Uraz Aydin beantwoordt vragen van Inprecor over de mobilisatie die zich momenteel in Turkije aan het opbouwen is na de arrestatie van de burgemeester van Istanbul, die wordt gezien als Erdogans belangrijkste rivaal in de race voor de volgende presidentsverkiezingen.
Kan je ons iets vertellen over de arrestatie van de burgemeester van Istanbul?
In de ochtend van 19 maart werd Ekrem Imamoğlu, de burgemeester van Istanbul, samen met ongeveer honderd andere burgemeesters in hechtenis genomen op beschuldiging van 'corruptie' en 'banden met terrorisme'. De dag ervoor werd zijn universitaire graad (30 jaar geleden behaald) willekeurig ingetrokken, met het overduidelijke doel om te voorkomen dat hij zich kandidaat zou stellen voor de volgende presidentsverkiezingen. Ekrem Imamoğlu, die twee keer de gemeenteraadsverkiezingen in Istanbul heeft gewonnen – in 2019 en 2024 – als kandidaat voor de CHP (Republikeinse Volkspartij, seculier centrum-links), heeft zich in de loop der tijd opgeworpen als de belangrijkste tegenstander van Erdogan.
De CHP zou op 23 maart haar 'voorverkiezingen' houden om een besluit te nemen over haar kandidaat voor de volgende verkiezingen. Die staan normaal gepland voor 2028 maar zullen waarschijnlijk eerder plaatsvinden, zodat Erdogan zich nog een laatste keer kandidaat kan stellen. Tenzij er een grondwetswijziging komt, die ook ter discussie staat. Het doel van deze operatie is dus heel duidelijk: de belangrijkste oppositiekandidaat onverkiesbaar maken, zijn beheer van het burgemeesterschap van Istanbul strafbaar stellen en misschien zelfs een bestuurder aanstellen in plaats van de gekozen burgemeester, zoals al enkele jaren gebeurt in de gemeenten van Koerdistan, in het zuidwesten van Turkije.
Kan je de reactie hierop beschrijven?
Vandaag is de derde dag van de mobilisaties. Elke dag roept de CHP op tot demonstraties voor het stadhuis van Istanbul. Enkele tienduizenden mensen nemen deel aan die demonstraties. Natuurlijk mobiliseren naast de leden en aanhangers van de CHP alle sectoren van de oppositie, inclusief radicaal links, tegen wat nu de 'coup van 19 maart' wordt genoemd.
We mogen niet vergeten dat het land sinds de Gezi-opstand in 2013 in een sfeer van permanente onderdrukking leeft. Het einde van de onderhandelingen met de Koerdische beweging, de remilitarisering van de Koerdische kwestie en de hervatting van de oorlog, de poging tot staatsgreep door de voormalige bondgenoten van Erdogan en de noodtoestand die in het kielzog daarvan werd afgekondigd, het stakingsverbod en de onderdrukking van de feministische en LHBTI+-bewegingen zijn de belangrijkste mijlpalen in de ontwikkeling van het autoritarisme dat tot uiting komt in de opbouw van een autocratisch regime onder leiding van Erdogan. We bevinden ons daarom in een land waar mobilisaties zeldzaam zijn, waar de reflex om op straat te protesteren heel ongewoon en riskant is geworden voor gewone burgers. Maar ondanks dat, en het verbod op demonstraties in Istanbul, zijn er enkele grote demonstraties en vooral een geest van protest die voelbaar is in de straten, op de werkplekken, in het openbaar vervoer enzovoort.
Op de tweede avond kwamen in veel wijken van Istanbul en in tientallen andere steden burgers naar buiten om te protesteren, met als belangrijkste leuzen 'Regering treed af!', 'Weg met de AKP-dictatuur!', 'Geen individuele bevrijding! Allemaal samen of niemand van ons'.
En wat is de omvang van de mobilisatie onder jongeren?
Juist het belangrijkste en meest verrassende aspect is de mobilisatie van universiteitsstudenten. Universiteiten zijn al jaren gedepolitiseerd, de radicaal-linkse bewegingen daar zijn zwak en hun vermogen tot actie is drastisch verminderd. De huidige generatie studenten is misschien opgegroeid met verhalen van hun ouders over de Gezi-opstand, maar heeft bijna geen ervaring met organiseren en mobiliseren. Dat geldt zelfs voor jonge revolutionaire activisten, die niet eens de kans hebben gehad om 'hun werk te doen' op de universiteit.
Maar desondanks, zoals Rosa Luxemburg het uitdrukte, wekt een 'elektrische schok' spontaan radicalisme op aan de universiteiten. Er zijn natuurlijk veel sociaal-economische (objectieve) en cultureel-ideologische (subjectieve) factoren die samenkomen om deze mobilisatie te smeden. Daar moeten we later nog over nadenken. Maar het feit dat in een land dat steeds armer wordt, waar het moeilijk is om werk te vinden, dat geen 'belofte van geluk' biedt aan jongeren, waar studiejaren bijna niets betekenen op de arbeidsmarkt en het feit dat een diploma geschrapt kan worden simpelweg doordat de overheid druk uitoefent op de universiteit, is ook een element dat waarschijnlijk heeft bijgedragen aan deze schokgolf, in een sector van jongeren die er min of meer voor was voorbestemd.
Welke invloed heeft die radicalisering van de studenten gehad op de protesten?
Ik denk dat het de boel opschudt en de CHP dwingt om uit haar vooropgezette oppositiepatronen te breken. Zoals ik al zei, heeft CHP-voorzitter Özgür Özel opgeroepen tot een bijeenkomst voor het stadhuis van Istanbul. Maar het moet gezegd worden dat er geen serieuze voorbereidingen waren getroffen om tienduizenden mensen op te vangen. Het belangrijkste doel was om mensen op te roepen om te gaan stemmen bij de voorverkiezingen op 23 maart en zo de legitimiteit van Imamoğlu tegenover het regime aan te tonen, maar ook om de 'strijd' voort te zetten op gerechtelijk niveau, door in beroep te gaan enzovoort.
De leuzen die het meest werden geroepen door jongeren (die de meerderheid vormden van de bijeenkomsten voor het kantoor van de burgemeester) waren 'bevrijding is op straat, niet in de stembus' of 'verzet is op straat, niet in de stembus'. Geconfronteerd met deze druk van jongeren, die er bij verschillende gelegenheden in slaagden om politiebarrières voor universiteiten te doorbreken, die in Ankara massaal naar de ODTÜ Universiteit marcheerden en slaags raakten met de CRS, die de politie dwongen om oproer-interventievoertuigen naar de universiteiten te sturen (vooral in Izmir), die weigerden uiteen te gaan aan het einde van de officiële CHP-bijeenkomsten en naar Taksim wilden demonstreren (de historische symbolische plaats van verzet sinds het bloedbad van 1 mei 1977 tijdens de Gezi-opstand), moest de CHP-leiding wel toegeven.
Özgür Özel riep de mensen op om 'de pleinen te bestormen'. 'Als er obstakels voor ons worden opgeworpen op basis van een bevel dat in strijd is met de wet, werp ze dan omver, zonder de politie iets aan te doen', voegde hij eraan toe. Wat vrij uitzonderlijk is. Özel heeft er ook mee ingestemd om een tweede tribune te installeren bij Saraçhane, voor de studenten.
Hoe kunnen we deze situatie in verband brengen met wat er in Koerdistan gebeurt, met het vredes'proces'?
Het is een zeer tegenstrijdig proces, maar wel een dat we al hebben meegemaakt. Laten we niet vergeten dat er tijdens de Gezi-opstand in 2013, toen het westen van het land in brand stond, onderhandelingen waren met Abdullah Öcalan, de leider van de PKK. En natuurlijk, terwijl de radicale oppositie tegen het regime meestal uit de Koerdische regio's kwam, of uit de Koerdische beweging, is hun deelname deze keer natuurlijk beperkter. We hebben echter gezien dat deze twee dynamieken van protest samenkwamen in de kandidatuur van Selahattin Demirtaş, van de pro-Koerdische linkse HDP-partij in de verkiezingen van 2015.
Terwijl er nu opnieuw sprake is van een proces van 'vrede' is volgens de Koerden, van 'ontwapening' volgens het regime (een facet daarvan is ook te zien in de akkoorden die zijn begonnen tussen Rojava en het nieuwe Syrische regime), voert de Turkse staat een campagne van gewelddadige repressie tegen de seculiere burgerlijke oppositie en journalisten... maar ook tegen elementen van de Koerdische beweging. Wat betreft de Koerden wil het regime laten zien (vooral aan de eigen sociale en electorale basis) dat het nog steeds zijn ijzeren vuist binnen handbereik heeft en dat er geen sprake is van onderhandelingen maar van 'een einde maken aan het terrorisme'. Wat de opsluiting van Imamoglu en andere CHP-burgemeesters betreft, is één van de aanklachten corruptie, maar de andere is banden met of steun aan terrorisme, omdat de CHP tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 2024 een informele alliantie had gesloten met de Koerdische bewegingspartij onder de naam 'stedelijke consensus'.
Een ander verrassend feit is dat alle demonstraties en bijeenkomsten in Istanbul verboden zijn, behalve Newroz, een feest dat de komst van de lente viert in het Midden-Oosten en de Kaukasus, maar dat in de loop van enkele decennia een nationale politieke betekenis heeft gekregen voor de Koerdische beweging. Je zou dus kunnen zeggen dat het regime van Erdogan een nieuwe beslissende stap probeert te zetten in de opbouw van zijn regime, om zijn neofascistische karakter te versterken door de twee grootste 'stukken' te onderwerpen, de seculiere burgerlijke oppositie vertegenwoordigd door de CHP/Imamoglu en de Koerdische beweging.
Wat de eerste betreft, door haar te criminaliseren, haar vertegenwoordigers gevangen te zetten, haar misschien te dwingen van leiderschap en kandidaat te veranderen en uiteindelijk alle legitimiteit van de verkiezingen te vernietigen. Wat de Koerdische beweging betreft, zal het regime waarschijnlijk proberen om haar te 'de-radicaliseren', om er een bondgenoot van te maken op nationaal en regionaal niveau (Syrië, Irak) in de hoop dat de beweging in ruil voor een paar voordelen (waarvan op dit moment nog geen details bekend zijn) haar strijd voor de democratisering van het hele land zal opgeven en een vreedzamer bestaan met het regime zal garanderen. Voorlopig heeft de Dem Partij (voorheen de HDP) aangekondigd dat ze sterk gekant is tegen deze 'civiele putsch' tegen Imamoglu en de andere gekozen vertegenwoordigers, en dat ze de oppositiekrachten oproept om samen te protesteren door gebruik te maken van de Newroz-viering op 23 maart.
Natuurlijk kunnen we de uitkomst van Erdogans tweeledige strategie niet voorspellen, maar zoals de Italiaanse marxist Antonio Gramsci al zei: het enige dat te voorzien is, is de strijd.
Dit artikel stond op Inprecor. Nederlandse vertaling redactie Grenzeloos.
Reactie toevoegen