Joseph Kabila, voortaan president van de Democratische Republiek van Congo, behaalde tijdens de tweede ronde op 29 oktober de meerderheid van de stemmen in het oosten van de Congo. Bemba behaalde de meeste stemmen in het midden en westen van het land en in de hoofdstad waar hij 68% van de stemmen behaalde.
Kabila profiteerde tijdens de tweede ronde ervan dat aan zijn linkerzijde de Parti lumumbiste unifié – Palu, welke veel aanhang heeft onder de Banduntu en tijdens de eerste ronde 14% van de stemmen behaalde, uit de race stapte. Haar leider, de historische oppositieleider Antoine Gizenga, zou zijn oog op de premierszetel hebben. Aan rechterzijde profiteerde hij van het uitstappen van de Union des démocrates mobutistes (Udemo), aanhangers van de voormalige dictator. De vertegenwoordiger van de Verenigde Naties verklaarde de verkiezingen geldig maar de waarnemers van de Europese Unie waren aanzienlijk sceptischer – meer dan 1,4 miljoen mensen konden stemmen zonder geregistreerd te zijn op de lijsten van de kiesbureaus.
Eerder schreven we dat de verkiezingen zouden kunnen dienen om de positie van Kabila te cementeren teneinde de grootst mogelijke winsten voor de multinationals te garanderen. De stabiliteit van het land, de inzet van deze verkiezingen, loopt nu gevaar. Als Bemba de uitslag aanvecht, een weinig waarschijnlijk scenario – ook al zullen zijn meest radicale aanhangers het wel eisen – stort hij zich in een gewapend avontuur. Een avontuur waar hij echter wel de middelen voor heeft. De westerse mogendheden hebben genoeg bewijs om hem aan te kunnen klagen voor het internationale gerechtshof voor de oorlogsmisdaden die zijn troepen hebben begaan in de Centraal-Afrikaanse Republiek. Bemba zijn aanhangers ondertussen gebruiken de kaart van Congolees nationalisme en trekken Kabila zijn nationaliteit in twijfel.
De winnaar van de verkiezingen zal Bemba echter waarschijnlijk wel een deel van de koek gunnen door hem en zijn partijleden een rol te geven, misschien niet in de regering maar dan toch wel in andere instituten, om op deze manier de natie te verenigen en opnieuw op te kunnen bouwen. Maar wat er ook gebeurt, de bevolking heeft geen belang bij een conflict tussen de miljonair en warlord Bemba, die zijn fortuin te danken heeft aan zijn vader – een vertrouweling van Mobutu – en een Kabila die zich haast om de instructies van het IMF op te volgen.
Want, in tegenstelling tot zijn vader Laurent Désiré Kabila die op mysterieuze wijze vermoord werd door zijn lijfwacht, maakte Joseph Kabila meteen beloftes aan de machtige financiers en omringde hij zichzelf met ministers uit de hoek van het IMF, zoals de minister van financiën Matungulu Ilankir, en die van de bankiers, zoals André Philippe Futa, minister van landbouw, en accepteerde hij de structurele aanpassingsprogramma's van de Wereldbank zoals liberalisering van de olie- en diamantprijzen en devaluatie van de Congoleze frank.
In een land waar een burgeroorlog tenminste 3 miljoen doden eiste en naar schatting van humanitaire organisaties nog elke dag 1200 mensen sterven als gevolg van dit conflict moet de bevolking in de eerste plaats een manier vinden om sociale eisen kracht bij te zetten. Zoals het opzeggen van een oneerlijke schuld van 14 miljard dollar – de schuld van Mobutu die tot het bittere einde gesteund werd door Frankrijk – zodat de inkomsten uit de exploitatie van de natuurlijke rijkbronnen een sociale politiek van voeding, gezondheidszorg, onderwijs en ontwikkeling van de infrastructuur kunnen bekostigen en mensen fatsoenlijk kunnen leven.
Dit artikel verscheen eerder in Rouge, het blad van de Franse LCR.
Reactie toevoegen