Zoals gewoonlijk betalen de werknemers de meeste belasting, in de vorm van loonbelasting en BTW. Werkgevers ondertussen ontvangen 2,5 miljard aan lastenverlichting, onder andere in de vorm de afschaffing van de WW-premies en een verlaging van de belasting voor het MKB.
Traditiegetrouw mogen ook de coalitiepartijen hun verlanglijstjes indienen. Het enige dat een beetje opvalt aan de begroting dit jaar is dat die eisen dit jaar wel bijzonder bescheiden zijn. Alles bij elkaar kosten die de overheid niet meer dan 140 miljoen. Een lachertje vergeleken met een begroting die in miljarden wordt uitgedrukt.
Maar dit obligate toneelstukje van eensgezindheid kan niet verbregen dat we steeds meer onenigheid zien. Vooral rechts maakt zich steeds drukker om de vergrijzing; de babyboomers gaan met pensioen, ze worden oud en ziek. De kosten daarvan kunnen niet meer worden gedragen door de jongere generaties. Bovendien zijn er onvoldoende werknemers om al het werk nog te doen. Vooral dat laatste doet alle alarmbellen rinkelen. Want als er minder werknemers dan banen zijn betekent dat nu eenmaal dat de looneisen zullen stijgen. Als antwoord op de vergrijzing is volgens neoliberale economen, werkgeversorganisaties en de meeste politieke partijen een verhoging van de zogenaamde arbeidsparticipatie absoluut noodzakelijk. De commissie Bakker publiceerde daar een paar maanden geleden al een rapport over. Verhoging van de arbeidsparticipatie betekent volgens hen het verhogen van de pensioengerechtigde leeftijd, een langere werkweek, afbreken van de ontslagbescherming en het met rigoreuze maatregelen aan de slag krijgen van uitkeringsgerechtigden. Maar zelfs dit alles wordt niet voldoende geacht. Het belangrijkste adviescollege van de regering, de Raad van State, schrijft in het commentaar op de begroting 2009 dat ‘zelfs wanneer het lukt in 2016 de arbeidsparticipatie te verhogen naar 80 procent, er dan nóg aanzienlijke tekorten op de arbeidsmarkt zullen resteren: in de periode daarna krimpt de beroepsbevolking immers verder met nog eens 700.000 personen.’
Onder druk van rechts wil de huidige coalitie natuurlijk niet het M-woord uitspreken. Maar migratie – want daar het om - is op langere termijn toch echt de manier voor de werkgevers om een tekort aan werknemers in West-Europa te vermijden. In heel Europa bestaan nu al speciale programma’s om hoogopgeleiden binnen te halen en te houden. Zelfs Verdonk voerde speciale wetgeving in om hoog opgeleide immigranten Nederland binnen te halen. Voor laagopgeleide werknemers is het huidige toverwoord ‘circulaire migratie’: werknemers uit derdewereldlanden worden ingevlogen om hier voor kortdurende tijd te komen werken. Als ze niet meer nodig zijn moeten ze snel weer terug. De Europese Unie start vanaf 1 januari 2009 al een testproject met Kaapverdië. Kaapverdianen gaan voor een korte periodes werken in Portugal, Spanje, Frankrijk en Luxemburg. Ook met Moldavië wordt een project gestart.
Kortom, Wilders en Verdonk voeren een achterhoedegevecht tegen migratie. Het bedrijfsleven heeft de bakens al verzet. Het is een kwestie van tijd voor de EU aan de hand van de ervaringen met de testprojecten met nieuwe wetgeving zal komen. Voor links zijn deze nieuwe ontwikkelingen een enorme uitdaging om internationale solidariteit en samenwerking opnieuw te organiseren. Links moet zich verzetten tegen de logica van de winst die mensen alleen als arbeidskrachten ziet, arbeidskrachten die zodra ze even niet meer winstgevend zijn weggestuurd kunnen worden. Dit verzet kan alleen als het op internationaal vlak georganiseerd is succes boeken. Het is daarom hoopgevend dat er binnenkort gesprekken worden gestart om te komen tot een fusie tussen het Britse Amicus en de Amerikaans-Canandese vakbond United Steel Workers en dat in Nederland de FNV-bond Nautilus NL in 2009 samengaat met de Britse Nautilus UK. Maar er zullen ook nieuwe internationale anti-kapitalistische samenwerkingsverbanden moeten ontstaan. Anders zullen we als anti-kapitalisten achter de feiten aanlopen, zoals Verdonk en Wilders nu al doen.
Reactie toevoegen