Zo’n vijf jaar geleden heerste er in de milieubeweging in Nederland nog een optimistische sfeer. Al Gore had met An inconvenient truth het klimaatprobleem definitief op de kaart gezet, natuur- en milieuorganisaties in Nederland telden miljoenen leden en de ‘milieuactiviste’ en voormalige voorzitter van Milieudefensie Jaqueline Cramer trad aan als minister. Nu was er draagvlak, nu zou er vanuit Nederland echt iets aan de klimaatcrisis worden gedaan, zo was de verwachting. Van dat optimisme is inmiddels weinig meer over.
De klimaatverandering gaat sneller dan verwacht, de uitstoot van broeikasgassen blijft toenemen en ondertussen zitten we in Nederland met een kabinet dat juist meer verkeer en meer kolencentrales wil. Waar ging het mis?
Gelijk hebben is nog geen gelijk krijgen. Dat degenen die al decennia waarschuwen voor de desastreuze effecten van de opwarming van de aarde door de uitstoot van broeikasgassen gelijk hebben is duidelijk. Orkanen, extreme hitte en droogte of juist overdadige regenval zijn overal op de wereld aan de orde van de dag. Het is niet in alle gevallen met wetenschappelijke zekerheid te zeggen dat deze verschijnselen het gevolg zijn van klimaatverandering, maar deze verschijnselen passen binnen de voorspellingen van het Intergovernmental Panal on Climate Change. Andere verontrustende verschijnselen zoals het afsmelten van het ijs van de polen en in het hooggebergte zijn onmiskenbaar het gevolg van de klimaatverandering.
De rol van de uitstoot van broeikasgassen in het proces van klimaatverandering is onder serieuze wetenschappers onomstreden. En toch staat het er met de klimaatpolitiek slecht voor. De laatste die we dat kunnen verwijten is natuurlijk de milieubeweging. Maar toch moeten we constateren dat die beweging er – ondanks al haar inspanningen – niet in is geslaagd een serieuze klimaatpolitiek af te dwingen. Daar zijn vele oorzaken voor aan te wijzen maar een belangrijke is naar onze mening het ontbreken van een heldere analyse van de oorzaken en het ontbreken van een duidelijk alternatief.
Structurele oorzaken
Dat de oorzaak van de huidige klimaatverandering de uitstoot van broeikasgassen is, daar is men het over eens. Maar wat is de oorzaak van het steeds groeien van die uitstoot? Dat ‘we’ met z’n allen en vooral ‘wij’ in het rijke deel van de wereld veel te veel fossiele brandstof gebruiken. Dat klopt natuurlijk. Maar de vraag die daar achter ligt is natuurlijk waarom ‘wij’ dat doen. Omdat we ons niet bewust zijn van de gevolgen? Omdat we consumptieverslaafd zijn? Of omdat we helaas in een maatschappij leven waarin de economie zo in elkaar steekt dat we ons maar in beperkte mate kunnen ontrekken aan het direct en indirect gebruiken van fossiele brandstoffen? Natuurlijk hoeven we niet een paar keer per jaar met het vliegtuig naar de zon, we hoeven niet in een auto te rijden maar kunnen fietsen of met het OV, we kunnen bewuster consumeren en consuminderen. Maar de individuele marges zijn smal.
We zitten allemaal als het ware gevangen in een systeem waar alles draait om winst en economische groei. Een economisch systeem dat voor zijn overleven korte termijn economisch gewin boven duurzaamheid stelt.
Hier besteedt de milieubeweging nauwelijks aandacht aan. Integendeel. De afgelopen jaren zien we juist een groeiende tendens om te zoeken naar oplossingen binnen het bestaande economische systeem. ‘De klimaatcrisis is een uitdaging voor het maken van nieuwe innovatieve producten’ wordt er dan geroepen. En, ‘we moeten als milieubeweging meer het bedrijfsleven erbij betrekken’.
Maar het grootste probleem is helemaal niet het ontbreken van nieuwe producten. Wat vooral nodig is, is het op grote schaal toepassen van al bestaande technieken op het vlak van energiebesparing en duurzame energie. (De beste elektrisch auto is een elektrische tram of trein, de grootste energiebezuiniging valt te behalen met de isolatie van de bestaande woningvoorraad en het terugdringen van de mobiliteit). Natuurlijk kunnen afzonderlijke bedrijven door innovatie een bijdrage leveren aan het tegengaan van de klimaatcrisis. Maar het huidige bedrijfsleven op zich is een belemmering voor het oplossen van de klimaatcrisis. Je kan niet tegelijkertijd streven naar een herstel van de economische groei, het toenemen van de productie, een uitbreiding van de wereldhandel, het wegnemen van allerlei beperkingen voor bedrijven en het drastisch terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen. Als je de opwarming van de aarde wil voorkomen moet je inzetten op een ander economisch systeem. Een groen en duurzaam kapitalisme is onmogelijk. Dat wordt binnen de milieubeweging nauwelijks onderkend.
Daardoor is ook het perspectief dat de beweging te bieden heeft onduidelijk. Wat voor een wereld willen we? Een wereld waarin grote multinationals met een geweldige verspilling van grondstoffen en energie zoveel mogelijk winst maken? En dit terwijl de meerderheid van de bevolking aan de ene kant steeds meer moet consumeren om de economie draaiende te houden en aan de andere kant zo zuinig mogelijk moet doen om het milieu te sparen? Is het verwonderlijk dat veel mensen de milieubeweging vooral ervaren als een hindernis, als een beweging waarvan dit niet mag en dat niet kan, zonder dat er een perspectief wordt geboden?
Energiepolitiek
We zien dit dilemma duidelijk bij de energiepolitiek. Er wordt actie gevoerd tegen (nieuwe) kolencentrales omdat die een geweldige bijdrage leveren aan de uitstoot van CO2. Er wordt ook actie gevoerd tegen kernenergie. De ramp met de kernreactor in Japan heeft de gevaren van deze vorm van energie weer op de agenda gezet. Steenkool en kernenergie leveren samen ongeveer een derde van de energie in Europa. Als die twee bronnen wegvallen, zonder dat er van een zeer drastische bezuiniging op het energiegebruik sprake is, wordt hun plaats ingenomen door aardgas of olie en gaat de uitstoot van CO2 gewoon door.
De kernenergielobby maakt dankbaar gebruik van deze situatie en bepleit kernenergie als een klimaatneutraal alternatief voor op fossiele brandstof gestookte centrales. Vanuit de milieubeweging wordt er natuurlijk gepleit voor een omschakeling naar duurzame energiebronnen: zonne-energie, windenergie en bio-energie. Die leveren nu samen minder dan een tiende van de in Europa gebruikte energie en het is een illusie dat ze, bij een ongewijzigd of groeiend energiegebruik, de komende jaren de rol van kolen en kernenergie over kunnen nemen.
Daarbij wordt vaak ‘vergeten’ dat deze energiebronnen in het gebruik wel klimaatneutraal zijn, maar dat de productie en installatie van de daarvoor benodigde installaties (windmolens, zonnepanelen, biogasinstallaties en dergelijke) dat niet zijn. Het geleidelijk vervangen van de ene (vuile) brandstof door de andere is volstrekt onvoldoende. Om de opwarming van de aarde tegen te gaan, of binnen de perken te houden, is veel meer nodig. Naast een drastisch terugdringen van het energiegebruik door het isoleren van woningen en het terugdringen van de mobiliteit, zal er van een rigoureuze omschakeling van de hele economie sprake moeten zijn. Niet het behalen van winst en het bereiken van economische groei zal centraal moeten staan, maar het op duurzame wijze produceren voor werkelijke behoeften. Een milieubeweging die echt wil strijden tegen de opwarming van de aarde zal er niet onderuit kunnen om die boodschap uit te dragen.
Wervend perspectief
Met het uitdragen van een dergelijk perspectief kan de milieubeweging ook afrekenen met haar imago van hindermacht, met het beeld van een beweging die vooral tegen is en op de rem trapt. Ze zal een wervend perspectief kunnen en moeten ontwikkelen van een wereld waar het om meer draait dan om winst voor bedrijven, om andere zaken dan om economische groei en materiële consumptie. Een wereld waarin waarden als duurzaamheid, samenwerking en solidariteit een centrale plaats hebben. Een wereld waarin vrije tijd, cultuur en onderlinge relaties belangrijke waarden vertegenwoordigen en mensen niet beoordeeld worden op het salaris dat ze krijgen, maar op de bijdrage die ze leveren aan de maatschappij. Een wereld waarin de natuur niet meer gezien wordt als louter een bron voor menselijke verrijking en als een makkelijke plaats voor het dumpen van afval, maar als een waarde op zich, als een ecosysteem waar de mensheid deel van uitmaakt en een bijzondere verantwoordelijkheid voor draagt.
Reactie toevoegen