Leren Leren speelde “VIVE LA COMMUNE”

Op 18 maart is het het 143 jaar geleden dat de Commune van Parijs werd uitgeroepen. En bloedig werd onderdrukt. Nog steeds is deze eerste 'dictatuur van het proletariaat' binnen de linkse beweging voor sommigen een bron van inspiratie. In de zeventiger jaren van de vorige eeuw speelde de amateurtoneelgroep Leren Leren nog een eerbetoon met het zelfgemaakte stuk “Vive la Commune”. Daarover sprak ik met Thérèse Osendarp, die in dat stuk de rol van de revolutionaire Marie vertolkte.

Wat was Leren Leren voor groep? Thérèse: Het was een toneelclub van ongeveer 10 mensen uit Delft en Den Haag. Toen ik erbij kwam in september 1975 had de groep al verschillende toneelstukken gemaakt en opgevoerd. Vooral over zaken die met het onderwijs te maken hadden. Vandaar ook de naam Leren Leren. De groep en de stukken die gespeeld werden, waren behoorlijk maatschappijkritisch. Maar niet aan één partij gebonden. Je had iemand die lid was van de PPR, enkele CPN'ers en trotskisten van de IKB.(1) Dat ging prima samen. We kwamen wekelijks vele uren bijeen in een oud schoolgebouw in Delft.

Toen we begonnen met de voorbereiding van het stuk over de Parijse Commune, hebben we er een professional bijgehaald. Dat was de actrice Suzanne van Lohuizen. Zij was actief bij de politieke theatergroep Proloog. Ze begeleidde ons en regisseerde. Toen we eenmaal voor de Commune als onderwerp hadden gekozen, lazen we daarover alles wat los en vast zat. Marx, Trotski, Mao. En natuurlijk Bertolt Brecht, want die hád al een toneelstuk geschreven met de titel “Die Tage der Commune”.

Waarom kozen jullie voor de Parijse Commune als onderwerp? Thérèse: Het waren spannende tijden toen. In Vietnam en Cambodja waren de Amerikanen net het land uitgejaagd. In Ethiopië was keizer Haile Selassie afgezet. In heel Latijns Amerika waren er  guerrillabewegingen. En ook in de Westerse wereld gistte het. Revolutie was een actuele aangelegenheid. Maar waar ging het dan om? Wat stond er dan op het spel? Hoe verliepen de gebeurtenissen? Wat voor dilemma´s deden zich voor? Welke keuzes zou je zelf maken in vergelijkbare omstandigheden? Wat zou ik gedaan hebben en: wat doe ik nú? Allemaal redenen voor zelfonderzoek en bezinning op ´wat leert ons de geschiedenis´. Het was niet zo gek dat we uitkwamen bij de eerste rode revolutie in de historie. Marx, Lenin, Trotski en Mao hadden daar ook zo hun lessen uit geleerd. En toen we het stuk van Brecht hadden gelezen, wisten we het zeker. Daar zat alles in wat ons ook bezig hield. Zo gingen we aan de slag met de Commune. Met een collectief van acht spelers, één gitarist en Suzanne als begeleidster.

Waarom zijn jullie niet gewoon dat stuk van Brecht gaan spelen? Thérèse; Zo zaten we niet in elkaar. We waren niet zomaar een toneelclubje. We wilden al doende ook echt wijzer worden. Leren! De materie verwerken. Bezien in het licht van de huidige werkelijkheid. Bekijken op gevolgen voor je eigen opstelling. Discussiëren. Leren! Uiteindelijk zijn we ruim een jaar bezig geweest  met het voorbereiden en schrijven van ons stuk. Dat werd een stuk korter dan dat van Brecht. Hij nam bijvoorbeeld scènes op die zich afspeelden bij de tegenstanders van de Commune in Versailles. Wij beperkten ons tot straatscènes met het ´gewone volk´. Wat we wel deden zoals Brecht waren de nuances, de verschillende meningen en twijfels onder dat gewone volk. En we zongen een hele mooie vertaling van zijn lied `In erwägung´ met als refrein:

Nu we weten dat ze ons bedreigen met geweren en met kokend lood hebben wij besloten om het slechte leven meer te vrezen dan de dood

Kouwe rillingen!

Hoe vaak hebben jullie met die kouwe rillingen op de planken gestaan? Thérèse: In januari 1977 beleefde ''Vive la Commune'' zijn première. Op een IKB-feest in de Katholieke Sociale Academie (KSA) in Den Haag. Daarna hebben we onder andere voorstellingen gegeven in het Waagtheater in Delft en in een jongerencentrum in Pijnacker. Eén van de best bezochte uitvoeringen vond plaats op de Veluwe in Vierhouten bij een bijeenkomst van het NIVON.(2) In een grote witte feesttent traden we  op voor misschien wel 200 natuurvrienden. De organisator was een man in korte leren broek en kniekousen. Hij vond ons stuk wel wat radicaal maar hij was toch tevreden over ons optreden.  Van de gebruikelijke discussie achteraf met het publiek kan ik me niets meer herinneren. In totaal hebben we zo'n tien voorstellingen gegeven. In de loop van 1978 viel deze groep uit elkaar. Een deel van de groep ging verder op het thema: de positie van de vrouw. Evengoed kijk ik met plezier terug op die drie jaren Leren Leren.


1. PPR= Politieke Partij Radikalen. Een linkse afsplitsing van de Katholieke Volkspartij (KVP). De PPR ging later op in Groen Links. CPN= Communistische Partij van Nederland. Ten tijde van Stalin een stalinistische partij, later 'eurocommunistisch'. Eveneens opgegaan in Groen Links. IKB= Internationale Kommunisten Bond. Nederlandse afdeling van de trotskistische Vierde Internationale. Later omgedoopt in Grenzeloos/Socialistische Alternatieve Politiek (SAP).

2. NIVON= Nederlands Instituut voor Volksontwikkeling en Natuurvriendenwerk. Een landelijke vereniging met sterke sociaal-democratische wortels ter bevordering van de beleving van cultuur en natuur.


Strijdcultuur

In de zeventiger jaren van de vorige eeuw heerste er een opstandige stemming in de wereld. Ook in Nederland. Dit kwam mede tot uiting in de sferen van kunst en cultuur. Tal van professionele gezelschappen, maar ook amateurclubs, radicaliseerden en gingen over tot het uitdragen van linkse maatschappijkritiek. In het buitenland had je bijvoorbeeld Dario Fo (Italië) en De Internationale Nieuwe Scene (België). In Nederland werd de Eindhovense toneelgroep Proloog de meest bekende vertegenwoordiger van wat genoemd werd 'de strijdkultuur'. Met stukken over de arbeidersstrijd, zoals Breken en Bouwen, en over het soldatenverzet, zoals Maak een Vuist van je Hand. Samen met de popgroep Bots maakte Proloog ook een musical met als titel Barst. Proloog en amateurgezelschappen als Leren Leren traden niet alleen op in schouwburgen, maar ook in vormingcentra, bij stakingen en demonstraties.

De Commune van Parijs

Op 18 maart 1871 grepen de arbeiders van Parijs de macht. Parijs was op dat moment omsingeld door het Duitse leger onder leiding van Bismarck. De burgerlijke regering van Frankrijk onder Thiers had zich feitelijk overgegeven aan de Duitsers. Thiers wilde de kanonnen, nota bene bekostigd door de Parijzenaars, inleveren bij Bismarck. De Parijse bevolking verhinderde dat. Thiers vluchtte de stad uit en het volk nam het heft in eigen handen. Voor het eerst in de geschiedenis was er op deze aarde een arbeidersstaat gevestigd. Of, zoals Friedrich Engels het noemde: een 'dictatuur van het proletariaat'.

Op 26 maart werden er vrije verkiezingen gehouden en op 28 maart werd formeel het bestuur van de Commune van Parijs geïnstalleerd.

Belangrijke maatregelen van de Commune waren:

  • Afschaffing van het staand leger en vorming van volksmilities.
  • Scheiding van kerk en staat; onteigening van semi-publiek kerkelijk eigendom; openbaar onderwijs.
  • Directe controle op de overheid; alle ambtenarensalarissen op gemiddeld arbeidsloon.
  • Afschaffing van de doodstraf.
  • Opschorting van alle huurschulden.
  • Afschaffing van de nachtarbeid in de bakkerijen.
  • Overname van alle bedrijven die door de eigenaren waren verlaten.

Vanuit Versailles lanceerde Thiers, met steun van Bismarck (!), een tegenoffensief.

Op 28 mei 1871 werd na felle gevechten de Commune verslagen. Aan regeringszijde vielen 900 slachtoffers. In de strijd en daaropvolgende massa-executies werden 20.000 communards gedood.

Impact van de Commune

De Commune van Parijs heeft grote gevolgen gehad. Overal in Europa werd na 1871 de repressie tegen de arbeidersbeweging opgevoerd. Dit droeg mede bij aan de ontbinding van de eerste Internationale Arbeidersassociatie. Maar de Commune en zeker de bloedige nederlaag ervan trok vooral diepe sporen in de linkse beweging. Marx, Engels, Lenin en Trotski hebben er diverse beschouwingen aan gewijd. Zij trokken lessen uit de ervaringen van de Commune met verstrekkende gevolgen. Marx en Engels verweten de Commune min of meer dat ze niet ver genoeg was gegaan. Ze had bijvoorbeeld de Nationale Bank van Frankrijk moeten socialiseren én het initiatief moeten nemen in de strijd tegen Thiers in Versailles. Ze had niet moeten proberen om de burgerlijke staat over te nemen, maar deze moeten 'verbrijzelen'. Lenin borduurde daar in zijn 'Staat en Revolutie' op voort. Na de Russische revolutie in 1917 kreeg dat gestalte in de praktijk. Democratie en lankmoedigheid werden ondergeschikt gemaakt aan het overleven. Trotski motiveerde het Rode Leger tijdens de burgeroorlog tot meedogenloos optreden met verwijzingen naar de brute slachtpartij onder de kameraden van de Parijse Commune. Dat nooit meer!

Zowel in de Sovjet Unie als in de Volksrepubliek China werd bij terugblikken op de Commune ook steeds sterk de nadruk gelegd op het belang van een revolutionaire voorhoedepartij. Het ontbreken daarvan zou de Parijse arbeiders lelijk zijn opgebroken.

Nog  recent werd in het linkse tijdschrift 'Kritiek 2012' de Commune van Parijs beschreven als een voorbeeldige ”politieke vorm van emancipatie”

roblubbersen[at]grenzeloos.org

Soort artikel

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop