Eén van de belangrijkste stappen in een strategie om de klimaatverandering tegen te houden is het stoppen van het doorgedraaide vrijhandelssysteem. De wereldhandel draait op transport dat zwaar afhankelijk is van fossiele brandstoffen. Geschat wordt dat ongeveer 60 procent van de gebruikte olie in de wereld naar transport gaat. Transport dat voor meer dan 95 procent afhankelijk is van fossiele brandstoffen. Een studie van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling schat dat transport in verband met de wereldhandel, 20-25 procent van de koolstofuitstoot veroorzaakt. Tweederde hiervan vindt plaats in de geïndustrialiseerde landen.
Wereldhandel: disfunctioneel
Vanuit het standpunt van milieuduurzaamheid is de wereldhandel compleet disfunctioneel. Neem de handel in landbouw producten. Het Internationale Forum over Globalisering heeft erop gewezen dat een gemiddeld bord voedsel meer dan 2400 kilometer gereisd heeft voordat het wordt gegeten in Westerse, voedsel-importerende landen.
De WTO is een centrale factor geweest in de stijging van koolstofemissies veroorzaakt door transport. Een studie, uit het midden van de jaren negentig en uitgevoerd door de OESO, schatte dat tegen 2004, het jaar van de volledige uitvoering van vrijhandelsverplichtingen afgesproken onder de WTO Ronde van Uruguay, er een stijging van 70 procent zou zijn van vervoer van internationaal verhandelde goederen ten opzichte van het niveau van 1992. Dit cijfer maakt een wrange grap van de afspraken die door de industrielanden in Kyoto zijn gemaakt over de verplichtingen tot vermindering van CO2 uitstoot.
Meer fossiele brandstoffen dan ooit
Het verschepen van goederen over de oceanen vertegenwoordigt bijna 80 procent van de internationale wereldhandel in goederen. De brandstof die algemeen door schepen wordt gebruikt is een mengsel van diesel en olie van geringe kwaliteit, bekend onder de naam 'Bunker C'. Dit bevat hoge niveaus van koolstof en zwavel. Critici wijzen er op dat 'als dit niet door schepen zou worden gebruikt het beschouwd zou worden als afvalproduct.'
De luchtvaart, de snelst groeiende wijze van transport, is ook de snelst - groeiende bron van schadelijke uitstoot. De New Economics Foundation schat dat het verbruik van brandstof door de luchtvaart in 2010 met 65 procent gegroeid zal zijn vergeleken met het niveau van 1990. Andere schattingen zijn nog pessimistischer. Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) gaat uit van een groei in brandstofconsumptie van de burgerluchtvaart van 3 procent per jaar. Een stijging van bijna 350 procent in 2050 ten opzichte van 1992 dus. Elke ton vracht die door een vliegtuig wordt vervoerd kost meer dan negenenveertig keer zo veel energie als wanneer het door een schip zou worden vervoerd. Het twee-minuten starten van een Boeing 747 staat gelijk aan 2,4 miljoen grasmaaimachines die twintig minuten aanstaan. Om de groei van de wereldhandel te bevorderen belasten overheden luchtvaartbrandstof en bunkerbrandstof over het algemeen niet. Verbruik daarvan vertegenwoordigt nu 20 procent van alle emissies in de vervoerssector.
Er is ook een belangrijke rol in de uitbreiding van de wereldhandel voor het transport over de weg. Dit krijgt meestal de voorkeur boven vervoer over spoor of de binnenvaart, die juist veel minder CO2 uitstoten per vervoerskilometer. In een studie van de OESO leidde de nadruk op het opbouwen van een netwerk van internationale snelwegen door de Europese Unie bijvoorbeeld tot het commentaar dat door 'de manier waarop de liberalisering door de EU is uitgevoerd de minder milieuvriendelijke transportmiddelen zijn bevoordeeld en de daling van vervoer over spoor en binnenwateren versneld.'
Loskoppeling van groei en energie?
Er wordt gepraat en ideeën geopperd over het loskoppelen van de groei van de wereldhandel van energieverbruik, of het omschakelen van fossiele brandstoffen naar andere, minder koolstof- intensieve energiebronnen. De alternatieven zijn vaak gevaarlijk, zoals in het geval van kernenergie, hebben een negatief effect op de voedselproductie, zoals biobrandstoffen, of zijn nog slechts science fiction, zoals de technologie voor het opvangen en opslaan van CO2. Voor de nabije toekomst zullen de groei van de wereldhandel, transport en verhoogde broeikasgasemissies met elkaar verbonden blijven.
Een omwenteling in consumptie en groei in de ontwikkelde landen en een significante daling van de globale handel zijn een onvermijdelijk onderdeel van een werkbare strategie tegen klimaatverandering. Het resultaat van de Doha onderhandelingen zal bepalen of de liberalisering van de wereldhandel een nieuwe impuls zal krijgen of juist zal vertragen. Een succesvolle afsluiting aan de Doha zal ons verder verwijderen van het beheersen van klimaatsverandering. De New Economics Foundation beschrijft vrijhandel niet voor niets als een vrijkaartje voor de economie ten koste van het klimaat.
Een ontsporing van Doha zal geen voldoende voorwaarde zijn om een strategie tegen klimaatsverandering te formuleren. Maar gegeven de waarschijnlijke negatieve ecologische gevolgen van een succesvolle overeenkomst is het een noodzakelijke voorwaarde.
Vertaling en bewerking: Patrick van Klink
Reactie toevoegen