De crisis binnen de FNV is verdiept sinds de aangewezen toezichthouders naar de Ondernemingskamer stapten voor het verruimen van hun mandaat. Hans Lammers sprak hierover met Peter Spijkerman. Hij zat jarenlang namens de sector Zorg en Welzijn in het Ledenparlement (LP) en was de afgelopen vier jaar onderdeel van het Algemeen Bestuur (AB).
De voorstellen van de door de Ondernemingskamer tijdelijk aangestelde leden van de Raad van Toezicht (Lodewijk Asscher en Ton Heerts) markeren een kantelpunt, schreef je met andere oud-leden van het algemeen bestuur in artikel voor de Volkskrant. Jullie hebben het in dat stuk over het risico op een gesloten ‘old boys network’ dat de diversiteit en vernieuwing van de vakbond belemmert. Hoe is dit risico ontstaan en wat zou er volgens jou moeten gebeuren om uit deze bestuurscrisis te komen?
In november 2024 werd door het Ledenparlement (de Algemene Ledenvergadering van de FNV) met het zogenoemde ‘19-puntenplan’ vastgelegd hoe de FNV haar bestuurbaarheid wilde verbeteren: meer verbinding tussen de vereniging van leden en de werkorganisatie die in dienst van die leden het beleid uitvoert. Begin december wees de werkorganisatie op een bijeenkomst met het Algemeen Bestuur waar ik bij was, deze koers echter resoluut af.
Asscher en Heerts zeggen nu dat de vakbond ‘onbestuurbaar’ is, maar waar zit die vermeende onbestuurbaarheid dan precies? Niet bij de leden of hun bestuur, maar in de spanning tussen management en de democratische aansturing. Toch wordt nu juist de verenigingskant als probleem bestempeld.
De FNV is niet ontstaan in (politieke) bestuurskamers, maar op de werkvloer vanwege de noodzaak dat werkenden opkwamen voor hun rechten. Zeggenschap en solidariteit vormen de kern van de vakbeweging die nu onder druk staat. Het voorstel van de toezichthouders vermindert de invloed van leden op hun bestuur en lijkt moeilijk te rijmen met doelstellingen zoals genoemd in de FNV-statuten.
De na de fusie van 2015 ontstane ledendemocratie, waar destijds onder leiding van FNV-voorzitter Ton Heerts met overtuiging voor is gekozen, wordt hiermee teruggebracht naar de situatie van vóór die tijd. Wat begon als een tijdelijke maatregel om orde te scheppen, dreigt uit te lopen op een structurele machtsverschuiving: van leden naar toezichthouders en werkorganisatie, van een democratische vereniging naar een bureaucratisch beheermodel met een belangrijke rol voor het management.
Asscher en Heerts schetsen een beeld alsof de FNV een governance probleem zou hebben, onbestuurbaar met een te groot bestuur en een ledenparlement dat te veel bevoegdheden zou hebben. Wat is jouw visie hierop?
In de periode vanaf de fusie naar kort geleden met het laatste Algemeen Bestuur, verbeterde de samenwerking juist tussen het AB en het LP. Er was veel meer sprake van een goede samenwerking, ondanks de soms inhoudelijk scherpe debatten die er werden gevoerd. Het LP is door de jaren heen steeds meer in vorm gekomen en daar zouden we trots op moeten zijn in plaats van dat nu als een bedreiging te zien.
Na de fusie in 2015 werd er soms door leden van het (bezoldigde) Dagelijks Bestuur (DB) met hun portefeuille gezwaaid. Zij zeiden daarmee als het ware: “Als jullie niet willen luisteren, dan stap ik op.” Door de jaren heen zijn dit soort dreigementen veel minder voorgekomen en de laatste periode al helemaal niet meer. Dat de RvT nu doet alsof DB’ers bang waren om ‘nee’ tegen het LP te zeggen, vind ik klinkklare onzin. Dit heb ik ook niet op die manier ervaren én gezien binnen het AB.
Het was misschien wel juist omgekeerd: DB’ers die zich té veel gelegen lieten wat hun ondersteuning (werkorganisatie, red.) vond van het vastgestelde beleid en bang waren dat deze onvrede gevolgen zou kunnen hebben voor bijvoorbeeld hun mediaoptredens of de mate waarin ze zelf worden ondersteund. En juist dát aspect zie ik niet terug in de plannen van Asscher en Heerts om de besturing van de FNV te verbeteren. Er is helemaal geen bestuurscrisis, maar juist wel een besturingscrisis: de mate waarin de werkorganisatie uitvoering geeft of wil geven aan de plannen van de vereniging.
Een twintigtal mensen vanuit de werkorganisatie heeft zich halverwege november ook uitgesproken richting FNV Personeel. Zij stellen dat de vakbond van FNV Personeel hun belangen niet vertegenwoordigt en vragen de vakbond zich terug te trekken uit het proces bij de Ondernemingskamer omdat dit niet democratisch is voor de leden. In hoeverre denk je dat zij een breder sentiment in de werkorganisatie vertegenwoordigen en hoe zouden we meer een stem kunnen geven aan dit geluid binnen de FNV?
Er zijn inderdaad ongeveer 20 medewerkers van de FNV naar voren gestapt om aan FNV Personeel te laten weten dat in ieder geval zij het niet eens zijn met de koers die de bedrijfsledengroep van FNV binnen de FNV nu vaart. Zij roepen FNV Personeel dan ook op om zich terug te trekken uit de procedure bij de Ondernemingskamer. Ik weet natuurlijk wel dat niet iedere medewerker van de FNV de koers van FNV Personeel steunt. Hoe FNV Personeel strooit met desinformatie en medewerkers en leden en kaderleden ophitst vind ik vakbondsonwaardig. Zo heb ik het destijds, in februari 2025, ook geduid in het LP. Een groep van 20 is nog niet veel, maar er zijn er veel meer. Blijkbaar is er toch iets in de werkcultuur van de FNV dat medewerkers verhindert om uit de anonimiteit en naar voren te stappen? Ik denk dat groepsdruk en onveiligheid daar wel een rol in spelen helaas. Daar zouden het management en de directie oog voor moeten hebben om juist dát aan te pakken.
Het Wetenschappelijk Bureau voor de Vakbeweging verstuurde een brief naar de toezichthouders en het Ledenparlement. Zij onderschrijven de noodzaak kritisch te kijken naar de structuur van de vakbond, maar wijzen erop dat de verenigingsdemocratie nu ondermijnd wordt en dat dit vakbondsvernieuwing in de weg staat. Hoe zie jij de rol van het Wetenschappelijk Bureau in deze discussie over de bestuurbaarheid van de FNV, in hoeverre zou dit bureau ingezet kunnen worden ter ondersteuning van kaderleden?
De Burcht erkende in hun brief dat de vakbeweging meer de tijd moet nemen om gezamenlijk een antwoord te vinden op de veranderende positie van de vakbeweging in Nederland. Dat zou juist een hele leuke discussie kunnen zijn, in tegenstelling tot wat de RvT en het IB nu doet: hun eigen plan voor de bestuurbaarheid van de FNV als een meloen aan het LP presenteren en hen te vragen om deze even, zonder goede dialoog, in één keer door te slikken. Dat is een autoritaire houding die zeker niet past bij een vakbeweging die juist vanaf onderop moet worden gebouwd. Heerts en Asscher zijn natuurlijk bekend om met politiek bestuurlijke macht dingen voor elkaar te krijgen – en daar soms ook de mist mee in te gaan – maar als je macht krijgt van een Ondernemingskamer, kun je er ook voor kiezen om daar met wijsheid en zorgvuldigheid mee om te gaan.
Met een meerderheid van 78% nam het LP een motie aan die Asscher en Heerts oproept de gang naar de rechter te staken. In de motie spreekt het ledenparlement zich ook met overgrote meerderheid uit dat het bestuur van de vakbond in de toekomst tot stand moet komen door kandidaatstelling van onderop en vrije verkiezingen tussen kandidaten. Kun je aangeven wat er precies mis is met het model dat de RvT voor staat?
Op papier oogt het plan van de RvT over de bondsraad als meer invloed voor sectorraden. In de praktijk vergroot het vooral het gelddenken: elke sector kijkt eerst naar de eigen pot en projecten. Het gesprek verschuift van ‘wat is goed voor álle leden?’ naar ‘wat levert het mijn sector op?’ Dat leidt tot geduw om budgetten en minder solidariteit. Het Ledenparlement werkt juist sectoroverstijgend: direct gekozen, leden wegen, met ruggespraak met eigen en andere sectoren, wat eerlijk is voor iedereen. Zo bepaalt niet de dikste portemonnee de koers.
De keuze is duidelijk: willen we een FNV die wordt bestuurd door een kleine club met dubbele petten, of door open, direct gekozen vertegenwoordigers met een helder mandaat van alle leden? De leden van mijn plaatselijke voetbalvereniging kunnen gewoon zelf hun bestuur kiezen, ontslaan, het beleid vaststellen in de jaarvergadering en het bestuur controleren. En natuurlijk kan ieder lid zich ook kandideren voor een bestuursfunctie. Waarom kan de FNV dat niet organiseren? Kunnen ze dat niet, of hebben sommige mensen er geen belang bij, omdat de stem van de leden steeds sterker en sterker wordt? Heeft de maatschappij, de polder, de bobo’s binnen het old boys network via consultancybureaus dan te weinig grip op de FNV als bondgenoot in de polder?
Het vergt wat mij betreft vrijheid, lef en moed om de leden juist te durven volgen; om als leider goed te kunnen leiden, moet je juist soms kunnen volgen. Als je dat niet kunt, heb je niks te zoeken bij een vakbond. Ik pleit voor meer leiderschap en minder management – helemaal binnen een vakbond. Het probleem is niét de structuur, maar vooral de cultuur en wellicht persoonlijk falen van individuen naast de manier waarop de directie en het MT omgaan met dat wat de vereniging graag wil. Het is een besturingscrisis waar ook de werkorganisatie onderdeel van is, maar die nu ongemoeid blijft. Asscher zei tegen ons als kaderleden van het oude AB dat er ‘iets anders nodig was’ om de werkorganisatie aan te pakken, maar als je dat pas doet als de vereniging veel minder democratisch is georganiseerd, dan ben je te laat.
Het lijkt erop alsof sectoren ook tegen het LP zijn opgezet, alsof het LP en sectoren niet goed zouden kunnen samenwerken. Hoe zou in jouw optiek de verhouding moeten zijn tussen de sectorraden en het Ledenparlement, en hoe zouden deze verenigingsorganen elkaar kunnen versterken?
We doen net of er al jaren geen goede afstemming zou zijn tussen sectorraden en het LP. Dat is flauwekul. Sectorraden keuren zelf de LP-kandidaten en geven een aanbeveling of niet. Op 7/8 oktober vorig jaar gebeurde er iets heel ongewoons. (de werkorganisatie had zonder medeweten van de leden een klachtenprocedure opgezet die tegen leden ingezet kon worden, waarop het LP een motie van afkeuring indiende tegen het FNV-bestuur en aandrong op het vertrek van de directeur van de werkorganisatie, red) LP-leden moesten op dat moment, zonder feitelijke ruggespraak, iets vinden van een situatie. Let wel: een situatie die sectoroverstijgend speelde, en die niet per definitie speelde in de sector zelf.
Ik snap dat sectorraden het heel vervelend vonden wat er gebeurde, maar in plaats van hun LP-delegatie te steunen in deze moeilijke situatie en te vragen wat er nu precies speelde, hadden veel sectorraden hun oordeel al klaar. Ook opmerkelijk was dat sectorraden het AB boze brieven stuurden, maar er was geen één sector die het AB vroeg: “Kunnen jullie uitleggen wat er is gebeurd en waarom het AB handelde zoals het heeft gehandeld.” Dat vind ik zeer opmerkelijk. En voor zover ik weet, heeft geen enkele sectorraad dat ook aan het LP gevraagd. Waarom heeft niemand dat gevraagd en met welk belang en welke overwegingen is dat niet gebeurd?
Een verklaring die ik daarvoor heb is dat inderdaad zoals je zegt de sectorraden bewust tegen het LP zijn opgezet. Hoe dit ook gebeurd is, het is duidelijk dat men de informatie niet vanuit de vereniging heeft gekregen, want niemand heeft het AB erom gevraagd, dus moet de informatie wel uit de werkorganisatie komen; ik kan met al mijn beperkingen geen andere verklaring bedenken.
Veel discussies gaan over de term governance en worden losgekoppeld van de politieke context waarin de FNV zich begeeft, namelijk die van een door de PVV geleid kabinet en zondebokpolitiek tegen asielzoekers en arbeidsmigranten. Hoe zou de FNV hiermee om moeten gaan? En in hoeverre moet er in de discussie over governance een discussie gevoerd worden over hoe de FNV zich ook tegen deze politiek kan weren?
Ik sluit me met de beantwoording van deze vraag graag aan bij het artikel op Joop.nl van Ahmet Daskapan waarin hij stelt dat de FNV de laatste verdedigingslinie is tegen een systeem dat steeds meer druk legt op werkenden en steeds minder ruimte laat voor echte democratie. Dat alleen de PvdA meer de beschikking gaat krijgen over het enorme actievermogen van de FNV vind ik wel een reëel en ongewenst risico van de hele gang van zaken bij FNV. Het zou goed kunnen dat de polder graag wil dat de FNV meer in de pas en aan de lijn gaat lopen van de neoliberalere wind in Nederland. Als de vakbond van binnenuit wordt omgevormd tot een beheersbare organisatie met een top-down bestuursmodel, verliest hij zijn essentie als collectief machtsinstrument. Daarom is de strijd binnen de FNV niet secundair, maar bepalend voor de toekomst van democratische tegenkracht in Nederland.
Op de website FNV democratisch kun je de petitie tekenen tegen de ondermijning van de ledendemocratie door de toezichthouders.
Foto: op vrijdag 21 november handigde een delegatie van FNV Democratisch handtekeningen over van hun petitie tegen de plannen van Asscher en Heerts aan het Ledenparlement (copyright: socialisme.nu)
Overgenomen van socialisme*nu.
IJzersterke analyse. Het…
IJzersterke analyse. Het bedrijfsbestuur wil heersen. Dat verschijnsel is zichtbaar in veel (semi) overheidsorganisaties. Bij de FNV is het een paleisrevolutie die al langer smeulde. (Bi). De moderne vakbeweging van 1906 ademt bestuur uit, waarbij werkers zich kunnen inkopen. Het komt niet van de werkvloer.
“Er is helemaal geen bestuurscrisis, maar juist wel een besturingscrisis: de mate waarin de werkorganisatie uitvoering geeft of wil geven aan de plannen van de vereniging.” Daar komt de paleisrevolutie weer om de hoek. De werkorganisatie wil besturen.
De Burcht, het wetenschappelijk bureau voor de vakbeweging, erkende in hun brief dat de vakbeweging meer de tijd moet nemen om gezamenlijk een antwoord te vinden op de veranderende positie van de vakbeweging in Nederland. Het gaan om macht.
Macht is iets dat je krijgt van je volgelingen, dat je wordt toegekend, wordt toegedacht. Dat onderdelen naar de Ondernemingskamer is twijfelachtig. De Ondernemingskamer is geen volgeling, maar is een oplosser van een belangenconflict.
Het conflict, de besturingscrisis, moet door de vereniging opgelost worden, niet door de werkorganisatie. De werkorganisatie had het kunnen (moeten) voorkomen.
Reactie toevoegen