Eerste impressies na de Europese verkiezingen

Of je nu veel verwacht of niet van de politieke samenstelling van een parlement, feit is dat verkiezingsresultaten een soort röntgenfoto opleveren van wat in een maatschappij leeft. Als er nu iets opvalt bij die resultaten is het de verdere opgang van extreem rechts, zowat overal in Europa. 

Opgang extreem rechts

Ver hoeven we daarvoor niet te kijken. Het Vlaams Belang verdrievoudigde zijn score zowel voor de Vlaamse, federale en Europese verkiezingen; met 18 zetels in de Belgische Kamer wordt het er de derde partij, in het Vlaams Parlement zelfs de tweede partij, alleen voorafgegaan door de N-VA. Deze grote broer van het Vlaams Belang boet weliswaar bijna 300.000 stemmen in ten opzichte van 2014, maar blijft de grootste partij van het land. Zowel N-VA als VB sturen drie vertegenwoordigers naar het Europees parlement.
In Nederland verliest Wilders’ PVV  zijn vier  Europese zetels, maar  Baudets Forum voor Democratie wint er vier, en beide krijgen waarschijnlijk een (extra) zetel na het vertrek van de Britten. De uiterst rechtse bankrekeningen zullen goed gespekt worden…

Nog meer uiterst rechtse successen elders in Europa. In Groot-Brittannië haalt de Brexit Party van Farage 31,5%, meer dan het dubbel van Labour. In Frankrijk staat Marine Le Pen’s Rassemblement National (ex-Front National) met 23,3% op de eerste plaats en klopt La République en Marche, het vehikel van president Macron. Le Pen’s Italiaanse kompaan Salvini van de Lega Nord doet nog beter met meer dan 34% van de stemmen, de Poolse PiS haalde 46% en in Hongarije scoort Orban’s Fidesz maar liefst 56%. Dat zal wel volstaan om te illustreren dat extreem rechts de wind in de zeilen heeft. 

Geen parallele evolutie links

Is de toevloed naar het uiterst rechtse uiteinde van het politieke spectrum misschien de ene kant van de maatschappelijke balans, en wordt ook de andere kant versterkt? Dat zou niet zo onlogisch zijn, en wijzen op toenemende sociale mobilisatie, en polarisatie ten koste van het ‘extreme centrum’. Dat centrum is inderdaad verzwakt, en de opmerkelijk verhoogde opkomst bij de Europese verkiezingen (van 43% naar meer dan 50%) wijst op een grotere politieke betrokkenheid. Maar links heeft daar tot nog toe niet, of toch maar zeer gedeeltelijk van geprofiteerd.

Bekijken we eerst links in de brede zin, met inbegrip van sociaal-democraten en groenen. De geslaagde campagne van de Nederlandse PvdA met spitzenkandidat Frans Timmermans deed hier en daar de hoop herleven voor een sociaaldemocratisch revival. De uitslag van de Europese verkiezingen in Nederland was inderdaad hoogst verrassend: tegenover 2014 verdubbelde de PvdA haar score (van 9,3% naar 18,9%) en stond daarmee helemaal op kop. Maar men kan niet van een trend spreken; in België gaat het bij de sociaaldemocraten aan beide zijden van de taalgrens zelfs over een historisch dieptepunt.

Ook in Duitsland maakt de SPD een zeer slechte beurt, en valt van 27,3% van de stemmen op 15,8%, onder de 20,5% van de Grünen. De 6,19% van de Franse PS is eveneens een kaakslag, alhoewel helemaal in de lijn van de verwachtingen. De Portugese sociaaldemocraten van António Costa zouden een zetel bijwinnen, de PSOE van Pedro Sánchez in buurland Spanje haalt een zeer mooi resultaat met één derde van de stemmen, en zou zo over de grootste groep van sociaaldemocratische parlementariërs in het Europees Parlement beschikken. Maar in globo verliest de fractie van de Europese sociaaldemocraten (S&D) in het Europees Parlement een vijfde van haar zetels (van 185 naar 146), wat dus iets heel anders is dan een opgaande trend zoals bij extreem rechts.

Er is enige troost te vinden in het relatief goede resultaat van de groenen, zowat over de hele Unie. Verrassing in Frankrijk, waar les Verts de derde partij werden, met 13,1% van de stemmen. De Duitse Grünen verdubbelden hun score ten opzichte van 2014 en komen zoals reeds vermeld op 20,5%. In Franstalig België verdubbelt Ecolo bijna zijn resultaat van 2014 bij de Europese verkiezingen, het Nederlandse Groenlinks gaat van 2 naar 3 zetels en in haar geheel zal de groene fractie in het Europees Parlement van 52 naar 69 zetels gaan.

Kijken we tenslotte naar ‘radicaal links’, in het Europees Parlement optredend als de fractie GUE/NGL, dan is er sprake van een regelrechte achteruitgang. De GUE valt van 52 op 39 à 42 zetels, wat op een totaal van 751 nog weinig betekent. De grootste groep, die van Die Linke, valt van 7,4% op 5,5% en verliest twee van de zeven zetels (terwijl het uiterst-rechtse AfD van 7 naar 11 gaat). La France Insoumise (Mélenchon) kon geen voordeel halen uit de beweging van de Gele Hesjes, en komt uit op een teleurstellende 6,6%, ver achter de 23,3% van Le Pen; de Parti Communiste Français haalt geen 3%. De Nederlandse SP verliest zijn twee zetels en verdwijnt uit het Europees Parlement. In Griekenland veranderde de score van SYRIZA (ca. 24%) weinig, maar die werd in de schaduw gesteld door de 33% van het rechtse Nea Democratia. Premier Tsipras kondigde vervroegde parlementsverkiezingen aan, die waarschijnlijk op 30 juni doorgaan.  Het door de vroegere minister van financiën Varoufakis opgerichte DiEM25 haalde 3%. Podemos  in Spanje en Bloco in Portugal houden stand, maar boeken geen vooruitgang. [Correctie: Bloco verdubbelde zijn score, van 4,56 % naar 9,82 %; Podemos daarentegen valt terug op 10%, komende van 14,3% bij de parlementsverkiezingen van april. HM]

De enige heuglijke ontwikkeling aan de linkerzijde is het mooie resultaat van PVDA/PTB in België. Partijvoorzitter Peter Mertens werd samen met tien andere kandidaten verkozen in de Belgische Kamer,  waar ze het rode duo  Raoul Hedebouw en Marco Van Hees komen versterken. In de verschillende deelparlementen komen er vier Vlaamse, tien Waalse en elf Brusselse PVDA/PTB verkozenen. En met Marc Botenga komt er voor het eerst een linkse Belg in het Europees Parlement.

So what?

Het zou niet ernstig zijn om uit deze hele evolutie vlug enkele conclusies te trekken. De trends zijn echter te duidelijk en te algemeen om hierin geen diepere onderstroom te onderkennen. Er is een enorm ongenoegen met de huidige maatschappij-ordening, maar de geschiedenis van de 20e eeuw toont voldoende aan dat het niet automatisch links is dat hierdoor vooruit gaat. Als er misschien toch al iets geconcludeerd kan worden, is het dat links niet geholpen wordt door zich zoveel mogelijk te schikken naar de bestaande orde en de heersende opvattingen, uit schrik zich door radicaliteit te marginaliseren. Een linkse partij die een eind mee gaat met (uiterst-)rechts in de duiding van migranten als gevaar voor de welvaartstaat blijkt daardoor niet de wind in de zeilen te krijgen. Het vervangen van rode vlaggen door tricolores evenmin. En waar er onder progressieven gepoogd wordt om samen te werken helpt het niet om veel water bij de linkse wijn te doen, want dan kun je wel eens in de verkeerde coalitie terechtkomen. Het was spitzenkandidat Frans Timmermans die zondag voorstelde een ‘progressieve coalitie’ te maken in het Europees parlement, en wel eentje gebaseerd op sociaaldemocraten, groenen, radicaal linksen en … de liberalen. De Heer behoede ons!

Dit artikel verscheen eerder op Ander Europa

 

Dossier
Soort artikel

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop