Wat Kony 2012 niet vertelt

Een paar weken geleden brachten Oegandese kranten het nieuws dat de gerespecteerde Social Science Research Council of New York het Oegandese leger beschuldigde van misdaden tegen burgers. De misdaden zouden plaats hebben gevonden in de Centraal Afrikaanse Republiek waar het Oegandese leger jacht maakt op Joseph Kony en diens LRA. Het leger ontkent. Veel burgers, vooral in het noorden van Oeganda, hechten weinig waarde aan het woord van het leger: zoals alle slachtoffers, hebben ze een lang geheugen. De volwassenen aldaar herinneren zich de gewelddadige legeroperaties tegen opstandelingen die begonnen in 1986 en de vorm aannamen van de beruchte ‘Operatie Noord’, de eerste grote operatie die algemeen gezien werd als een ramp voor de burgerbevolking. Het was deze operatie die de omstandigheden creëerde waar het LRA van Joseph Kony uit voortkwam en eerder al de Holy Spirit Movement van Alice Lakwena. Jongeren herinneren zich de tijd vanaf het midden van de jaren negentig toen de meerderheid van de plattelandsbevolking in de drie districten bewoond door de etnische bevolkingsgroep de Acholi gedwongen naar kampen overgebracht werd. Volgens de regering om hen te beschermen tegen de LRA. Maar er waren beschuldigingen van moord en het bombarderen en platbranden van hele dorpen – eerst om de bevolking de kampen in te dwingen, daarna om hen te dwingen daar te blijven. In 2005 was het aantal mensen in de kampen gegroeid van een paar honderdduizend tot meer dan 1,8 miljoen verspreid over de regio – meer dan een miljoen van hen kwamen uit Acholi gebieden. Dit was nagenoeg de volledige plattelandsbevolking van deze drie districten. De mensen waren afhankelijk van hulpgoederen van humanitaire organisaties. Volgens gegevens van het ministerie van volksgezondheid van Oeganda zelf stierven in deze kampen ongeveer 1000 personen per week meer dan gemiddeld – een aantal dat doet denken aan de hoeveelheden slachtoffers van de LRA toen hun geweld op het hoogtepunt was. Vastbesloten om een politieke oplossing te vinden voor deze ellende, bood het parlement van Oeganda in december 1999 de gehele leiding van de LRA amnestie aan, op voorwaarde dat ze hun wapens neer zouden leggen. President Yower Moeseveni blokkeerde het voorstel. Een tegenstander van amnestie, nodigde de president het ICC zodra dit in 2002 gevormd werd uit om de LRA leiders aan te klagen voor misdaden tegen de menselijkheid. ICC aanklager Luios Moreno-Ocampo greep de kans met beide handen aan; Joseph Kony kreeg de eerste aanklacht door het ICC op zijn naam. Critici vroegen waarom het ICC alleen de LRA leiders in staat van beschuldiging bracht en niet ook het regeringsleger. Ocampo vroeg om geduld. In zijn woorden was ‘het criterium voor het kiezen van de eerste zaak de ernst ervan. We onderzochten de ernst van alle misdaden begaan in noord Oeganda door de LRA en de Oegandese strijdkrachten. Misdaden begaan door het LRA waren talrijker en ernstiger dan misdaden begaan door het het UPDF (Uganda Peoples Defence Force). We begonnen daarom met een onderzoek naar het LRA’. Deze ‘eerste zaak’ was in 2004. In de acht jaar sinds is de Oegandese regering niet aangeklaagd. Terwijl burgers voor een tweede decennium in kampen geïnterneerd werden, werd er een tweede poging gedaan om een politieke oplossing te vinden, ditmaal door de nieuwe regering van Zuid Soedan. Onder zware druk van het parlement en de bevolking stemde de Oegandese regering in met onderhandelingen met het LRA, gefaciliteerd en bemiddeld door Zuid Soedan. Deze onderhandelingen sleepten zich sinds 2006 voort . Toen de twee kanten het eens werden over een mogelijke overeenkomst groeide de hoop op een eind aan het geweld. Opnieuw was het obstakel voor vrede een amnestie voor de hoogste leiding van het LRA, in het bijzonder voor Joseph Kony en Vincent Otti. Otti. De nummer twee van het LRA, stelde dat ‘om naar buiten te komen moet het ICC het vonnis intrekken...als Kony of Otti niet naar buiten komen, zullen er ook geen andere rebellen naar buiten komen’. Het ICC weigerde en riep op tot een militaire operatie om Kony te arresteren. De regering van Oeganda weigerde zijn veiligheid te garanderen. Zoals te verwachten was mislukten de onderhandelingen. Het LRA trok zich terug, eerst naar de Democratische Republiek van Congo (DRC) en daarna naar de Centraal Afrikaanse Republiek. Opnieuw reageerde de Oegandese regering met militaire operaties. Eerst kwam de rampzalig verlopen Operation Lightning Thunder waarbij duizenden Oegandese militairen in december 2008 de DRC binnenvielen. Daarna kwam het verzoek om Amerikaanse militaire adviseurs. Het ICC verzocht AFRICOM, het African Command van het Amerikaanse leger, als haar verlengstuk op te treden en meer troepen te sturen om Kony op te pakken. Onder Obama stuurde het Amerikaanse leger een onbekend aantal adviseurs en onbemande vliegtuigjes (onbewapend volgens de VS) naar het gebied. Met hun populaire internetfilmpje KONY 2012 roept nu ook Invisible Children de VS op tot een militaire oplossing – daarin zogezegd gesteund door miljoenen mensen die het filmpje bekeken. Waarom staat de LRA opeens in het centrum van de belangstelling van Hollywoodsterren, voorstanders van ‘humanitaire interventie’, AFRICOM en talloze westerse jongeren? Het LRA is een gehavend zooitje van een paar honderd strijders, slecht uitgerust, slecht bewapend, slecht getraind. De meesten van hen werden als kind ontvoerd en gehersenspoeld om zich aan te sluiten bij hun mishandelaars. Het verhaal verschilt niet zoveel van dat van mishandelde kinderen die als volwassenen zelf kinderen mishandelen. Kortom, het LRA is geen militaire macht. Het probleem ‘LRA’ kan niet militair opgelost worden. Toch wordt de LRA als de reden genoemd waarom het leger continu in actie moet zijn, eerst in noordelijk Oeganda, nu in de gehele regio. De LRA is het argument om het militaire budget van Oeganda de hoogste prioriteit te geven en de reden waarom de VS nu soldaten en wapens moet sturen. De LRA is niet de reden voor militaire operaties in de regio, maar slechts een excuus ervoor. De reden waarom de LRA blijft bestaan is dat hun slachtoffers – de burgerbevolking – noch het LRA noch de regeringstroepen vertrouwen. Ingeklemd tussen de twee, moeten deze burgers bevrijd worden van voortdurende militaire operaties en vooruitzicht krijgen op een politieke oplossing. Maar dit is niet de boodschap van Invisible Children dat juist oproept tot militaire interventie. De vraag dringt zich op of hun campagne niet een nieuw wapen zal zijn in de handen van hen die naar verdere militarisering van de regio streven. Zo ja, dan verdiept de Kony 2012 campagne de crisis alleen meer verder. De miljoenen kijkers van de Invisible Children video moeten beseffen dat de LRA – zowel de leiding als de kinderen die zij dwingen hen te volgen – niet uit de hemel zijn komen vallen. Hen integreren in de Oegandese samenleving, niet eliminatie, is de oplossing. De Oegandese en Amerikaanse regering, en Invisible Children, dragen samen met de LRA verantwoordelijkheid voor de uitbreiding van het conflict. Maar in de kern blijft de LRA een Oegandees probleem en de oplossing moet uit Oeganda komen. Mahmood Mamdani is professor en voorzitter van het Makerere Institute of Social Research in Kampala en professor aan Columbia University, New York City. Dit artikel verscheen eerder op www.pambazuka.org. De ‘Kony 2012’ video van de Amerikaanse NGO Invisible Children is met tientallen miljoenen kijkers een internetsensatie. Het filmpje roept kijkers op om ‘te helpen’ om Joseph Kony, leider van de Oegandese rebellengroepLord Resistance Army (LRA), voor het Internationaal Strafhof (ICC) te brengen dat hem in 2005 veroordeelde voor misdaden tegen de menselijkheid. Invisible Childrenroept op tot militaire steun van de Verenigde Staten – dat het ICC niet erkent – aan het leger van Oeganda om Kony op te pakken. Miljoenen steunen de campagne, maar is er is harde kritiek op gekomen. Het Pentagon en Oeganda Al jarenlang streeft het Pentagon naar een permanente militaire aanwezigheid in centraal Afrika. Een van de redenen daarvoor is de recente ontdekking van olie in Oeganda. De VS wedijveren met zowel China en met Europese machten als Frankrijk om de toegang tot grondstoffen in Afrika. Het leger van Oeganda speelt daarnaast een groeiende rol als Amerikaanse bondgenoot in de regio. Zo zijn sinds 2009 Oegandese troepen betrokken bij pogingen om Somalië onder de controle van een pro-Amerikaanse regering te brengen. Meer in het algemeen is de VS op zoek naar een Afrikaans land dat AFRICOM – dat sinds de oprichting ervan in 2008 gevestigd is in Duitsland – wil huisvesten. (bron: Green Left Weekly)

Soort artikel

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop