Niet met zijn allen op een zitzak

Grenzeloos praat met Leo over de vraag hoe het is om als activist in de gemeenteraad te functioneren. Wat zijn de beperkingen, wat kan je bereiken en hoe moet je het aanpakken?

Wat kan je in de gemeenteraad, heb je er echt invloed, kan je wat bereiken? Leo: ‘Ik was daar voor ik eraan begon - ook vanuit mijn achtergrond in allerlei actiebewegingen - betrekkelijk sceptisch over. Ik heb nooit het idee gehad dat je in de gemeenteraad veel kan bereiken zonder dat er vanuit de rest van de samenleving druk wordt uit geoefend. En nu, na drie en een half jaar in de raad, ben ik daar nog veel kritischer over. De mogelijkheden om iets te veranderen zijn heel klein.

Dat geldt voor een partij als de SP, die met drie zetels in de oppositie zit, maar eigenlijk geldt het ook voor partijen als de PvdA of Leefbaar Rotterdam, ook als ze in het college zitten. In de eerste plaats heb je er mee te maken dat een heleboel dingen gewoon al vastliggen. Van de vier miljard euro die Rotterdam te besteden heeft is er maar een fractie (misschien drie- of vierhonderd miljoen) die niet al bij voorbaat vastligt. Je kan niet besluiten om de straatlantarens niet meer te laten branden, de straten niet meer te vegen of de 17.000 ambtenaren niet meer te betalen.

‘Ten tweede is er ook een sterk dempend effect van het beleidsapparaat. Als een politicus iets wil - ook als het een wethouder is - staat morgen in de krant dat de wethouder iets besloten heeft, maar dan is het nog niet gebeurd. In een heleboel gevallen is het een jaar later nog niet gebeurd en soms is iedereen het dan al weer vergeten. In andere gevallen mogen de gemeenteraad en de Rotterdammers twee of drie keer klappen voor dezelfde actie van het bestuur.
‘Daar komt bij dat er de afgelopen twintig tot dertig jaar een heleboel bevoegdheden en mogelijkheden van de gemeenten zijn verdwenen. In de jaren tachtig had de gemeente nog 30.000 ambtenaren, tegen 17.000 op dit moment. Nu gaat het natuurlijk niet om het aantal ambtenaren, maar er was toen een gemeentelijk havenbedrijf, er waren gemeentelijke ziekenhuizen, een afvalbedrijf, enzovoorts. Dat is allemaal geprivatiseerd en verzelfstandigd. De gemeente gaat gewoon over veel minder.

Daar komt bij dat op hoofdlijnen de andere partijen in de raad het eigenlijk voor een heel groot deel met elkaar eens zijn. Voor de bühne worden de verschillen uitvergroot, maar ze zijn het gewoon grotendeels eens. Dat bleek bijvoorbeeld bij de discussie over de ‘Stadsvisie 2030’ waarin de grote lijnen voor de toekomst werden uitgezet. Dat is een typisch neoliberaal verhaal geworden waarin meer ruimte voor het bedrijfsleven en versterking van de marktwerking centraal staan. Dan blijkt dat van GroenLinks tot de VVD men het daarover eens is. Ik heb er veel tijd en energie in gestoken om daar een stevig verhaal tegenover te zetten, daar komt dan als reactie op: “interessant, zo kan je er ook tegenaan kijken”, en vervolgens gaat men over tot de orde van de dag. De enige discussie die er aan de hand van die stadsvisie is gevoerd is over de vraag of er wel of geen villa’s gebouwd moesten worden in een van de groene stukken van Alexanderpolder, het Ommoordse Veld. Over de rest is men het – met uitzondering van de drie SP raadsleden - gewoon eens.’

Rol in politiek debat

‘Maar’, gaat Leo verder, ‘dat betekent niet dat het allemaal zinloos is, want er zit ook een ander kant aan. Je kan vanuit de gemeenteraad wel degelijk helpen de marges te verbreden en je kan een rol spelen in het versterken van bewegingen.

‘Als gemeenteraadslid speel je bijna automatisch een rol in het politieke debat. Als er ergens in de stad iets aan de hand is dan ben je daar snel bij betrokken en kan je een bepaald geluid laten horen. Acties in wijken, pogingen om het beleid te veranderen, dat gebeurt wel en je kunt daar een rol in spelen. Ik heb dat de afgelopen tijd vooral gezien als het ging om grote sloopprojecten waar mensen tegen in verzet kwamen. En ook bij openbaar vervoer. Er is in Rotterdam flink actie gevoerd voor gratis openbaar vervoer voor ouderen en dan zie je dat de marges opgerekt kunnen worden. Daar kan je als gemeenteraadslid een rol in spelen.
‘De keren dat wij als SPfractie de afgelopen jaren echt iets bereikt hebben, ging het altijd samen met acties in de wijk. Dan zat soms de hele publieke tribune vol met mensen met spandoeken. Maar het grote probleem in de huidige situatie is natuurlijk dat het eerder uitzondering dan regel is dat mensen in de wijk in staat zijn een vuist te maken.’

‘Veel hangt ook af van het functioneren van de SPafdeling. De Rotterdamse SP kiest er duidelijk voor om een actiepartij te zijn. Maar we moeten wel realistisch zijn. We hebben tweeduizend SPleden in de stad, maar slechts een beperkt deel daarvan is actief. Je heb dus niet alleen te maken met de zwakte van de organisatie in de wijken, maar ook met de beperkingen van de SP zelf.’

‘Als al die tweeduizend mensen echt actief waren zouden we al een hele stap verder zijn’, voegt hij daar lachend een toe, ‘maar zo werkt dat natuurlijk niet. De mogelijkheden van de SP worden natuurlijk ook sterk bepaald door de vraag of er maatschappelijke actie is, dan worden mensen actief en komen er mensen bij. Dat zag je bij de Museumplein acties, dat zag je bij de campagne tegen de Europese grondwet. Dan groeit de politieke belangstelling en zien de mensen weer perspectief. Ze hebben het gevoel dat als ze meedoen het iets uitmaakt. Mensen zijn niet inactief uit lamlendigheid, maar omdat ze het gevoel hebben dat de tijd die ze er in steken niet echt iets uitmaakt, dat het onvoldoende oplevert.’

Denken vanuit belangen

Jij bent niet de politiek in gegaan om politicus te worden. Je heb een verleden in de actiebeweging, je bent actief geweest in het Nederlands Sociaal Forum en bij Grenzeloos. Is dat een voor of een nadeel? Leo: ‘Ik ben inderdaad niet jaren geleden politiek actief geworden om politicus te worden, maar omdat ik bepaalde dingen wilde veranderen, bepaalde idealen heb. Zo ben ik in de actiewereld actief geworden en ook bij Grenzeloos en de SP. Dat ik in de gemeenteraad terecht ben gekomen is betrekkelijk toevallig. Ik zie mezelf ook niet als een ‘politicus’ in de gebruikelijke zin van het woord maar als iemand die verbonden is, of zich verbonden voelt, met sociale bewegingen en deze in de gemeenteraad een stem wil geven, voor die belangen op wil komen. ‘

‘Een dergelijke achtergrond is naar mijn idee een enorm voordeel. Je heb een politiek kader van waaruit je werkt en je staat in een bepaalde traditie. Bij het beoordelen van maatschappelijke en politieke ontwikkelingen heb ik altijd geleerd om te denken in termen van belangen van bepaalde groepen.
De politiek in Nederland pretendeert heel breed dat het gaat om ‘het algemeen belang’. Terwijl dat algemeen belang natuurlijk niet bestaat. Er bestaan belangentegenstellingen in de maatschappij, om te beginnen tussen kapitaal en arbeid, maar ook andere tegenstrijdige belangen. Daar moet je een keuze in maken. Politiek is keuzes maken, partij kiezen. Dus moet je analyseren waar verschillende belangen zitten en hoe die doorwerken. Dat je gewend ben om op die manier naar de zaken te kijken is een groot voordeel.

‘Een ander punt is dat ik vanuit mijn achtergrond en de bewegingen waar ik actief was ben gewend aan een vorm van collectief functioneren, een traditie van gezamenlijke analyse en discussie. Het is heel belangrijk om dat vast te houden als je in de gemeenteraad zit. Het helpt om een blik te vormen die breder is dan het gedoe in de raad en je ook te blijven verdiepen en discussiëren over algemene zaken, over de crisis, over internationale ontwikkelingen. Dat helpt ook uitstekend om het belang van de gemeenteraad een beetje te relativeren en zaken in een breder perspectief te plaatsen. ‘

De zuigende werking

Heeft het functioneren in de gemeenteraad niet een grote zuigende werking. Word je niet helemaal in beslag genomen door alles wat er op je af komt? ‘Dat is zeker een probleem. Vooral als je zoals wij maar een fractie van drie mensen heb, dan krijg je hele grote stapels papier voor je kiezen die je door moet werken, over heel veel onderwerpen. Allemaal onderwerpen waarover je geacht wordt iets te zeggen. Die druk is er. Je kunt daar ook niet onder uit, je moet er vooral bewust mee bezig zijn. Je kan niet zeggen; ‘ik lees daar helemaal niks van en hou me alleen bezig met punten waar maatschappelijke beweging over is’.

‘Je bent toch gekozen om je met allerlei onderwerpen bezig te houden. Je moet opkomen voor die zaken die de mensen belangrijk vinden, ook al heb je er persoonlijk weinig mee. Een van de onderwerpen waar van blijkt dat de mensen zich het meest druk maken is het parkeerbeleid. Ik heb zelf geen auto, zelfs geen rijbewijs, en ik had me daar nog nooit druk over gemaakt of in verdiept, maar als je in de raad zit dan word je er op aangesproken. Ik ben ook bij een actie op dat vlak betrokken geraakt. Je moet je er dan mee bezig houden, het is wel onderdeel van de realiteit van de mensen die jij vertegenwoordigt.’

‘Ik kan heel goed begrijpen’, gaat hij verder, ‘dat ook linkse en activistisch ingestelde mensen zich helemaal in een gemeenteraad kunnen verliezen, er helemaal door opgeslokt worden. Je moet daar heel bewust mee bezig zijn. Er zijn een hoop dingen waar je je in moet verdiepen en ideeën over moet ontwikkelen en uitdragen, maar daarnaast zijn er ook heel veel dingen die voorbij komen en die je voorbij moet laten gaan. Dat is wel iets dat je moet leren. En dat doe je niet alleen. Dat doe je binnen de SPafdeling.’

‘Er is natuurlijk ook een hele grote druk om je aan te passen aan de rest van de raad, om je een beetje te conformeren. Direct na de verkiezingen begon dat al. Toen was er een weekend in Bergen aan Zee voor de hele gemeenteraad. Ik zie me daar nog met een PvdAer, een Leefbare en een VVDer op een zitzak spelletjes zitten doen in het kader van de teambuilding. Maar je bent als gemeenteraad natuurlijk helemaal geen team. Natuurlijk moet je als mensen een beetje fatsoenlijk met elkaar om gaan, ook in de raad, maar je zit daar als vertegenwoordiger van verschillende partijen, je vertegenwoordigt verschillende belangen. Je zit daar om politieke strijd te leveren. Een team moet je vormen met je politieke partij, met je achterban, niet met je tegenstanders.’

Dossier
Soort artikel

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop