Sinds meer dan een maand kampen activisten in de noordelijk regio Gilgit-Baltistan met gewelddadige repressie. Elf augustus vuurde de politie met scherp op demonstranten die herstelbetalingen eisten voor slachtoffers van een landverschuiving die op 4 juli grote schade aanrichtte.
De lokale bevolking voelt zich in de steek gelaten en beschuldigt ambtenaren ervan herstelbetalingen in eigen zak gestoken te hebben. De dorpsbewoners organiseerden een protest op 11 augustus, ter gelegenheid van een bezoek van de minister aan de provincie. De politie doodde toen twee demonstranten en in reactie op het politiegeweld brak in Aliabad en andere gemeenschappen een volksopstand uit. Om de bevolking te kalmeren deed de overheid de valse belofte dat de betrokken politieagenten vervolgd zouden worden en nabestaanden van de slachtoffers smartengeld zouden krijgen.
Ondertussen bereidden zij de repressie van linkse activisten voor om de gebeurtenissen van 11 augustus in de doofpot te kunnen stoppen. Een week later, op 19 augustus, werden 36 mensen aangehouden. Op 16 september vond een tweede arrestatiegolf plaats met 33 nieuwe arrestaties.
Baba Jan, lid van het regiobestuur van de LPP en de linkse jongerenorganisatie Progressive Youth Front (YPF), was zeer actief in de protesten tegen het politiegeweld. Aanvankelijk ontsnapte hij aan arrestatie maar hij liep het risico dat politieagenten hem zouden doden indien hij gevonden werd. Baba Jan koos er daarom voor zichzelf aan te geven maar niet voordat hij een persconferentie had gegeven zodat zijn zaak niet onopgemerkt zou blijven. Desondanks vernam de LPP dat Baba Jan uit zijn cel is gehaald door agenten van de Pakistaanse inlichtingendienst en gemarteld is.
Baba Jan is het slachtoffer van repressie omdat hij, samen met de LPP en het PYF, er veel voor heeft gedaan dat de rest van Pakistan kennis heeft genomen van de gebeurtenissen van 4 juli en later.
Reactie toevoegen