Fors verlies voor regerend links in Italië

Regerend links (Olijfboom) heeft er eigenlijk een dubbele nederlaag opzitten: één in de kiesurnes en één in de samenleving. Regerend links heeft de publieke opinie niet kunnen en niet willen mobiliseren om een echt antwoord te bieden op Berlusconi. Daar is een eenvoudige reden voor: sinds ze aan de macht kwam in 1996 heeft die regering een neoliberale politiek uitgevoerd, een volledige kopie van het beleid in de andere EU-lidstaten. Die linkse ploeg verkocht haar ziel en trachtte het tijdens de verkiezingen te halen met het gebruinde hoofd en de charmante lach van haar lijsttrekker, Rutelli. Net als Berlusconi, eigenlijk. Alleen heeft die laatste een voordeel: hij kan uitpakken met persoonlijke successen. Berlusconi geeft de volgende heldere en eenvoudige uitleg aan een bevolking die gedemoraliseerd is na 5 jaar centrum linkse regering: "Kijk naar mij, ik ben geslaagd in het leven. Als u mij aan de macht brengt, zal u net als ik slagen!". En dat op alle mogelijke zenders van zijn media-imperium. Dankzij de tv? Eén zaak lijkt voor een heleboel mensen als een paal boven water te staan: Berlusconi heeft gewonnen dankzij zijn televisie-zenders. En, gezien hij nu als premier zijn imperium nog zal kunnen verdubbelen (drie privé-zenders plus drie publieke zenders), zal hij voor jaren een quasi monopolie over de informatie hebben. Maar een dergelijke "sociologische uitleg" voor de overwinning van rechts komt een aantal mensen niet slecht uit. In de eerste plaats zij die het land bestuurd hebben en die de sociale verworvenheden van de arbeidersklasse frontaal hebben aangevallen, de scholen geprivatiseerd hebben, de oorlog in de Balkan gevoerd hebben... Maar daarover lees je veel minder. Een aantal linkse media (!) stellen zelfs dat Rifondazione, dat steeds weigerde de politiek van Olijfboom mee uit te voeren, verantwoordelijk is voor de nederlaag van links. Vreemd. Een regeringsploeg wordt afgestraft en zij die ervoor gewaarschuwd hebben, krijgen de zwarte piet doorgeschoven. Stel dat de televisie echt zo beslissend zou zijn voor de uitslag van de verkiezingen, waarom heeft regerend links dan niets ondernomen om het quasi media-monopolie van Berlusconi te doorbeken? De vreemde tango tussen Berlusconi en links Het is een publiek geheim dat de ambitieuze klein-burger Berlusconi zijn intrede in de zakenwereld te danken heeft aan de maffia, die hem zijn ‘startkapitaal’ verschafte (dat wordt mooi beschreven in een boek van Marco Travaglio). Dat creëert banden en "schulden". Berlusconi is natuurlijk niet de enige. Zo is er Andreotti, de eeuwige chef van de christen-democratie, maar ook Bet-tino Craxi, de veroordeelde ‘socialist’, die zijn villa in Tunesië verkiest boven de gevan-genis in zijn zo geliefde Italia. Het is net die Craxi, die als eerste minister Berlusconi (toen ook ‘socialist’ geworden) bijsprong in de uitbouw van zijn medialandschap. Vriendschap blijkt een duurzaam begrip in deze kringen. Want wat blijkt? De zoon van Craxi heeft zich net laten verkiezen op de lijst van ‘Het Huis der vrijheden’. Als socialist, wel te verstaan, want hij richtte zijn ‘eigen’ Nieuwe Socialistische Partij op. Geld, vriendschap, privé-bezit... Ook de Franse president François Mitterand bleek niet ongevoelig voor de vriendschap en zachte druk van zijn maat Bettino: Berlusconi was de eerste koper van "La 5", de eerste privé-zender in Frankrijk. Berlusconi is geen economische, politieke en mediatieke macht, die in zijn eentje Italië kan leiden. Hoewel hij zeer rijk is, mogen we toch niet vergeten dat er in Italië een zeer machtige heersende klasse is die deze ellenbogenwerker toestaat om de rol te spelen van de moderne Bonapartist, in een specifieke context. Sociale nederlaag en macht van de media De macht van de media is enorm toegenomen. Die werden een machtige machine op het moment dat de Italiaanse elite (groot kapitaal, politiekers, de top van het staatsapparaat, journalisten...) en haar politieke hefbomen onthoofd werden. Tussen 1992 en 1994 werden méér dan 3000 hooggeplaatste personen in beschuldiging gesteld, veroordeeld en opgesloten wegens corruptie en fraude. Berlusconi behoorde tot diezelfde generatie. Maar terwijl de traditionele partijen van het Italiaans systeem (sociaal-democratie, christen-democratie) in elkaar stortten en de Communistische Partij om een geheel andere reden haar terminale crisis inging, wierp Berlusconi zich in die politieke leegte. Onder andere om parlementaire bescherming te bemachtigen en aan een veroordeling te ontsnappen. Zijn show lukte aardig in 1994, maar eindigde al weer in 1996. Hoe kan dat? Wat was er veranderd op die twee jaar tijd? Italië kende de opkomst van een enorme arbeidersbeweging die deed denken aan de jaren 69-73. Hij werd aan de dijk gezet door een algemene staking, maar reeds daarvoor verloor hij het vertrouwen van de zakenwereld en zette de heer Agnelli, topkapitalist van Fiat, hem aan de deur. Berlusconi bracht te veel risico’s met zich mee, was te onstuimig rechts. Zijn politieke loopbaan leek daarmee ten einde. Hij werd opgevolgd door de technocraat Prodi, die aan het hoofd kwam te staan van de centrum linkse Olijfboomcoalitie. In 1997 koos D’Alema (ex-communist en leider van de ‘nieuwe sociaal-democratie PDS, vervolgens DS, linkse democraten) voor een grote constitutionele hervorming waarbij hij vooral zijn eigen carrière als toekomstige eerste minister wilde veiligstellen. Plots besliste diezelfde D’Alema ook om het referendum dat erop gericht was het medium-imperium van Berlusconi te ontmantelen te boycotten. Berlusconi voelde aan dat zijn kansen terug aan het keren waren en besloot ervoor te gaan. D’Alema verbrak het vertrouwen en engagement van brede lagen van de bevolking op een moment dat de werknemers zeer zware inleveringen moesten doen. Met andere woorden: de tijd werd rijp voor de terugkeer van Bonaparte. Rechts aan de macht Italië maakt een ruk naar rechts door. Maar in welke zin? De nieuwe politiek zal in de continuïteit liggen van de neoliberale, Europeanistische en Atlantische politiek van centrum links. Dat wil echter niet zeggen dat er niets verandert. Het institunioneel personeel aan het hoofd van de staat wijzigt grondig: de nieuwe coalitie wordt geleid door een avonturier zonder scrupules en is samengesteld uit een gecorrumpeerde partij, een ex-post-fascistische partij (Alleanza nazionale), een racistisch-populistische, semi-fascistische partij (Bossi), een coalitie die een electoraal bondgenootschap heeft gesloten met een fascistische partij (La Flamme). Na Spanje is Italië nu het tweede land dat geregeerd wordt door burgerlijke partijen die hun wortels niet in de burgerlijke democratie hebben. Dat geldt ook voor de staatsapparaten van beide landen, die een veel sterkere traditie hebben van extra-legale repressie. Daar zit zelfs een verschil met iemand als Haider, die weliswaar ideologisch bij het nazisme aanleunt maar niet over diezelfde middelen en tradities beschikt. Een dergelijk gevaar kan je niet stoppen met een moraliserende kruistocht, zoals we die gewoon zijn van Louis Michel, de sterke man van het Belgisch liberalisme. Dat kan enkel door een sterke mobilisatie van de sociale en politieke linkerzijde... die ten dele nog opgebouwd moet worden. Gigi Malabarba (IVde Internationale) verkozen! Onze kameraad Gigi Malabarba werd voor de regio Milaan verkozen in de Senaat op de lijst van Rifondazine Comunista. Hij wordt één van de drie senatoren van de PRC. Twee andere kameraden voerden op andere plaatsen de senaatslijst aan, Antonio Moscato (in Lecce, Zuid-Italië) en Livio Maitan (in Rome). Ze werden net niet verkozen. Gigi werkte gedurende dertig jaar in de fabriek van Alfa Romeo, tot de sluiting ervan. Hij is één van de oprichters van de COBAS, een federatie van nieuwe strijdbare vakbonden die opgebouwd werd vanuit de basis (vooral vanuit de metaalsector, het onderwijs en het spoor). Hij is ook een verantwoordelijke van het internationaal netwerk van de Euromarsen. Op politiek vlak behoort hij tot de leiding van de Italiaanse afdeling van de Vierde Internationale en is hij lid van het Centraal Comité van de PRC.Die PRC (Rifondazione Comunista) doet het zeker niet slecht. Terwijl vele commentatoren een vrije val hadden voorspeld (dat hoopten ze allicht) blijft de partij met haar 5% boven de kiesdrempel van 4% en behaalt ze 11 verkozenen in totaal. Indien we alle partijen van elkaar scheiden (en dus de grote coalities even ontbinden in hun verschillende bestanddelen) merken we dat de PRC de derde partij van Italië is, na Forza Italia en DS.

Dossier
Soort artikel

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop