Een voet in de instellingen, 100 voeten op straat

De Europese verkiezingen worden gekenmerkt door de opkomst van het militarisme en de zorgwekkende opmars van extreemrechts. Een interview met Miguel Urbán, lid van het Europees Parlement en activist van Anticapitalistas in Spanje.

Kan je jezelf voorstellen en ons vertellen over je politieke carrière?

Ik ben Miguel Urbán, lid van het Europees Parlement sinds 2015 en activist bij Anticapitalistas. Ik ben sinds 2013 betrokken bij politiek activisme. Ik ben betrokken geweest bij verschillende bewegingen: studenten-, antikoloniale, voor het recht op huisvesting, bezettings- en anti-oorlogsbewegingen. Ik was één van de oprichters van Podemos. Ik schrijf ook regelmatig voor verschillende media, van Spaanse media zoals El País en Público tot internationale media zoals La Jornada in Mexico. Ik zit ook in het panel van deskundigen voor het tijdschrift Viento Sur.

De mediakwestie lijkt erg belangrijk in je activisme?

Ja. Ik heb altijd geprobeerd om activisme te combineren met politieke reflectie en ik heb een dozijn boeken geschreven, meegeschreven of gecoördineerd die in Spanje en daarbuiten zijn gepubliceerd. Ik heb net Trumpismos neoliberales y autoritarios. Una radiografía de la extrema derecha internacional (Neoliberale en autoritaire Trumpismen. Een röntgenfoto van internationaal extreemrechts) bij Fondo de Cultura Económica, een Mexicaanse uitgeverij. Ik heb dus altijd geprobeerd om mijn politieke activiteiten te combineren met het stimuleren van het publieke debat, niet alleen via columns en artikelen maar ook via interviews. Dat zijn fundamentele instrumenten in het politieke werk dat we door de jaren heen hebben gedaan. Hierbij gebruiken we het instituut als een soort megafoon en ook als een middel om bepaalde ruimtes binnen te komen waar het anders heel moeilijk zou zijn om toegang te krijgen.

Een maand geleden bracht ik een aantal dagen door aan de grens bij Rafah: het kostte me bijna twee maanden onderhandelen met de Egyptische ambassade om toegang te krijgen. Toen ze de stad Diyarbakir in Koerdistan 98 dagen lang omsingelden en aanvielen, werd ik binnengelaten, ook al mocht de pers er niet in, omdat ik een gekozen lid van het Europees Parlement ben.

Toen de Hondurese Berta Cáceres, de feministische, inheemse, milieu- en antikapitalistische leidster, werd vermoord, kon Gustavo, de belangrijkste getuige, een Mexicaanse kameraad die bij haar was en die wist te ontsnappen omdat hij door de moordenaars dood werd gewaand, Honduras niet verlaten vanwege de betrokkenheid van de toenmalige Hondurese regering bij de moord op Berta Cáceres. Ik ging naar het land en samen met een commissie en als enige parlementslid slaagden we erin Gustavo in veiligheid te brengen en het land uit te krijgen.

We volgden de kwestie van de strijd tegen onderdrukking op de voet, zowel in het Noorden als in het Zuiden, waarbij we de positie van Europarlementariër gebruikten om rechtszaken bij te wonen, politieke druk uit te oefenen op kwesties van criminalisering of bedreiging van mensenrechtenverdedigers.

Toen het leger tijdens de opstand van 2019 op straat stond in Chili, was ik de enige niet-Chileense gekozen functionaris die het land bezocht. Ik kon de militaire controleposten 's nachts in de gaten houden; we hielden een persconferentie die veel impact had in het land en sterke internationale druk uitoefende op de zaak van onderdrukking in Chili.

Ik was op zoek- en reddingsboten in de Middellandse Zee toen Salvini de havens sloot, waardoor geredde mensen niet naar binnen konden. Ik bracht meer dan veertien dagen door op de Middellandse Zee zonder dat ik de haven in kon, ondanks mijn status als parlementslid. Uiteindelijk lukte het ons om van boord te gaan en werden we verwelkomd in Spanje.

We hebben alle grenzen kunnen bezoeken, zowel in Europa als in het Zuiden: we zijn in Soedan, Niger, Mali, Senegal, Egypte, Tunesië en Libië geweest, allemaal landen die we niet hadden kunnen bezoeken als we geen lid van het Parlement waren geweest. Ik ben meegegaan met de eerste karavaan migranten die vanuit Honduras naar Tijuana in Mexico is getrokken. Ik kon deelnemen aan het internationale steuncomité voor de Griekse schuldcontrole tijdens de eerste regering-Syriza. We konden de situatie volgen in alle vluchtelingenkampen die toen bestonden, in Idomeni, Lesbos, Moria en andere Griekse eilanden. Voor het eerst in vijfentwintig jaar hebben we van het Europees Parlement erkenning gekregen voor de humanitaire noodsituatie in Marokko, door de detentiesituatie in het geval van Omar Rádi, een kameraad die banden had met de Vierde Internationale, te bekritiseren en aan de kaak te stellen.

Dus jullie hebben de instelling op een onconventionele manier gebruikt?

Ja. We hebben ervoor gekozen om ons niet op te sluiten in de instelling door te doen alsof we de beste parlementariër zijn. We hebben de parlementaire instelling gebruikt om dingen te doen waarvan ze niet willen dat we die doen. Zoals het aan de kaak stellen van vrijhandelsakkoorden, het proberen op te bouwen van netwerken met de landen van het Zuiden juist om die akkoorden te verwerpen. En dat alles met geld van de Europese Unie.

Met wisselend succes hebben we geprobeerd op te treden als een soort 'paard van Troje' binnen de instellingen, waarbij we ook de instelling zelf en het nu zo overheersende militarisme aan de kaak stelden. We probeerden een internationalistische activiteit te ontplooien om de strijd in het Zuiden te steunen. En we hebben ervoor betaald: ik werd vastgehouden door de Mossad en mij werd de toegang tot verschillende landen geweigerd, waaronder Marokko.

Eduardo Bolsonaro, als zoon van Bolsonaro de belangrijkste leider van het Bolsonisme, heeft een eenentwintig minuten durende video gepubliceerd waarin hij mij bedreigt, juist vanwege al het werk dat we doen tegen extreemrechts in Brazilië. Er is bij mij thuis ingebroken om mij, mijn kinderen en mijn partner te bedreigen. Er werden verschillende aanslagen op mijn leven gepleegd aan de poorten van het Europees Parlement en daarbuiten.

Natuurlijk dient dit alles niet om de richtlijnen van de Europese Unie te verbeteren. Het Europees Parlement is niet eens een echt parlement. In het beste geval zijn we medewetgever, maar we hebben geen eigen wetgevingsinitiatief. Ik denk dat dit een heel ernstige democratische tekortkoming is in het antidemocratische systeem dat de Europese Unie is. Ik denk ook dat de krachtsverhoudingen verhinderen dat we antikapitalistische voorstellen hebben die aan het Parlement kunnen worden voorgelegd. We hebben dus veel gebruik gemaakt van de instellingen zelf en van de ruimte die we hadden. En we hebben vooral onze eigen ruimte gecreëerd.

Wil je zeggen dat al het interne werk van de commissies en parlementaire groepen niet zo belangrijk is en dat we Europa niet van binnenuit kunnen veranderen?

Inderdaad. Om een echt Europees socialistisch en ecofeministisch project op te bouwen, moeten we ons ontdoen van de Europese Unie, niet hopen dat we haar kunnen hervormen. Sinds Maastricht is de Europese Unie een instrument geworden voor de institutionalisering van het neoliberalisme, als het enig mogelijke beleid. Toen de Syriza-regering zwichtte door het memorandum na het referendum te ondertekenen, eindigde Weber, de woordvoerder van de Europese Volkspartij in het Parlement, zijn toespraak met te zeggen dat 'het voorbeeld van Griekenland laat zien dat het niet mogelijk is om een linkse regering te hebben in de Europese Unie, en laat dat een les zijn voor Podemos en Spanje'. Ik ben het met hem eens.

Ik denk dat we een links beleid moeten blijven voeren dat gebaseerd is op een internationalistische grondgedachte van ongehoorzaamheid aan de verdragen van de Europese Unie en de opbouw van een alternatief Europees project, in tegenstelling tot de op identiteit gebaseerde aanpak die extreemrechts voorstelt.

Hoe kunnen we breken met de Europese instellingen?

De instellingen zijn tegen ons en onze belangen. Dat gezegd hebbende, denk ik dat het logisch is – en we hebben dat altijd gezegd als Anticapitalistas – om één voet in de instellingen te zetten en 100 voeten op straat. Onze uitdaging is om onze voet in de instellingen te gebruiken om processen van strijd en zelforganisatie aan te moedigen. Er is bijvoorbeeld een programma bij het Europees Parlement dat voorziet in honderdtien reizen per jaar om burgers naar het Europees Parlement te brengen om ze dichter bij de instelling te brengen. Honderdtien reizen per jaar dus, er wordt betaald voor kaartjes, eten en accommodatie. En dan leiden ze hen twee uur lang rond in het Europees Parlement, waarna een parlementslid meestal een korte toespraak houdt.

We hebben die reizen gebruikt om conflicten, stakingen, vakbonden, onderdrukte mensen binnen te brengen, zodat we het Parlement als luidspreker voor de strijd kunnen gebruiken en er media-aandacht aan kunnen geven. Stakende arbeiders naar een plek brengen waar ze normaal niet te vinden zijn, trekt media-aandacht en geeft legitimiteit aan die strijd. We brachten zelfs kameraden van libertaire en anarchistische vakbonden mee, die niet in instellingen geloven, maar die deelnamen omdat ze zagen dat het nuttig was en dat we geen politiek voordeel probeerden te behalen. We brachten Extinction Rebellion mee, alle kameraden die in Europa gecriminaliseerd worden voor het beoefenen van burgerlijke ongehoorzaamheid tegen klimaatverandering.

Als we actiegroepen bij elkaar brachten, probeerden we die te coördineren met andere landen, met andere vakbonden of met andere Europese actiegroepen, om het Europees Parlement te gebruiken als een middel om de strijd te coördineren. We werkten bijvoorbeeld samen met Turkse vakbonden via een bedrijf dat Dielinke heette; vervolgens werkten we aan solidariteitskwesties met Spaanse bedrijven die de rechten van arbeiders in Turkije schonden, organiseerden we bijeenkomsten en zelfs een steunstaking in Spanje en verbonden we Spaanse vakbonden met Turkse en Koerdische vakbonden.

Dat betekent niet dat we geen parlementair werk hebben gedaan. We wilden laten zien dat we parlementair werk konden doen, in tegenstelling tot wat ze zeggen, maar dat het niet het enige werk was dat gedaan kon worden, integendeel. In die zin waren we zelfs storend in de manier waarop we ons kleedden, we overtraden de dresscode van de instellingen. Ik herinner me de eerste toespraak in het Europees Parlement, toen Syriza won, toen ik Mario Draghi, de toenmalige president van de Europese Centrale Bank, een financiële terrorist noemde en hem vroeg hoe hij 's nachts kon slapen met wat hij deed. Het enige wat de Financial Times meldde was dat Mario Draghi was tegengehouden door een man in een T-shirt!

Een ander voorbeeld: mijn eerste activiteit als lid van het Europees Parlement, was om met de kameraden van de Europese Coördinatie mee te gaan om de Europese Centrale Bank te blokkeren, om deel te nemen aan de Occupy Frankfurt-acties. Dat was mijn eerste formele activiteit als nieuw gekozen lid van het Europees Parlement. En vanaf dat moment was dat wat onze activiteit markeerde.

Je hebt de ervaringen van Podemos en Syriza meermaals aangehaald, wat is je beoordeling nu?

Ik was een van de oprichters van Podemos. Eind 2015, toen Syriza won, ontstond een slogan in Griekenland: 'Syriza, Podemos, we gaan winnen'. Dat werd toen gezegd, omdat de Grieken zich bewust waren van de noodzaak om niet de enige regering te zijn die kritiek had op de bezuinigingen. In die context denk ik dat de angst dat Podemos aan de macht zou komen en een alliantie zou vormen met Syriza binnen een anti-bezuinigingskader, hoewel geen antikapitalistisch kader, een heel belangrijke rol heeft gespeeld in de poging om Griekenland te disciplineren. Ik denk dat ze Griekenland probeerden te disciplineren om de rest te disciplineren, om een voorbeeld te stellen van wat er kon gebeuren met iedereen die probeerde een ander beleid te voeren dan de Trojka op dat moment eiste.

Ik denk dat de nederlaag van Syriza in 2015 niet goed is geanalyseerd, juist omdat het een nederlaag was voor heel Europees links. Het veranderde de politieke cyclus waarin we leefden. Op dat moment was er een opleving in het proces van strijd, niet alleen in Griekenland en Spanje, maar ook in Portugal, waar de Bloco en de PCP (Portugese Communistische Partij) 23 procent van de stemmen hadden gewonnen bij de verkiezingen. In Italië was er ook een heel interessant proces: de Vijfsterrenbeweging vertegenwoordigde ook een zekere mate van ergernis onder de bevolking over het antidemocratische en strenge beleid van de Italiaanse technocratische regeringen. In Frankrijk was er de lancering van La France Insoumise en de beweging Nuit Debout. Al die bewegingen werden gedisciplineerd door de Griekse nederlaag. Links wist niet goed te lezen wat er op het spel stond in de Griekse strijd.

De Griekse kameraden zagen het als een heel eenzame strijd. Hun nederlaag was niet eenzaam, maar mondiaal. Het veranderde de politieke cyclus dermate dat woede, protest en de proteststem naar extreem rechts overhelden. Een andere uitkomst van de Griekse situatie had wellicht in het Verenigd Koninkrijk een Brexit voorkomen. De nederlaag van Syriza was een voorbode van de nederlaag van Podemos door interne verdeeldheid te zaaien tijdens de campagne. Toen de meerderheid van links brak met Syriza, ging Iglesias campagne voeren voor Tsipras, terwijl ik campagne ging voeren voor Unidad Popular (Volkseenheid): twee leden van het Podemos-bestuur voerden op dat moment dus twee verschillende campagnes. De nederlaag van Unidad Popular was ook een nederlaag voor de meest linkse stellingen.

Op dat moment was de situatie erg moeilijk en probeerden we Plan B nieuw leven in te blazen: een poging om politieke lessen te trekken uit de nederlaag in Griekenland en meer Europese coördinatie aan te moedigen, door middel van verschillende initiatieven. Het eerste in Madrid, dat vrij goed werkte; we voerden ook acties in Frankrijk, Zweden, Denemarken, Portugal enzovoort, maar we slaagden er niet in een coördinatiekader te stabiliseren dat verschilde van het klassieke reformisme van de Europese linkse partij.

Wat de Spanjaarden, en veel leiders van Podemos, zeiden was dat de hypothese van Syriza om aan de macht te komen en te proberen te breken met de bezuinigingen niet mogelijk was. Dat moedigde de poging aan om een overeenkomst te sluiten met de Socialistische Partij (PSOE) om samen te regeren en om meer 'respectabel' te zijn in de ogen van het establishment, zodat ze ons minder zouden raken en in staat zouden zijn om hervormingen of verbeteringen te realiseren. En dat was het kader dat de breuk van Anticapitalistas met Podemos bepaalde, omdat de strategische veronderstelling waarop Podemos was gebaseerd, namelijk het niet ondergeschikt zijn aan het sociaal liberalisme en dus aan de Socialistische Partij, werd geëlimineerd.

Dat gebeurde ook in andere Europese landen, in Frankrijk met France Insoumise, dat zich nu probeert te heroriënteren, en in Italië met het proces van institutionalisering van de Vijfsterrenbeweging.

Ja, maar in de Spaanse context is de Socialistische Partij de hoeder van de monarchie en het politieke regime van 1978, voortgekomen uit het pact met de elites van Franco. Dat heeft in ons land een nog regressievere connotatie dan in andere sociaal-liberale landen zoals Frankrijk en elders. Het is niet alleen een ideologische kwestie: door ons aan hen ondergeschikt te maken, worden we ook electoraal uitgeschakeld, niet alleen sociaal en politiek. Met andere woorden, wij geloven dat de twee grote risico's voor Podemos waren: zich matigen en zich normaliseren. Om eruit te zien als een partij als alle andere die, in een minderheid met de Socialistische Partij, regeert.

Tot slot denk ik dat een deel van de nederlaag van Podemos en de daaropvolgende capitulatie ook moet worden gelezen in een Europese logica van het veranderen van de cyclus in het licht van de nederlaag van de anti-bezuinigingsbeweging, met de ervaring van Syriza in Griekenland als voorbeeld.

Hoe zie je de Europese verkiezingen? Er is een heel sterke reactionaire opleving, die gepaard gaat met militarisering en nieuwe conflicten zoals in Oekraïne en de genocidale oorlog in Palestina. Hoe zie je de dingen?

De situatie is heel slecht: voor de mensheid, vooral voor de arbeidersklasse en heel beroerd voor elk antikapitalistisch of gewoon anti-neoliberaal project. Sinds 2015 zien we een sterke verschuiving naar rechts, over de hele Europese politiek. Het is een tijd van wereldwijde wanorde. Het verval van het Noord-Amerikaanse imperium en de opkomst van een soort nieuwe periode van inter-imperialistisch conflict op wereldschaal, over steeds schaarser wordende grondstoffen, genereert ook een neo-extractivistische en neokoloniale logica.

In feite is 80 procent van de grondstoffen die we nodig hebben om de zogenaamde ecologische overgang naar een 'groen kapitalisme' in Europa te maken buiten ons continent te vinden. In die zin is Europa begonnen aan een logica van herbewapening. Zoals de heer Borrell, de Hoge Vertegenwoordiger van de EU voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, zegt, moet Europa in staat zijn om de taal van de macht te spreken, niet de zachte taal van de mensenrechten maar de taal van wapens, de taal van oorlog. Om de commerciële druk van de Europese Unie in stand te houden, zijn er legers nodig in Afrika, zodat ze kunnen worden verplaatst naar gebieden die in conflict zijn met andere oude of nieuwe machten.

Dat proces van herbewapening gaat niet zozeer over het betwisten van het Oekraïense schaakbord met Rusland als wel over het betwisten van het wereldschaakbord. Daarbij wordt Afrika meer betwist dan Oekraïne, omdat Afrika veel meer grondstoffen bezit die Europa nodig heeft dan Oekraïne. Het probleem is dat Oekraïne als voorwendsel wordt gebruikt door de Europese elites om hun eigen belangen als elites te versterken in de context van inter-imperialistisch conflict. Dat is ook de context van wat er in Palestina gebeurt.

De crisis van het kapitalistische regime betekent ook een crisis van het liberale bestuursmodel van na de Tweede Wereldoorlog. Er is geen eenheid meer, alles is fictie: wat we zagen [met de inval van de Equadoraanse politie] bij de Mexicaanse ambassade in Ecuador, waar de Ecuadoraanse regering toestond dat de soevereiniteit en het Verdrag van Wenen werden geschonden, is slechts één voorbeeld van de ineenstorting van het internationaal recht.

De ondertekening van het Europese migratiepact maakt een einde aan het asielrecht en maakt deel uit van dezelfde crisis, waarbij juist het model van de liberale democratie en de scheiding der machten ter discussie wordt gesteld. Tegelijkertijd zijn we getuige van de opkomst van een steeds sterker autoritarisme op wereldschaal, waarbij het recht op demonstratie in twijfel wordt getrokken en steeds repressievere middelen worden ingezet.

Het enige wat overblijft van liberale democratie is het stemmen om de vier jaar; voor de rest bestaat er een ware én groeiende dictatuur van de markt, in dit imperialistische model van schaarste en ecologische urgentie. In die context wordt extreemrechts heel waarschijnlijk de leidende kracht in negen landen van de Europese Unie, waaronder een aantal centrale landen zoals Frankrijk en Italië.

De escalatie die Netanyahu uitlokt in Palestina en in de regio, Iran, Oekraïne, wat er gebeurt in Latijns-Amerika, dat alles maakt deel uit van een geheel, van die crisis van het regime en toename van imperialistische conflicten. Bovendien zijn er in 2024 verkiezingen in de halve wereld. Vooral de verkiezingen in de VS zullen heel belangrijk zijn: de overwinning van Trump zou kunnen leiden tot een versnelling van al die processen.

We kunnen niet uitsluiten dat de keten van imperialistische conflicten op regionaal niveau uiteindelijk uitmondt in een open mondiaal conflict en dat zou een derde wereldoorlog met kernwapens zijn, wat tot een verwoestend scenario zou leiden.

Wat zou dan onze belangrijkste taak zijn?

Ik denk dat de belangrijkste taak op dit moment niet zozeer is om na te denken over de verkiezingen. We moeten vooral nadenken over hoe we opnieuw een antimilitaristisch internationalisme kunnen opbouwen dat breekt met alle imperialismen, dat onafhankelijk is van imperiale belangen en afstand neemt van onze imperia of onze concurrenten, dat klassenonafhankelijkheid kan hebben en dat voorstelt dat een van de belangrijkste elementen op dit moment een ecosocialistisch antimilitaristisch beleid is; nadenken over het verband tussen de klimaatcrisis en de toename van oorlog en gewapende conflicten.

Er is niets dat een wereld in vlammen meer versnelt dan remilitarisering en oorlog; er is niets dat het scenario van klimaatinstorting meer versnelt dan het investeren in wapens van schaarse middelen en grondstoffen die essentieel zijn voor een zogenaamde transitie. Ik denk daarom dat we de zeer belangrijke huidige historische context goed moeten begrijpen, als we willen begrijpen dat de belangrijkste tegenstelling nu die is van kapitaal of leven. En dat is wat we aan het uitspelen zijn; het is zelfs niet langer kapitaal versus arbeid: de tegenstelling is nu tussen kapitaal en leven.

De coronacrisis was een test van wat we aankonden. Die test verloren we: we werden onderworpen aan een ware shockdoctrine, we waren niet eens in staat om het privé-eigendom van bepaalde farmaceutische multinationals ter discussie te stellen tegenover een gemeenschappelijk goed voor het leven van mensen. Dat zou ons aan het denken moeten zetten: of we gaan de confrontatie aan met de tempel van het privé-eigendom en beginnen te praten over toegang tot gemeenschappelijke hulpbronnen, strategische controle over sectoren van de economie en een wereld in vrede. Of we gooien nog meer benzine op het vuur en versnellen de trein zonder remmen – dat is het kapitalisme geworden – in de richting van de klimatologische en ecologische zelfmoord van het leven zelf.

Dit artikel stond op l’Anticapitaliste. Nederlandse vertaling redactie Grenzeloos.

Dossier

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop