waar wij om vragen, is dat de Joodse Staat de rechten erkent van alle mensen die onder zijn controle en op zijn grondgebied leven’. AI herhaalde dit standpunt in een persbericht dat die dag op haar website werd gepubliceerd, waarin stond dat zij ‘Israëls wens om een thuis voor joden te zijn niet ter discussie stelt’, noch dat zij ‘van mening is dat het feit dat Israël zichzelf als 'Joodse Staat' bestempelt op zichzelf duidt op een voornemen om te onderdrukken en te overheersen’.

Uit deze verklaringen blijkt minachting. Want dat Israël zichzelf een ‘Joodse Staat’ noemt, is niet slechts van symbolisch waarde, maar veeleer de manifestatie zelf van het zionistische vestigingskolonialisme en de overheersing door zionistische [joodse] kolonisten van het Palestijnse volk. Dit is het fundament van Israëls apartheidsregime.

[...] Wij erkennen het belang van [...] rapporten [als die van AI] voor wereldwijde campagnes en pleitbezorging. Er zijn echter problemen met dit rapport – net als met de rapporten die eerder door joods-Israëlische en internationale mensenrechtenorganisaties zijn gepubliceerd. AI's rapport verzuimt apartheid te erkennen als een instrument van het zionistische vestigingskolonialisme en gaat voorbij aan de rol van de zionistische ideologie en instellingen bij het tot stand komen en in stand houden van dit systeem. Het erkent evenmin het recht van het Palestijnse volk op zelfbeschikking. Kortom, het rapport breekt niet met de beperkingen die aan het discours van de Palestijnen worden opgelegd en gaat evenmin in op de aard van het zionistische project als zowel racistisch als koloniaal.

Einde citaat. De beide auteurs vragen zich dan ook af wat AI met haar oproep tot ontmanteling van het Israëlische apartheidssysteem nu eigenlijk precies wil ontmantelen.

Om de zaken nogmaals duidelijk te stellen: apartheid is het instrument van het vestigingskoloniale zionistische project in Palestina om daarmee de hegemonie van joodse Israëli’s over de Palestijnen in stand te houden en waarvoor het politieke zionisme de ideologische rechtvaardiging biedt.

Daaruit volgt, dat om Israëlische apartheid de wereld uit te krijgen, de vestigingskoloniale grondslag van de Staat Israel aangepakt moet worden, inclusief het gedachtegoed van het politieke zionisme.

Bij de bestrijding van Israëlische apartheid moet het dan ook om meer gaan dan om een liberaal-progressief geïnspireerde mensenrechtenstrijd . In de kern gaat het om een anti-koloniale strijd – joodse kolonisten koloniseren het historische Mandaatgebied Palestina en verdrijven of overheersen de inheemse bevolking. Inzet van die strijd is de dekolonisatie van Palestina – een van de laatste kolonies in de wereld – en de opbouw van een nieuwe staatkundige entiteit naar het model van post-apartheid Zuid-Afrika. Dekolonisatie wordt door Israel met steun van zijn pleitbezorgers en zijn bondgenoten geblokkeerd. Daarmee zijn zij – in de eerste plaats de Staat Israël – verantwoordelijk voor het voortduren van het geweld en voor veel ellende van vooral de Palestijnen.

Dan zijn er de reacties die de diverse rapporten losgemaakt hebben: van Israel en zijn pleitbezorgers. Zoals te verwachten viel is door hen daartegen grof verbaal geschut ingezet. Daarbij vielen termen als leugenachtig, bevooroordeeld, dubbele maatstaven en demonisering, allemaal bedoeld om de Staat Israël te delegitimeren, waarmee de kritiek – jawel – in wezen ‘antisemitisch’ zou zijn.

Veelzeggend is dat er door hen tegen de rapporten inhoudelijk niets is ingebracht. Hoe kan het ook anders. Voor de rapporten van HRW en AI is jarenlang research gedaan, er is een lange lijst van deskundigen geraadpleegd en de analyses zijn uitgebreid gedocumenteerd. In (pro-)Israëlische kring kan men dan ook alleen maar hopen dat de bui – net als dat eerder het geval is geweest – zal overdrijven. Dat is echter nog maar de vraag. Want vanuit de civil society zwelt de kritiek op en het verzet tegen de politiek van Israël aan. Binnen de gemeenschap van de mensenrechtenorganisaties bestaat er nagenoeg consensus over Israëlische apartheid. Bovendien, met zijn aanhoudend geweld tegen de Palestijnen – institutioneel, politioneel, militair – draagt Israël zelf steeds nieuwe munitie aan.      

Van de kant van regeringen en prominente politieke partijen in het Westen is er overwegend  afwijzend op de diverse rapporten gereageerd (zie in dit verband de even nietszeggende als – gezien de ernst van de zaak – beschamende uitspraken van de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, in Bijlage 2). Sindsdien hult men zich in stilzwijgen. 

Datzelfde geldt voor de gevestigde media in het Westen. Hun monopolie in de berichtgeving en meningsvorming is echter allang door de sociale media doorbroken, met de civil society als grote afnemer van hun informatie.

De vraag is wat de volgende stap van de mensenrechtenorganisaties zal zijn. Behalve aan de inhoud van hun rapporten meer bekendheid te geven – AI heeft wereldwijd 10 miljoen leden – zouden zij een actieve lobbycampagne kunnen voeren om de kwestie van Israëlische apartheid door het Internationaal Strafhof (ICC) behandeld te krijgen.   

Maar het is vooral aan de wereldwijde Palestina-beweging om met de informatie uit de diverse rapporten over Israëlische apartheid aan de slag te gaan. Deze unieke kans mag zij niet laten liggen. Palestijnse en niet-Palestijnse auteurs van de commentaren die in dit dossier zijn opgenomen, trekken lijnen door en doen aanbevelingen.

In Nederland lijken de voorwaarden voor politieke actie gunstig. Uit een recente opiniepeiling in opdracht van de vredesbeweging PAX kan worden opgemaakt dat de publieke opinie in Nederland inzake Israëlische apartheid in beweging is (zie Bijlage 3). Politici zullen uiteindelijk moeten volgen.

Robert Soeterik is voorzitter van het Nederlands Palestina Komitee

Het dossier vind je hier. 

Soort artikel

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop