Na jaren van guerillastrijd en een mislukt vredesakkoord werkt daar een sterke maoïstische beweging aan het ten val brengen van de regering. De maoïsten organiseren daartoe de laatste maanden steeds vaker demonstraties en stakingen.
De Nepalese oppositie is misschien van de oude school, de Nepalese heersende klasse lijkt ook voor ouderwetse oplossingen te willen kiezen – tenminste als een carrière-diplomaat typisch is voor het denken in die kringen. Enige dagen geleden schreef de voormalige ambassadeur van Nepal aan de Verenigde Staten een bizar artikel in Nepalees tijdschrift over de politieke instabiliteit in zijn land. Na enige gemijmer komt de man tot de conclusie dat wat Nepal nodig heeft een ouderwetse militaire coup is. De vraag is echter ‘of Nepal het goede geluk heeft dat een sterke man in de stijl van Korea’s Park Chung-He, Chili’s Pinochet of de Indonesiër Soeharto opgewassen is tegen de situatie, de dissidenten kan onderdrukken en het staatsapparaat kan mobiliseren.’
Dat zo iemand een dictator als Soeharto – volgens voorzichtige schattingen verantwoordelijk voor een half tot een miljoen doden tijdens zijn coup en bewind – als goed voorbeeld naar voren kan schuiven is op een bepaalde manier niet verbazingwekkend: niet alleen als moordenaar maar ook als communistenvreter was deze man een groot succes. Dito voor Park Chung-He en Pinochet.
Saillant detail is dat de Nepalese bewonderaar van crisis-management-door-middel-van-doodseskaders ook twee decennia voor het Internationaal Monetair Fonds heeft gewerkt. Zou ‘ie daar zijn opvattingen over hoe je het beste met protesten om kunt gaan hebben opgedaan?
Reactie toevoegen