Een beschaving zonder toekomst is een toekomst zonder beschaving

Te oordelen naar opgewonden commentaren is de situatie zo penibel dat het herstel van een krachtige overheid geboden is. Bij de conservatieve geluiden die begin dit jaar nog schuchter waarschuwden tegen de teloorgang van orde en gezag, voegde zich onlangs de stichting Stop de uitverkoop van de beschaving met linkse coryfeeën als Jan Marijnissen, Freek de Jonge, Dorien Pessers en Mies Bouhuys. Ze maken zich terecht zorgen over het ontstaan van een ethisch vacuüm, waarin de zelfzuchtige zich niet meer bekommert over zijn lotgenoten. Ze verwensen de mentaliteit waarin mens en natuur koopwaar zijn geworden en waarin zelfs het onbenoembare kwantificeerbaar moet zijn.
De onheilsprofeten van links lijken het eens over de oorzaak van de verloedering. Het is de schuld van de overheid die de publieke zaak heeft verkwanseld. Door onderdelen te privatiseren of door voorzieningen zo te verschralen dat het alleen via particulier initiatief en tegen hoge kosten mogelijk is zich aan de gevolgen daarvan te onttrekken. In de wereld van de vrije markt moet solidariteit wijken voor de winst en houdt de overheid zijn burgers voor dat het voortaan ‘ieder-voor-zich’ is. Logisch dat menigeen het wetgevende kader en het morele gebod uit het oog verliest. Normvervaging vloeit er vanzelf uit voort.

Geschiedenis op herhaling
Toch is hiermee niet alles gezegd. Normvervaging kent ook verder liggende oorzaken en om die op het spoor te komen is tactische berekening of koud watervrees een slechte raadgever. Wie de vraag naar de verantwoordelijkheid van links uit de weg gaat, loopt kans met de geschiedenis op herhaling te gaan.
Het oude bondgenootschap tussen de moderne mens en ‘het reëel bestaande socialisme’ is verbroken. Mislukt is de poging op etatistische basis en door organisatorische maatregelen een samenleving op te bouwen. Tot verdriet van de generatie van 68 die van dit falen getuige was. Terwijl de jongeren in het Westen revolteerden tegen de dubbele moraal, moesten ze lijdzaam toezien hoe in het Oosten de ontkenning van morele problemen de utopie en de hoop ondermijnde. Van de nieuwe communistische mens wiens ethiek gegrondvest heet op altruïsme, solidariteit en samenwerking, bleek geen spoor te bekennen. Egoïsme, stompzinnigheid en corruptie, kenmerken van de oude maatschappij, drukten hun stempel zo mogelijk nog zwaarder op de nieuwe.
Opvallend genoeg stond dat de opstand tegen de burgerlijke moraal in het Westen niet in de weg. Hierin school geen streven normloosheid tot wet te verheffen; men keerde zich, zoals gezegd, tegen een moraal, die onderdrukkende verhoudingen verhulde en rechtvaardigde.

Onderdrukkende moraal
Natuurlijk zijn er algemeen geldende gedragsregels. Mensen organiseren hun bestaan in gemeenschappelijke arbeid. Dit vooronderstelt een minimum aan codes. Geen maatschappij kan overleven als mensen elkaar voortdurend uitmoorden of opeten. Maar juist omdat het gaat om codes die de productie en reproductie van het bestaan regelen, zijn ze van meet af aan verweven met een ethische standaard die - anders dan de relatie van individuen onderling - vooral die van de ene sociale groep tot de andere regelt. Terwijl het taboe op moord, incest en kannibalisme onveranderd blijft, wijzigen die codes voortdurend. Hoe machthebbers ook trachten deze als rechtvaardig en legitiem te doen aanvaarden, steeds weer blijken deze op tegenspraak te stuiten omdat ze een dubbele moraal bevatten, welke aan de ene groep rechten verleent die aan de andere worden onthouden. Het gebod ‘Gij zult niet doden’ wordt als morele eis alleen geformuleerd in een maatschappij waarin bepaalde personen het recht hebben te doden. Alleen van degenen die gedood mogen worden, wordt geëist dat ze niet mogen doden – behalve uiteraard wanneer het geschiedt in naam van de koning, God, de kerk, het vaderland, ter verdediging van orde en gezag, om niet te spreken van de verdediging van het private bezit. Zo wordt ook het gebod ‘Gij zult niet stelen’ alleen als morele plicht voorgehouden aan degenen die dag in dag uit bestolen worden, de massa van directe producenten van wie genomen wordt wat ze met hoofd en handen voortbrengen. Alleen een maatschappij gebaseerd op uitbuiting is gedoemd dat gebod met hand en tand te verdedigen. Met andere woorden: morele eisen zijn eisen die weliswaar maatschappelijk noodzakelijk zijn maar van welke de redelijkheid door individuen moeilijk begrepen kan worden omdat ze in tegenspraak zijn met het gevoel van rechtvaardigheid, vrijheid en menswaardigheid. Ze kunnen hooguit geloofd worden, bijvoorbeeld door ze tot een hogere, tot een goddelijke macht te herleiden of tot een biologische oorsprong, zoals in de rassenleer gebeurt. Maar hoe bedreven de machtigen ook zijn in het manipuleren van de samenleving, het is onvermijdelijk dat de twee verschillende verzamelingen van morele codes vroeg of laat met elkaar botsen.
Een prachtige illustratie daarvan is te vinden in Sophokles’ tragedie Antigone, archetype van alle drama in de wereldliteratuur. Antigone symboliseert de weigering van het individu de eigen morele code ondergeschikt te maken aan de groepsmoraal, het belang van de heersende klasse. Onaanvaardbaar voor elke heerser die zal argumenteren dat de beschaving uiteenvalt als iedereen zich gedraagt als Antigone. Maar daarmee voorkomt hij allerminst dat tallozen de keus van Antigone volgen en periodiek tegen onrechtvaardigheid in opstand komen. In die revolte ontwikkelen onderdrukten spontaan hun eigen gedragscode, die kan uitgroeien tot een nieuwe moraal, één die radicaal afwijkt van die van de tegenstander.
Dat gebeurde ook in de jaren zestig, waar nieuwe sociale activiteit en nieuwe sociale verhoudingen tot bloei kwamen. Met het opruimen (althans met het begin maken daarvan) van religieus fanatisme, van seksuele onwetendheid en van het amorele patriarchaat, waarin de vrouw in afhankelijkheid leeft van de man, toonde de 68-generatie het bestaan op een solidaire, rechtvaardige en democratische grondslag te willen inrichten. De verontwaardiging over de maatschappij waarin leugen en bedrog tot het normale gedrag behoorde, liet geen andere keus; morele verontwaardiging als motor voor politieke actie was voor de 68-generatie op zijn minst zo belangrijk als lage lonen of tekortschietende voorzieningen.

Tegencultuur
Alleen al uit lijfsbehoud leerde de verzetsgeneratie onderlinge concurrentie uit te bannen en daarvoor samenwerking en solidariteit in de plaats te stellen. Openheid en opofferingsgezindheid ter wille van een doelmatiger strijd. Zonder dat geen zelfactiviteit, geen zelf-organisatie en geen zelf-emancipatie. Daar was het in de groepsvorming, de sociale bewegingen en zelfs in de vakbonden om te doen. In hun organisaties stelden de werkenden zich hogere morele eisen dan ze in de burgerlijke maatschappij gewend waren.
De dramatiek is dat sinds de jaren tachtig die bevrijdende tegencultuur op de terugtocht is. Solidariteit, opofferingsgezindheid en gelijkwaardigheid maken wederom plaats voor betrekkingen, waarin materiële afhankelijkheid à contant wordt afgerekend.
Natuurlijk zijn er uitzonderingen, maar dat maakt de regel niet minder uitgesproken.Van Bertolt Brecht is de veelzeggende tekst Die Ausnahme und die Regel. Hij beschrijft hoe een rijk man met een arme knecht door de woestijn trekt. Ze verdwalen en dreigen van dorst om te komen. De knecht – onderweg mishandeld en vernederd – reikt zijn baas de laatste fles water. Deze ziet de fles voor een steen aan, vreest te worden doodgeslagen en vermoordt zijn onfortuinlijke metgezel. Het komt tot een rechtszitting. De rechter oordeelde dat van de rijke niet gevraagd kon worden rekening te houden met het feit dat zijn vertrapte knecht hem de waterfles wilde geven. De regel is dat deze in zo’n situatie zijn plaaggeest doodslaat. Om die reden moet de rijke vrijgesproken worden. Brecht besluit de parabel met de zin: ‘wat hier gebeurde was een uitzondering. Waarmee de rijke en zijn rechter rekenen dat is de regel. Wij willen een maatschappij, waarin regel wordt, wat nu uitzondering is’.
Die maatschappij lijkt op dit moment verder weg dan ooit. Verantwoordelijk daarvoor zijn mede de profeten van links, sociaal-democraten en communisten die meenden de economisch zwakken zonder hun toedoen, desnoods met geweld gelukkig te kunnen maken. Die het vertrouwen van mensen in hun organisaties ondermijnden en hun zelfactiviteit vervingen door partijdiscipline en leiderschapscultus. Die tenslotte argumenteerden dat de ontwikkeling van de maatschappij het resultaat was van objectieve economische wetten, die iedereen te gehoorzamen heeft ongeacht de daaruit voortspruitende materiële en morele ellende. In de laatste twintig jaar heeft dat de krachtsverhouding ten nadele van wie niet tot de rijken behoort, ingrijpend veranderd. De tekenen zijn evident. Het aantal miljonairs in Nederland nam de afgelopen tien jaar toe van 51 duizend in 1991 tot ruim 200 duizend nu. In dezelfde tijd steeg het aantal kinderen dat in armoede opgroeit met 15 procent tot 350 duizend. Onderwijl nam het percentage van het bruto binnenlands product dat aan gezondheidszorg en aan onderwijs werd besteed gedurig af. Dat is werk van mensen, resultaat van politieke beslissingen en niet van zogenaamde objectieve economische wetten.

Kiezen
Er bestaan verschillende conflicterende typen van sociale organisatie, die conflicterende materiële klassenbelangen reflecteren en leiden tot conflicterende morele standaarden, wat Karl Marx zo kernachtig samenvatte als: de politieke economie van het kapitaal tegenover de politieke economie van de arbeid. Vanuit het standpunt van de arbeidersklasse is verzet tegen een systeem dat miljoenen mensen tot armoede en demoralisatie veroordeelt volstrekt aanvaardbaar. Kapitalisten denken daar uiteraard anders over. Zij veroordelen iedere ondermijning en rebellie als immoreel.
Niemand wil de beschaving ten gronde zien gaan; De vraag is echter welke morele standaard en welke sociale organisatie we daarbij op het oog hebben: de façade van de burgerlijke ethiek, waarachter een decadente levenswijze schuil gaat of de ethiek van Antigone en de utopie van Brecht.
De schrijvers van het manifest Stop de uitverkoop van de beschaving lijken dat onderscheid niet te maken. Ze leggen terecht de vinger op de zere plekken van de kapitalistische orde, maar de remedie is even klassiek als naïef. Men waant zich terug aan het eind van de negentiende eeuw, bij Bernstein en later Kautsky, wanneer men de opstellers de overheid en de ondernemer hoort toeroepen zich op het herstel van hun morele grondslag te bezinnen.
Alsof ondernemers en overheid ook maar de minste aandrang voelen hun hypocriete handelen als onethisch onder ogen te zien. Dat menselijke activiteit gericht moet zijn op efficiëntie en winst is geen afbraak van beschaving maar hun notie van beschaving, ze kunnen en willen niet anders; het liegen en bedriegen zit hen in het bloed; ermee ophouden druist tegen hun belang in, tegen de logica van het privé-bezit en tegen de wet van de concurrentie. Als de ethiek bij het aanvaardbaar maken van hun handelen te kort schiet, nemen ze hun toevlucht tot dwang, tot wetten, tot rechters en uiteindelijk het leger.
Opmerkelijk tot slot is de rol die de manifestschrijvers zichzelf toemeten. Ze klommen in de pen ter bescherming van ‘de anderen’, zonder te onderzoeken waarom die ‘anderen’ de laatste twintig jaar het initiatief verloren, hun tegencultuur in rook zagen opgaan en zonder het verband te schetsen met de ideologische en morele regressie die deze teloorgang in de samenleving teweegbracht. Zich voor die ‘anderen’ in de plaats stellen en hun geluk in handen leggen van een partij, een overheid, een regering, een leider is in de geschiedenis vaker beproefd en met desastreus gevolg. De sleutel van Marx’ socialisme is zelfemancipatie en niet het gelukkig maken van mensen tegen hun wil. Oordelend naar het criterium of dit manifest die zelfemancipatie bevordert, lijkt optimisme nauwelijks gerechtvaardigd.

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop