De ongewoon lage opkomst maakt het moeilijk om op basis van deze verkiezingen conclusies te trekken voor de volgende verkiezingen: de presidentiële verkiezingen van 2012. Toch waren de verkiezingen van maart op verschillende manieren betekenisvol. Ten eerste was het totaal van de stemmen voor lijsten die de regering steunden slechts 27,28 procent en daarmee haalde Frans rechts zijn slechtste score sinds 1958. De linkse partijen behaalden tezamen meer dan 50 procent. Het extreemrechtse Front National maakte een comeback met meer dan 11 procent van de stemmen.
De grote winnaar was de Parti Socialiste: deze haalde bijna 30 procent van de stemmen, meer dan 5,5 miljoen kiezers, binnen. Dat zijn 2,7 miljoen meer kiezers dan in de Europese verkiezingen toen de PS slechts 16,48 procent haalde. Van wat in Frankrijk ‘links van links’ genoemd word, de partijen links van de PS, had het Front de Gauche, het Links Front, de meeste reden voor tevredenheid. Het Front, opgericht voor de Europese verkiezingen van vorig jaar, bestaat uit de Communistische Partij, de Parti de Gauche, een linkse afsplitsing van de PS, en het kleine Gauche Unitaire dat vooral uit ex-leden van de Ligue Communiste Révolutionnaire en/of de Nouveau Parti Anticapitaliste (NPA) bestaat. Het Front nam in 17 van de 22 districten deel, in de andere districten sloot de CP liever een verbond met PS in de eerste ronde. Het Front haalde 6,95 procent, vergeleken met het resultaat van 6,45 in 2009 een winst van 185.000 stemmen. Plaatselijk sloot het Front meestal een verbond met kleine groepen maar in drie regio’s ook met de NPA.
De resultaten waren slecht nieuws voor de NPA. Vorig jaar weigerde de partij zich aan te sluiten bij het Front de Gauche en behaalde de partij een teleurstellende score van minder dan 5 procent in de Europese verkiezingen. Dit keer was de tegenslag groter. In de 15 regio’s waar de NPA alleen of samen met kleine groepen deelnam behaalden hun lijsten 2,79 procent: een verlies van 250.000 stemmen vergeleken met 2009. In het district Limousin, waar een verbond was gesloten tussen de NPA en het Front was het resultaat wel heel goed: 19 procent in de tweede ronde.
Een deel van het probleem was dat na lange onderhandelingen de NPA geen deel uitmaakte van het Front. De indruk dat de NPA verantwoordelijk was voor deze verdeeldheid is wijd verspreid maar klopt maar gedeeltelijk. De NPA is onderling verdeeld in stromingen die voor- of tegenstander waren van de samenwerking en het was aan de regionale afdelingen om te proberen plaatselijk overeenkomsten met het Front aan te gaan. Er zijn zeker districten waar de NPA bereid was deel te nemen aan gezamenlijke lijsten maar waar vijandige plaatselijke afdelingen van de CP de deur dicht hielden. Dat er niet altijd onoverkomelijk politieke obstakels waren voor samenwerking blijkt uit de vier regio’s waar wel overeenkomsten mogelijk bleken.
Een andere bron van zorg voor de NPA was in een regio, waar een van de NPA kandidates een jonge moslima was die een hoofddoek draagt. Dit leidde tot grootscheepse, soms welhaast hysterische aanvallen in de pers op de NPA en crëerde aanzienlijke interne frictie. Het is moeilijk om vast te stellen hoe deze affaire de verkiezingsresultaten heeft beïnvloed maar het heeft zeker een effect gehad.
Wat de verdeeldheid en de debatten laten zien is dat een jaar na de oprichting de NPA voor een serie fundamentele discussies staat. Niemand is voor of tegen samenwerking in het abstracte: hoe daar vorm aan wordt gegeven hangt af van welke houding tegenover andere kwesties aangenomen wordt. Ten eerste hangt het antwoord op de vraag of je moet samenwerken met de rest van ‘links van links’ af van of je enkel de NPA als een antikapitalistische kracht ziet. Ten tweede speelt er een debat over de lange termijn strategie. Sommige mensen in de NPA zien een socialistische omwenteling als in essentie het resultaat van buitenparlementaire bewegingen, andere leden zijn van mening dat je in een burgerlijke democratie ook in en met parlementaire structuren moet werken. Je houding tegenover dit soort kwesties heeft natuurlijk gevolgen voor welke keuzes je maakt in verkiezingstijd. Het is nodig om duidelijkheid te krijgen over wat de NPA moet zijn: een grotere, betere radicaal-linkse organisatie of een daadwerkelijke brede antikapitalistische partij met de potentie om massale steun te verwerven. Deze en andere kwesties kunnen niet vermeden worden als de NPA de huidige tegenslag wil overwinnen en ten volle haar rol wil spelen in het creëren van een antikapitalistische partij. Het congres van de NPA later dit jaar zal een gelegenheid zijn voor deze discussies.
Reactie toevoegen