Steun uit Europees Parlement voor repressief Spaans gerecht

De arrestatie op 16 februari van rapper Pablo Hasél door de Catalaanse politie deed in Spanje de confrontatie tussen voor- en tegenstanders van een streng repressief beleid weer oplaaien. Hasél wordt ervan beschuldigd in zijn rapperteksten het terrorisme op te hemelen en het koningshuis te beledigen.

De Spaanse wet draagt echter nog steeds de sporen van het Franquisme, en recentere wetgeving (2015) onder de Partido Popular, zoals de ‘muilkorfwet’ (la mordaza), probeert elk verzet tegen het regeringsbeleid te intimideren. Amnesty International spreekt i.v.m.  Haséls gevangenisstraf over “een buitensporige en onevenredige beperking van zijn recht op vrije meningsuiting” en geeft aan dat hij “niet de enige is die de gevolgen ondervindt van onrechtvaardige wetten”.

Het driest optreden van de Spaanse arm der wet bleek zoals bekend ook bij het Catalaans onafhankelijkheidsreferendum (1 oktober 2017) toen de politie met groot geweld kiesbureaus binnenviel, en het gerecht achteraf een aantal independentistas tot effectieve gevangenisstraffen tot 13 jaar veroordeeld. Drie van hen, Carles Puigdemont, Toni Comin en Clara Ponsati werden in 2019 verkozen voor het Europees Parlement, en genieten daardoor een zekere immuniteit. Puigdemont en Comin leven sindsdien in ballingschap in België, Ponsati in Schotland, maar Spanje heeft tegen hen een arrestatiebevel uitgevaardigd.

Het conflict binnen de Spaanse staat krijgt daardoor ook een Europese dimensie, met weerklank binnen het Europees Parlement. Dit Parlement werpt zich graag op als behoeder van de Europese democratische waarden, maar dan bij voorkeur als het over democratie buiten de EU gaat, zoals in het geval van Putin-opponent Navalny. Het wordt moeilijker als de dominante Europese politieke families, de christendemocratische EVP en de sociaaldemocratische S&D, erbij betrokken zijn. In Spanje zelf zijn zowel de Partido Popular als de PSOE de onvoorwaardelijke verdedigers van de Spaanse unitaire staat, en ze hebben tot nog toe allebei weinig bereidheid getoond om het Catalaans probleem op een ‘beschaafde’, d.w.z. politieke manier aan te pakken.

Het is dus niet zo verwonderlijk dat gisteren, 23 februari, de juridische commissie (JURI) van het Europees Parlement met een meerderheid van 15 tegen 8 voor de opheffing van de immuniteit van de drie Catalaanse ‘opstandelingen’ stemde. Zoals gewoonlijk geeft de stemming binnen een parlementaire commissie de richting aan waarin de politieke families zullen stemmen in de plenaire vergadering; dit laatste wordt in maart verwacht. Opheffing van de immuniteit als europarlementslid zal zeker zwaar wegen op de beslissing die betrokken landen als België nemen over het uitleveringsverzoek.

De effectieve opheffing van de immuniteit zou erop neerkomen dat ‘de behoeder van de Europese democratie’, meer bekommerd om de politieke familiebanden dan om de democratie, kiest voor het repressief-carceraal aanpakken van een politiek probleem. Men kan dan misschien nog opwerpen dat politieke conflicten te lijf gaan met jaren gevangenisstraf humaner is dan met een snelwerkend gif, maar beide aanpakken hebben met politieke democratie even weinig te maken. Tussen haakjes, Amnesty International beschouwt Navalny niet langer als een ‘gewetensgevangene’, gezien zijn vroegere xenofobe standpunten en haatspeech, die hij sindsdien nooit terugtrok.

Dossier
Soort artikel

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop