De Nederlandse krijgsmacht is goed voor ongeveer een half procent van het totale energiegebruik. Vergelijkbaar met de hoeveelheid energie die een stad als Alkmaar gebruikt. Ongeveer 60% daarvan gaat op aan operationele taken: varen, rijden en vliegen. De helft wordt gebruikt door de luchtmacht, marineschepen gebruikt 30% en de voertuigen van de landmacht de overige 20%. Kerosine is de meest gebruikte brandstof bij Defensie.
De cijfers zijn afkomstig uit de Defensie Energie en Omgevingstrategie 2019-2022 van het Ministerie van Defensie. Net als andere overheidsinstellingen heeft de krijgsmacht een klimaatdoelstelling – hoewel daartoe niet verplicht onder het Verdrag van Parijs dat krijgsmachten uitzondert van reductiedoelen. De Nederlandse krijgsmacht streeft ernaar om in 2030 voor 20% minder afhankelijk te zijn van fossiele brandstoffen. Daarvoor wordt 2019 gebruikt als 'nulmeting'. Een deel van de uitstoot kan worden teruggedrongen door minder hard te varen met minder zware schepen, aldus Kapitein-ter-zee b.d. Hendriks, die het platform 'Energie voor Inzet' heeft opgezet om de krijgsmacht te adviseren bij verduurzaming. Maar de oplossing moet vooral komen van biobrandstof. Elektrisch varen is in principe ook mogelijk, maar is alleen geschikt voor korte afstanden, omdat accu's nog altijd een beperkte capaciteit hebben. De binnenvaart experimenteert ermee, maar voor marineschepen die oceanen moeten oversteken lijkt dit geen optie.
Maar hoe realistisch is een marinevloot op biobrandstof? Er vaart inmiddels een Nederlandse sleephopperzuiger van Boskalis op 100% gebruikte keukenolie. Maar het aanbod van dit soort brandstof is beperkt. Het is zeer twijfelachtig of zelfs het totale restaanbod van alle McDonalds en KFC's bij elkaar genoeg is om de Nederlandse oorlogsvloot voort te stuwen. En alle biobrandstof die niet uit reststromen afkomstig is, is onduurzaam. Het probleem met biobrandstof voor transport is nu eenmaal dat er niet genoeg biobrandstof voorhanden is, zelfs niet voor een langzamer varende marinevloot met lichtere marineschepen. We kunnen moeilijk heel Nederland volplanten met biobrandstofgewassen, want waar zouden we dan nog die zonnepanelen en windmolens moeten plaatsen? Om over het verbouwen van voedsel nog maar te zwijgen.
Het Ministerie van Defensie blijft echter welgemoed, vooral op aandrang van D66. Deze week bespreekt de Tweede Kamer de plannen voor aanschaf van 10 nieuwe ondersteuningsschepen voor de marine, die de komende jaren gebouwd moeten worden. Staatssecretaris Visser wijdt een hele alinea in haar brief aan de Kamer aan het plan de haalbaarheid van emissievrije schepen te onderzoeken. De Nederlandse marine-industrie zou daarvoor de techniek kunnen ontwikkelen. De staatssecretaris wil dit militaire klimaatproject niet betalen uit de Defensiebegroting, maar uit “Rijksbreed beschikbaar gestelde middelen om de klimaatdoelen te realiseren”. Met andere woorden, Defensie wil klimaatpotjes inzetten voor technisch onderzoek van de wapenindustrie. Als dat niet kan, gaat het hele mooie plan niet door. De vraag is of de Tweede Kamer akkoord gaat met deze constructie.
Wendela is actief in Stop wapenhandel.
Reactie toevoegen