Al op zijn zestiende wordt Mandel lid van de Belgische afde-ling van de Vierde International. Hij neemt deel aan het verzet tegen de oorlog en de nazi-bezetting, en verdedigt, tegenover de stalinistische en burgerlijke lijn, een moedig internationalistisch standpunt en deelt pamfletten uit aan Duitse soldaten. Herhaaldelijk wordt hij door de bezetter gearresteerd, maar steeds weet hij te ontsnappen. Zo wist hij tijdens gevangenschap twee van zijn bewakers, die voor de oorlog zelf deel uitmaakten van de sociaal-democratische bewe-ging, ervan te overtui-gen hem vrij te laten. Aan het einde van de oorlog wordt hij naar een van de werkkam-pen in Duitsland gedeporteerd, maar in april 1945 weet hij op-nieuw te ontsnap-pen om zich bij zijn kameraden in Antwerpen te voegen.
Na de oorlog is Mandel enige tijd lid van de sociaal-democra-tische partij waar hij een belangrijke rol speelt in de linkervleugel. Hij richt het blad ‘La Gauche’ op, dat bijna de hele linkervleugel verzamelde. In 1964 wordt hij met de hele linker-vleugel uit de sociaal-democratische BSP gegooid. Daarna zal hij een van de (her)oprichters zijn van de Belgische sectie van de Vierde, de Revolutionaire Arbeidersliga.
Tekenend voor Mandel was zijn internationalistische engage-ment. In het nazikamp propageerde hij openlijk de solidari-teit tussen alle arbeiders, ook de Duitse. En in de jaren zestig werd hij zeer actief in de solidariteit met de antikoloniale revoluties. Che Guevara nodigt hem in 1963 uit op Cuba waar hij deelneemt aan een forum over de economische organisatie van de Cubaanse revolutie. Een belangrijke rol in zijn leven speelt ook het internationale verzet eind jaren zestig, begin jaren zeventig. In tegenstelling tot andere linkse intellectuelen weet hij de betekenis van ‘68’ op waarde te schatten: Mei ‘68 in Frank-rijk, de Praagse Lente, het offensief in Vietnam.
Het interessante aan Mandel is overigens dat hij in geen enkel opzicht de carrière van een academicus had. Hij had geen diploma en heeft zich ontwikkelt in de arbeidersbeweging. In zijn tijd was het nog mogelijk op basis van alles wat er door de arbeidersbeweging werd gepubliceerd een intellectueel te worden.
Deze ‘ongeschoolde’ intellectueel is zijn hele leven bezig met de uitwerking van een radicaal en open marxisme. Een van zijn belangrijkste boeken is ‘Het Laatkapitalisme’, dat hem zijn doctoraat opleverde. Het boek is volgens Perry Anderson ‘de eerste theoretische analyse van de globale ontwikkeling van de kapitalistische productiewijze sinds de Tweede Wereldoorlog.’ Het boek staat ook nu nog onder economen, sociale wetenschap-pers en filosofen hoog aangeschreven als een belangrijke analyse van kapitalistische ontwikkeling.
In 1989, na de val van de muur, koesterde Ernest Mandel grote hoop op een politieke revolutie. Men kan zich afvragen of zijn analyses hier realistisch waren of dat de wens de vader van de gedachte was. De realiteit is immers dat 1989 opnieuw tot een nederlaag van de internationale arbeidersbeweging leidde en internationaal links het steeds moeilijker heeft gekregen. Maar Mandel bleef tot het eind van zijn leven met optimisme en overtuiging zijn stand-punten verdedigen. Daaruit moeten we de inspiratie putten om op zoek te gaan naar een nieuw elan voor links. De hoop op echte maatschappijveran-dering heeft ook Mandel nooit opgege-ven.
Reactie toevoegen