Voor het vrije individu dat tot het laatste ogenblik de beschikking wil houden over het eigen leven zou de ‘pil van Drion’ een oplossing kunnen zijn. Voor Drion en mevrouw Borst gaat het echter alleen om hoogbejaarde mensen, die zoals ze zegt “klaar met het leven” zijn. Naast de term “ondragelijk en uitzichtloos lijden” verrijkt ze de Nederlandse taal zo met een derde maatstaf, waaraan levensbeëindigend handelen getoetst kan worden. “Klaar met het leven”, een uitdrukking even achteloos als concreet, alsof het leven in een toestand kan geraken waarin het een toetsbare voltooiing bereikt. Net als met een term als “het karwei is af” of “het is volbracht”, doet Borsts uitdrukking eerder denken aan dingen dan aan mensen. Niet onterecht roepen haar voorstellen argwaan op bij ouderen die zich vaak letterlijk als sluitpost behandeld zien.
De Socialistische partij wijst er op dat de behoefte om te leven niet losgezien kan worden van de samenleving waarin men leeft. Levenszin heeft ook een sociale dimensie. Armoede, ziekte, eenzaamheid en een falende gezondheidszorg bedreigen het lichamelijke en geestelijke welzijn. De SP vreest in een situatie terecht te komen waarin de dokter opknapt wat de maatschappij laat liggen. In plaats van een debat over een zelfmoordpil voor ouderen, wil Marijnissen een maatschappelijk debat over hun problemen en hun plaats in de samenleving.
Maar de euthanasiewet en Borst’s pleidooi voor ‘de pil van Drion’ brengt ook bedenkingen van een andere orde met zich mee, waarover Marijnissen jammer genoeg zwijgt. Voorop staat dat wij de menselijke waardigheid voor elk mens willen garanderen; elk mens en niet slechts de mensen die tot een bepaalde klasse behoren of een hoogbejaarde leeftijd bereiken. Borst neemt dat wel als uitgangspunt. Voor haar is de menselijke autonomie beperkt. Vandaar criteria als “uitzichtloos lijden”, of “klaar met het leven”, want, meent ze, alleen zo’n status is toetsbaar en biedt de garantie dat de overheid de norm stelt waarbinnen euthanasie aanvaardbaar is. Dat staat echter haaks op het recht op zelfbeschikking, waarvan de bepaling van het eigen lichaam en leven de kern is. Het is onbegrijpelijk dat Marijnissen dit oude Verlichtingsideaal niet mee helpt verdedigen en vasthoudt aan een betuttelende overheidsbemoeienis. Waarom breidt Marijnissen zijn brede maatschappelijke discussie niet zo uit dat de uitkomst de behoefte naar zelfmoord en euthanasie niet alleen voor ouderen maar voor iedereen zo klein mogelijk kan laten zijn. Naast een oud ideaal zou hij belangrijke risicogroepen, wier lijden ondragelijk is doch niet uitzichtloos wordt bevonden, een onschatbare dienst bewijzen. Zo’n debat moet beginnen met de erkenning van het recht op hulp bij zelfdoding voor iedereen. Zonder dat is een zinvolle afweging van vragen over leven en dood uitgesloten.
Reactie toevoegen