Eens zorgde ze voor ‘Barry’ Obama, de jongen die later president van de Verenigde Staten zou worden. Nu woont Evie in een sloppenwijk in Jakarta en wast ze kleren om geld te verdienen. Jaren geleden was ze kok: in die hoedanigheid kwam ze in 1969 in contact met de familie Obama. Ann Dunham, Obama’s moeder, nam haar in dienst als nanny voor de achtjarige Obama en zijn zusje Maya. Toen ze na zijn verkiezing zijn foto’s in de krant zag herkende Evie het jongetje dat ze had helpen op te voeden. Geboren in een mannelijk lichaam beschouwt Evie haarzelf als een vrouw – iets wat haar jarenlange bedreigingen en angst opleverde. Soldaten schoren haar eens kaal en drukten sigaretten uit op haar handen. Sinds ze twintig jaar geleden het mishandelde lichaam zag van een vermoorde transgender vriendin leeft Evie uit angst zo onopvallend mogelijk, als een man.
Volgens schattingen van activisten kent Indonesië zo’n zeven miljoen transgenders. De laatste jaren wordt deze groep steeds vaker het slachtoffer van geweld van religieuze groeperingen. Ichwan Syam, een vooraanstaande islamitische geestelijke, verklaarde dat mensen zich aan hun ‘aangeboren rol’ moeten houden; ‘als ze (transgenders) niet bereid zijn zichzelf medisch en religieus te genezen, moeten ze het accepteren dat ze belachelijk gemaakt en lastig gevallen worden’. De landelijke mensenrechtencommissie ontvangt per jaar zo’n 1000 aangiften over mishandeling, moord, verkrachting en intimidatie van transgenders. Het Witte Huis weigerde commentaar te geven op Evie’s verhaal.
Reactie toevoegen