De actiegroep Kick Out Zwarte Piet (KOZP) heeft de afgelopen jaren uitstekend werk gedaan in het aan de kaak stellen van het alom aanwezige racisme in Nederland en de racistische karikatuur Zwarte Piet in het bijzonder. Het sinterklaasfeest is niet het enige feest waar racistische karikaturen een rol spelen. Ook bij carnaval duiken ze regelmatig op. Het is dan ook logisch en prijzenswaardig dat KOZP zich daar ook op richt. Een reactie van Lilian Marijnissen laat nog eens zien hoe nodig dat is.

Op de aankondiging van de NOS dat KOZP in Noord-Brabant racisme in de gaten gaat houden tijdens carnaval en dat de actiegroep feestvierders vraagt om racistische verkleedpartijen te melden, reageerde de SP-voorvrouw met de volgende tweet: ‘De actiegroep gaat in Oss “onherkenbaar monitoren” of er tijdens carnaval mensen met een indianentooi rond lopen. Ik denk niet dat men in Oss zich hier wat van aantrekt. Bij carnaval mag alles en iedereen op de hak worden genomen.’

Terwijl de SP op haar laatste congres een nuttige motie over antiracisme heeft aangenomen en nadat - na stevige druk van antiracistische partijgenoten - de SP zich dit jaar voor het eerst als landelijke partij achter de antiracismedemonstratie van 21 maart heeft geschaard, laat de politiek leider van de partij zien nog weinig van antiracisme te begrijpen.

Want natuurlijk is het racistisch om je voor carnaval met een zogenaamde indianentooi uit te dossen en al dan niet ‘ahoe, ahoe, ahoe’ roepend door de straten te hossen. Dat is het belachelijk maken en vernederen van een bepaalde etnische groep, of de nep-indiaan dat nu lollig of racistisch bedoelt. Natuurlijk geloof ik niet dat de gemiddelde carnavalsvierder als hij een feestartikelenwinkel ingaat en een hoofdband met geverfde kippenveren en een suède jasje met franjes uitzoekt daarmee de bedoeling heeft om een lange neus te trekken tegen de overgebleven afstammelingen van de oorspronkelijke bewoners van Amerika die door witte kolonisten massaal zijn uitgemoord, en die nu voor een groot deel onder miserabele omstandigheden in reservaten wonen en nog dagelijks door hun witte mede-Amerikanen, met voorop president Trump, beledigd en vernederd worden.

Misschien komt het beeld van ‘indianen’ van deze carnavalsvierder niet veel verder dan dat van de racistische karikatuur Klukkluk, de gebroken-Nederlandssprekende malloot in een indianenpak uit de kinderserie Pipo de Clown, en heeft hij of zij zich nooit gerealiseerd dat er ook echte indianen waren en zijn, en dat zij, en vele andere mensen van kleur, diep gekwetst worden door dit soort lolmakerij. Daarom is het goed dat KOZP en andere antiracisten daar aandacht voor vragen.

Het is triest dat de voorvrouw van de SP dit niet begrijpt. Het blijkt dat ze grondig bijgeschoold moet worden over racisme, kolonialisme en de genocide op de Amerikaanse indianen. Zoals gebruikelijk in dit soort gevallen beroept Marijnissen zich op de traditie: ‘Bij carnaval mag alles en iedereen op de hak worden genomen’. En zoals zo vaak bij mensen die zich voor (het verdedigen van) racisme beroepen op de ‘traditie’ geeft ze een geheel eigen interpretatie van die ‘traditie’.

Carnaval is van oudsher een volksfeest. En bij dat feest hoort traditioneel het bespotten van de macht, van de machthebbers, van de kerk, van lokaal bekende personen. Een keer per jaar mag de bevolking, vanachter het carnavalsmasker en met de praalwagen laten zien wat ze vinden van de boven hen gestelden. Om de rest van het jaar hun gezag weer te aanvaarden. Alles en iedereen in de lokale gemeenschap mag met carnaval op de hak worden genomen. Maar dat is iets heel anders dan een etnische minderheid belachelijk maken en vernederen. De machthebbers in Oss waren en zijn geen indianen, en ook geen andere etnische minderheid. Het is triest dat Marijnissen dat niet inziet. Het is ook triest voor die vele SP-leden die zich vol inzetten om van de antiracismedemonstratie op 21 maart een succes te maken en die zich nu weer moeten verdedigen tegen het verwijt dat de top van hun partij nog steeds niets snapt van racisme en antiracisme.