Eenvoudig is dat niet, want Hegel staat bekend als een duister en moeilijk te doorgronden filosoof. Dat is niet geheel ten onrechte. Ik heb me eens een lange kerstvakantie gestort op de Phänomenologie des Geistes, onder leiding van de hoogleraar filosofie en anarchist Wim van Dooren (die later een deel van dit werk van Hegel heeft vertaald) en dat viel zwaar tegen. Singer spreekt zelf van een “heel dik en heel ingewikkeld boek” en van “verbijsterend en gecompliceerd proza”. Marx noemde het boek “de ware geboorteplaats en het ware geheim van Hegels filosofie”.
In tegenstelling tot Hegel schrijft Singer zeer helder en begrijpelijk. Het is jammer dat de vertaling hier en daar wat slordig is. Zo wordt er gesproken van “overwaarde”, waar er meerwaarde wordt bedoeld. Singer behandelt niet de hele filosofie van Hegel. Hij begint, na een zeer korte inleiding op Hegels leven, met de relatief makkelijke historische en politieke aspecten van diens filosofie door een bespreking van de Philosophie der Geschichte en de Philosophie des Rechts. Pas daarna komt de Phänomenologie des Geistes aan bod en tot slot zegt hij nog heel erg kort iets over de Wissenschaft der Logik.
Het is jammer dat de logica en dialectiek er zo bekaaid afkomen, want het is algemeen bekend hoeveel waarde Marx en ook Lenin daaraan hebben gehecht. (Zie daarvoor het artikel van Michel Löwy in De Internationale nummer 57). Helaas is Marx nooit toegekomen aan zijn goede voornemen (in een brief aan Engels in 1858) om “voor het gewone menselijke verstand duidelijk (…) maken wat er rationeel is aan de methode die Hegel ontdekte, maar die hij tegelijkertijd met mystiek omhulde (…).” Veel later, in het nawoord bij de tweede Duitse druk van Das Kapital, kwam Marx terug op Hegels logica..
Ik kan niet beoordelen of Peter Singer in alle gevallen een juiste beoordeling geeft van wat Hegel geschreven of bedoeld heeft. Singer twijfelt zelf ook meermalen over wat een juiste interpretatie van Hegels geschriften zou kunnen zijn. Maar hij geeft een heldere uiteenzetting en zijn beoordeling van Hegel is een stuk genuanceerder en soms veel verrassender dan wat we vaak over de relatie tussen Hegel en Marx lezen. Het klopt dat Hegel een ‘absolute idealist’ was en dat een historisch-materialistische wereldbeschouwing Hegel dus ‘op zijn kop’ moest zetten. “Meine dialektische Methode ist der Grundlage nach von der Hegelschen nicht nur verschieden, sondern ihr direktes Gegentheil”, schrijft Marx in het nawoord van Das Kapital. Dat neemt niet weg dat enig inzicht in de filosofie van Hegel niet alleen kan leiden tot een beter begrip van veel denkers van na zijn tijd, maar ook ons eigen denken aanzienlijk aan kan scherpen, met alle plezier van dien. Soms is Hegel zeer verrassend. Zo kritiseert hij in het begin van de negentiende eeuw het door het kapitalisme opgedrongen consumeren: “Daarom komt de behoefte aan groter gemak (Hegel bedoelt hier een grotere consumptie) niet precies rechtstreeks in uzelf naar boven. Die behoefte wordt u gesuggereerd door degenen die hopen winst te maken, omdat de behoefte is gecreëerd.” Op dezelfde bladzijde waarin Marx Hegels dialectiek ”op zijn kop” zet, verklaart hij zich tot leerling “van deze grote denker”.
Het betrekkelijk goedkope boek van Singer geeft ook nog vele tips om verder te lezen in of over Hegel.
Peter Singer is hoogleraar filosofie en waarnemend directeur van het Centre for Human Bioethics aan de Monash University in Melbourne. Hij schreef in deze zelfde serie ‘kopstukken’ ook een boek over Marx.
Hegel. Peter Singer. In de serie kopstukken filosofie. Uitgeverij Lemniscaat. Prijs: f 24.50.
Ook goed: Frederick C. Beiser (ed.), The Cambridge Companion to Hegel, CUP 1993.
Reactie toevoegen