Het FNV congres van 10 en 11 mei heeft het proces van democratisering van de bond bevestigd en gekozen voor een verbreding van de vakbondsagenda. De bond is er niet alleen voor loon, arbeidsomstandigheden, arbeidsvoorwaarden en sociaal beleid, maar moet zich in toenemende mate ook inzetten voor goede zorg, huisvesting, het milieu en andere essentiële zaken. En om dat te kunnen doen moet de vakbond ook lokaal stevig en actief zijn, zo betoogt Rob Marijnissen van FNV lokaal Amsterdam. Grenzeloos: Jij werkt als organiser voor de FNV, maar je bent ook actief in de FNV afdeling Amsterdam. Hoe verhoudt zich dat tot elkaar? Rob: Nou dat is geen enkel probleem. Ik ben lid van de vakbond zo lang als ik werk. Van 1981 tot 1994 werkte ik bij Fokker Schiphol en toen was ik lid van het bestuur van de bedrijfsledengroep van de Industriebond FNV bij Fokker. Toen Fokker gesloten werd ben ik bij een klein ICT bedrijf gaan werken. Vakbondswerk deed ik toen vooral in de woonafdeling Amsterdam van wat na de fusie in 1998 van de Industriebond FNV met de Voedingsbond, de Vervoersbond en de Dienstenbond FNV Bondgenoten was geworden. Zo’n vier jaar geleden kreeg ik de kans om bij de FNV (toen nog de ABVA-KABO) aan de slag te gaan als organiser in de zorg. Daar werk ik nog steeds met veel plezier. De laatste periode in de regio Groningen en nu in Friesland. In de eerste periode dat ik organiser was werkte ik dus voor de ABVA-KABO FNV en was daarnaast in mijn vrije tijd actief als kaderlid van FNV Bondgenoten. Sinds het fusie congres in 2014 waarbij Bondgenoten en de ABVA-KABO opgingen in de ongedeelde FNV, ben ik dus overdag in dienst van de FNV terwijl ik in mijn vrije tijd gewoon als kaderlid actief blijf in wat nu heet FNV lokaal Amsterdam. Woonafdelingen Gr. Die lokale afdelingen, of woonafdelingen zoals het bij Bondgenoten heette dat is altijd een beetje een vreemde eend in de bijt van de vakbondsstructuur geweest toch? Rob: Ja in zeker zin wel. Kijk, in de begintijd van de vakbeweging in de 19e en begin 20e eeuw viel de structuur van de bond in de bedrijven vaak samen met de lokale structuren. Arbeiders woonden over het algemeen in de buurt van hun werk, in arbeiderswijken. De vakbeweging organiseerde mensen in de bedrijven, en die zelfde mensen en hun gezinnen woonden bij elkaar in de buurt. Daar komt bij dat er een nauwe band was tussen de verschillende vakbonden en bepaalde politieke partijen, tussen bijvoorbeeld de sociaal democratische NVV en de Sociaaldemocratische Arbeiders Partij (SDAP) en later de Partij van de Arbeid. Datzelfde gold voor het katholieke deel en het protestantse deel van de bevolking. En die partijen waren natuurlijk wel lokaal georganiseerd en hielden zich met lokale en plaatselijke zaken bezig. Van grote eenheid van de arbeidende bevolking was echter geen sprake, omdat er sprake was van uitsluiting. Katholieke arbeiders werden verboden lid te worden van de socialistische vakbeweging of politieke organisaties. Die schotten zijn nagenoeg verdwenen. Een CNV lid stapt nu heel makkelijk over naar de FNV als die zich in een sector strijdbaar opstelt. Lokaal hebben we nu zelfs een grotere mogelijkheid om als vertegenwoordiger van de georganiseerde arbeiders op te treden. Verwarrend genoeg wordt deze tegenwoordig vaak als middenklasse aangeduid. Die situatie is op een ander vlak nu ook heel anders. Die hele grote concentraties arbeiders in een bedrijf of een sector die ook bij elkaar in een wijk wonen heb je nauwelijks meer. Mensen wisselen veel vaker van werkplek en wonen gemiddeld ook veel verder van hun werk af. Dus die band tussen werkplek en woonplaats is er vaak nauwelijks meer. Door de steeds verder gaande flexibilisering is dat hele proces de afgelopen jaren nog verder versterkt. Verzwakking van bedrijvenwerk Lange tijd concentreerde de bond zich op de organisatie van mensen op het werk in de bedrijven in bedrijfsledengroepen. En dat was ook logisch, want daar ligt een centrale taak en ook de kracht van de vakbeweging. Maar door aan de ene kant flexibilisering en outsourcing en aan de andere kant de opvatting van vakbondswerk die tot een paar jaar geleden sterk gericht was op individuele belangenbehartiging en daarmee feitelijk de solidariteit als handelend perspectief naar de achtergrond verdrong, zijn die bedrijfsledengroepen sterk verzwakt. Dat is één ontwikkeling. Aan de andere kant zijn voor een vakbeweging die zich niet wil beperken tot zaken rond lonen en arbeidsvoorwaarden de ontwikkelingen op lokaal vlak en in de gemeenten steeds belangrijker geworden. Sinds de decentralisatie van taken van de rijksoverheid naar gemeenten zoals jeugdzorg, werk en inkomen en zorg aan langdurig zieken en ouderen is beïnvloeding van gemeentelijk beleid voor de vakbeweging nog belangrijker geworden. En als je dus als vakbeweging daar invloed op wilt uitoefenen moet je daar ook actief zijn en mensen organiseren. Nu de grote bonden van de FNV die vroeger zelfstandig opereerden opgegaan zijn in de ongedeelde FNV is het een stuk makkelijker om gezamenlijk een sterke lokale afdeling op te zetten. En is dat in Amsterdam een beetje gelukt? Ja ik vind van wel. Van tevoren waren er mensen sceptisch over. In de praktijk is dat enorm mee gevallen. Er is nu een actief lokaal bestuur, bestaande uit mensen die zowel uit de Abva-kabo als uit Bondgenoten komen en van spanning is weinig of niks te merken. Werkgroepen Er zijn verschillende werkgroepen die zich respectievelijk bezig houden met propaganda op bijeenkomsten, jubilarissen in het zonnetje zetten, hulp bij het invullen van belastingaangiften, het organiseren van vakbondscafé’s over tal van onderwerpen waaronder het organiseren van verkiezingsdebatten, uitsluiting en racisme bestrijden op de arbeidsmarkt, uitdrukkelijk aanwezig zijn op activiteiten van andere sociale bewegingen waar we als FNV achter staan zoals de anti-racisme demonstratie van 21 maart, de herdenking van de Februaristaking, demonstraties tegen huurverhogingen, en anderen betrekken bij 1 mei activiteiten. De mogelijkheden zijn er om als FNV onderdeel te zijn van een grote en brede beweging die nodig is om klimaatverandering tegen te gaan en de toenemende ongelijkheid te bestrijden. Hiermee wordt het voor verschillende groepen aantrekkelijker om zich bij de FNV aan te sluiten. Ook wat betreft de thema’s die als FNV lokaal opgepakt worden zijn er eigenlijk geen problemen. Dat we als bond de strijd tegen racisme op moeten pakken is bijvoorbeeld geen discussie (meer). We kunnen daarbij goed aansluiten bij de traditie van het herdenken van de Februaristaking die in de FNV en met name bij de gemeentearbeiders altijd sterk is geweest. En dat geldt ook voor de steun van de FNV aan de activiteiten van het 21 maart comité in de strijd tegen hedendaags racisme, discriminatie, antisemitisme en islamofobie. Milieu en klimaat Ook op het vlak van milieu en klimaat zijn er interessante ontwikkelingen. Het gezamenlijk optrekken van de FNV met de milieubeweging in de strijd tegen de internationale handelsverdragen TTIP, CETA en TiSA heeft ook de basis gelegd voor lokale samenwerking. Ook in de acties voor sluiting van de kolencentrale aan de Hemweg is door de FNV samen opgetrokken met de milieubeweging. Het feit dat de vakbeweging en de milieubeweging samen optrekken voor het op een sociaal verantwoorde manier sluiten van de kolencentrales is bijzonder. Ook vanuit het buitenland wordt daar met bewondering naar gekeken. Want elders staat de vakbeweging in dit soort zaken vaak tegenover de milieubeweging, en vroeger was dat ook in Nederland vaak het geval. Als je als vakbeweging alleen maar oog hebt voor de banen kan je de milieubeweging er ook niet van overtuigen dat ze niet alleen voor sluiting van vervuilende centrales moet strijden maar dat dat ook op een sociale manier moet, met oog voor de belangen van de werknemers. We moeten niet vergeten dat amper 35 jaar geleden de FNV een belangrijke factor was binnen de vredesbeweging en onder het motto ‘Geen bommen maar banen’ aangaf dat investeren in de wapenindustrie niet alleen moreel verwerpelijk is maar ook economisch desastreus. Investeringen in het publieke domein levert banen op die ook nog eens nuttig zijn voor iedereen. Het thema milieu en klimaat is een belangrijk thema de komende tijd. In Amsterdam is een groeiende beweging aan het ontstaan. Enkele maanden terug was er een druk bezochte bijeenkomst van wijkcentra en milieubewegingen over de al jaren bestaande onvrede over de luchtkwaliteit in de stad. Daar kunnen we als vakbeweging op aansluiten. De manier waarop we dat als FNV precies gaan doen is nog niet duidelijk, dat is even zoeken en aftasten waar precies de aanknopingspunten liggen. Als we vinden dat het autoverkeer in de stad moet worden teruggedrongen vanwege de vuile lucht dan moet de stad wel bereikbaar zijn en blijven. Ik ben daar voor en ik vind dat er dan niet bezuinigd moet worden op het openbaar vervoer. Als je vindt dat mensen gebruik moeten maken van dat zelfde openbaar vervoer, geef ze dan de gelegenheid een plek te zoeken om te wonen in de stad waar ze werken, zodat ze niet heel ver hoeven te reizen. Dan ook graag een vaste baan bij de gemeente Amsterdam, omdat je het volgende half jaar niet in de gemeente Volendam hoeft te werken via een uitzendbureau en dan weer de auto moet pakken. Vakbondscafé Ook het vakbondscafé dat in Amsterdam al zo’n tien jaar functioneert speelt een rol in de opbouw van FNV lokaal. De groep die dat voorbereid is uitgebreid en is nu een werkgroep van FNV lokaal. In de regelmatige bijeenkomsten - die voor iedereen toegankelijk zijn - worden onderwerpen inhoudelijk uitgediept. En we zorgen er voor dat er steeds mensen uit de groepen die direct met een bepaalde problematiek te maken hebben aanwezig zijn, zodat er niet over, maar met de mensen gepraat wordt. Soms organiseren we het café ook op locatie. Zo hebben we meerdere cafés over de zorg in een zorgcentrum georganiseerd en in een actietent en een bijeenkomst over de verkiezingen op meerdere plekken in de stad. Het is ook een manier op goede contacten op te bouwen met andere actieve mensen in de stad en die een podium te bieden. Zo hebben we rondom de handelsverdragen een bijeenkomst gehad, waar nieuwe en voor een groot gedeelte jonge mensen op zijn afgekomen die geïnteresseerd zijn in dit thema. Kort na de antiracisme demonstratie van 21 maart hebben we een vakbondscafé gehouden over racisme op de werkvloer en dat is op de demonstratie ook bekend gemaakt. Dat levert nieuwe mensen op die nu mee doen met de voorbereiding van de volgende vakbondscafé’s. Vakbondshuizen Het was toch ook de bedoeling dat er overal in het land vakbondshuizen zouden komen, van waaruit allerlei activiteiten plaats zouden kunnen vinden? Er zijn op meerdere plaatsen zogenaamde vakbondshuizen gekomen. Hierbij was het idee dat deze plekken laagdrempelig zouden zijn en de FNV dichterbij de leden in woonsteden zou brengen. Dat staat allemaal echter nog in de kinderschoenen. De huidige plekken zijn vooralsnog kantoren geworden voor de mensen die werkzaam zijn bij de gefuseerde vakbonden. Ik kan me voorstellen dat je bij zo’n fusie de verschillende belangen van groepen personeel moet bedienen en op de centen moet letten. Echte inlooppunten zijn het nog niet. Iedereen moet een pas hebben om het gebouw in te kunnen en de manier waarop de faciliteiten zijn geregeld voor de actieve leden is allemaal nog onduidelijk. Ik denk dat de volgende stap zou moeten zijn dat je in een stad als Amsterdam op diverse locaties aanlooppunten voor leden en niet-leden gaat op zetten waar je kan vergaderen, spreekuren kan houden en minimale faciliteiten hebt. Het zou geen probleem hoeven te zijn om die plekken te organiseren op plaatsen waar andere organisaties al aanwezig zijn. Ook daarvoor geldt: samen sta je sterk. De vakbeweging moet er tenslotte voor iedereen zijn maar vooral voor degene die er elke dag voor zorgen dat er koffie te drinken is in de stad, die op Schiphol het inchecken en de bagage-afhandeling doen, zorgen dat de stad schoon is en dat ouderen verzorgd worden. Dat zijn niet de best betaalde banen. En de mensen die deze banen bekleden, hebben vaak een kleur en als het effe tegen zit een precair contract. Bovendien moeten ze vaak ook nog van ver komen omdat een sociale woning niet meer te krijgen is in Amsterdam. Voor en met die mensen moeten we er zijn als FNV. Vooral ook op lokaal vlak.
Mooi interview. Met alle
Mooi interview. Met alle kritiek die er ook op hun praktijk te leveren valt, lijkt het er op dat het FNV toch nog wel een en ander kan leren van de Belgische vakbeweging. Ook op vlak van bijvoorbeeld lokale verankering (al ontbreekt echt "buurtwerk" ook wel).
Reactie toevoegen