Het nieuwe tijdperk van plagen in het kapitalisme, deel 4

Ian Angus - 

Dit is deel 4 van mijn artikelen over de oorzaken en gevolgen van het afglijden van het wereldwijde kapitalisme naar een tijdperk waarin infectieziekten steeds vaker voorkomen. Mijn standpunten zijn vatbaar voor discussie en toetsing in de praktijk. Ik kijk uit naar commentaar, kritiek en correcties. Hier is Deel 1, Deel 2 en Deel 3 te lezen.

In 1998 werden varkens op een boerderij in het noorden van Maleisië ziek. Kenmerk: zeer luid hoesten. Sommige dieren hadden geen andere symptomen, andere hadden koorts en spierkrampen. De meeste herstelden.

Toen sloeg de voorheen onbekende ziekte over op landarbeiders – 265 mensen ontwikkelden ernstige encefalitis. 105 van hen stierven. Een sterftecijfer vergelijkbaar met dat van ebola.

Medische onderzoekers ontdekten dat de boerderij waar de epidemie begon zo'n 30.000 varkens hield in openluchthokken, in de buurt van mangobomen. Fruitvleermuizen uit de diepe wouden van het nabijgelegen Borneo waren onlangs naar die bomen gemigreerd toen hun natuurlijke habitat werd platgewalst om plaats te maken voor palmolieplantages; de varkens aten gedeeltelijk opgegeten fruit dat de vleermuizen lieten vallen. Het speeksel van de vleermuizen bevatte een toen nog onbekend virus – later Nipah genoemd naar een nabijgelegen dorp. Dat was onschadelijk voor de vleermuizen, maar maakte varkens ziek en doodde mensen.

De Maleisische uitbraak werd bedwongen door meer dan een miljoen varkens te doden. Omdat het virus uit het bos was ontsnapt, verspreidde het zich echter verder: Nipah is nu endemisch in Bangladesh en delen van India. Jaarlijkse uitbraken doden daar nog steeds 40 tot 75 procent van de geïnfecteerden. Er is geen vaccin en geen geneesmiddel.

De boskap die de natuurlijke habitat van de vleermuizen vernietigde was geen nieuwe of geïsoleerde ontwikkeling. Sterker nog, zoals Karl Marx schreef, 'de ontwikkeling van de beschaving en de industrie in het algemeen heeft zich altijd zo actief getoond in de vernietiging van bossen, dat alles wat gedaan is voor het behoud en de productie ervan in vergelijking daarmee volkomen onbeduidend is.' [1]

Na de laatste ijstijd en vóór de uitvinding van de landbouw bedekten bossen ruwweg zes miljard hectare van het bewoonbare landoppervlak van de aarde. Vandaag de dag is de beboste oppervlakte nog maar vier miljard hectare, een afname van 33 procent in ongeveer tienduizend jaar. Maar meer dan de helft van de afname vond plaats na 1900 en het grootste deel daarvan sinds 1950. [2]

De wetenschap ziet het verlies van tropische bossen als een van de belangrijkste ontwikkelingen in de wereldwijde verschuiving van relatief stabiele Holocene omstandigheden naar het meer veranderlijke Antropoceen in het midden van de twintigste eeuw. [3] De update in 2023 van Planetaire Grenzen concludeerde dat verandering van het landsysteem rond 1988 de gevarenzone intrad en 'sindsdien is doorgedrongen tot een zone met een toenemend risico op systemische verstoring.' [4]

In zijn geschiedenis van de ontbossing beschrijft Michael Williams de periode sinds 1945 als de Grote Aanval.

De catastrofale gebeurtenissen van de Tweede Wereldoorlog veranderden de bossen van de wereld ingrijpender dan enig ander 'einde van de eeuw' van ongeveer 50 jaar daarvoor. Maar het waren niet de vijf jaren van conflict, hoe verwoestend ze ook waren, die ontbossing veroorzaakten; het was eerder de nasleep van de verandering die ze teweegbrachten die snel en ingrijpend was en een ontwrichting van wereldwijde biomen veroorzaakte. De aard en de intensiteit van de veranderingen bereikten een zorgwekkend niveau in tempo, omvang en betekenis voor het milieu, vergeleken met alles wat daarvoor was gebeurd. [5]

Er wordt soms beweerd dat ontbossing wordt veroorzaakt door hoge geboortecijfers in tropische landen – dat te veel arme mensen kleine boerderijen uit tropische bossen hakken om hun families te voeden. De door de staat gesponsorde kolonisatie van boerenlandbouw was tot ongeveer 1980 een belangrijke factor bij de ontbossing in Latijns-Amerika en Zuidoost-Azië. Tegenwoordig wordt 'het grootste deel van de wereldwijde ontbossing aangedreven door multinationale bedrijven, waaronder Cargill, JBS en Mafrig, evenals hun schuldeisers BlackRock, JPMorgan Chase en HSBC.' [6] Agro-industriereuzen ontginnen immense gebieden om monoculturen te produceren voor de wereldmarkten. Slechts vier producten – rundvlees, soja, palmolie en hout – zijn verantwoordelijk voor meer dan 70 procent van de ontbossing in de eenentwintigste eeuw [7] en de gekapte gebieden worden niet vervangen door familieboerderijen maar door enorme ranches en plantages.

Milieuactivisten hebben terecht de aandacht gevestigd op het verband tussen ontbossing en klimaatverandering – naar schatting is de verandering in landgebruik verantwoordelijk voor 15 procent van de uitstoot van broeikasgassen. Dat is natuurlijk een heel belangrijke kwestie, maar zoals socialistisch epidemioloog Rob Wallace opmerkt, moeten we ook de rol van investeerders in Londen, New York en Hong Kong ter discussie stellen. Zij veranderen tropische bossen in broedplaatsen voor wereldwijde pandemieën.

Kapitaal is de speerpunt van landroof van de laatste primaire bossen en landbouwgrond van kleine boeren wereldwijd. Die investeringen stimuleren de ontbossing en ontwikkeling die leiden tot het ontstaan van ziekten. De functionele diversiteit en complexiteit die deze enorme stukken land vertegenwoordigen, worden zo gestroomlijnd dat ziekteverwekkers die voorheen in een hokje zaten, overslaan naar de lokale veestapel en menselijke gemeenschappen. [8]

De enorme biodiversiteit in tropische bossen omvat ontelbare virussen die zich gedurende miljoenen jaren van evolutie aan 'reservoirsoorten' hebben aangepast. De massale verstoring en aantasting van bossen vergroot het contact tussen mensen en hun huisdieren enerzijds en wilde dieren anderzijds – contacten die nieuwe kansen creëren voor virussen en bacteriën om voorheen onbekende gastheren te infecteren. Zoals Andreas Malm schrijft, is ontbossing een belangrijke aanjager van zoönotische spillover en opkomende infectieziekten.

Dat er vreemde nieuwe ziekten opduiken in het wild is in zekere zin logisch: buiten de menselijke heerschappij bevinden zich onbekende ziekteverwekkers. Maar dat gebied zou met rust gelaten kunnen worden. Zonder de economie die wordt aangedreven door mensen die voortdurend de natuur aanvallen, die haar binnendringen, die haar verscheuren, die haar in stukken hakken, die haar vernietigen met een ijver die grenst aan uitroeiingsdrang, zouden deze dingen niet gebeuren...

Ontbossing is niet alleen een motor van biodiversiteitsverlies, maar ook van de verspreiding van zoönosen. Als wegen door tropische wouden worden aangelegd, stukken bos worden gerooid, buitenposten dieper in het binnenland worden geplaatst, komen mensen in contact met alle krioelende levensvormen die tot dan toe op zichzelf waren aangewezen. Mensen plunderen of bezetten ruimten waar ziekteverwekkers in de grootste overvloed verblijven. De twee partijen komen elkaar het vaakst tegen aan de randen van gefragmenteerde bossen, waar de inhoud van het bos naar buiten kan glippen en de uiteinden van de menselijke economie kan ontmoeten; en toevallig gedijen generalisten zoals muizen en muggen, die er een handje van hebben om als 'bruggastheer' te fungeren, het best in die zones...

De hotspots van spillover zijn de hotspots van ontbossing. [9]

Als gevolg hiervan is de dynamiek van bosziekten, de oerbronnen van ziekteverwekkers, niet langer beperkt tot het achterland alleen. (..)SARS kan plotseling overslaan op mensen in de grote stad, slechts een paar dagen na het verlaten van de vleermuizengrot. [10]

Naast het creëren van nieuwe mogelijkheden voor virusverspreiding, biedt ontbossing ook een grotere habitat voor vectoren – de muggen en andere insecten die ziekteverwekkers van besmette dieren naar mensen overbrengen. Een rapport gepubliceerd door het United Nations Environment Program, de Wereldgezondheidsorganisatie en de Convention on Biological Diversity waarschuwt:

Veranderingen in habitats, onder andere door veranderde soortensamenstelling (beïnvloed door omstandigheden die ziekteverwekkers gunstiger kunnen ondersteunen, zoals te zien is bij malariaverwekkende vectoren in ontboste gebieden in het Amazonegebied) en/of overvloed in een ecosysteem (en dus mogelijke verspreiding en prevalentie van ziekteverwekkers), en de vestiging van nieuwe mogelijkheden voor ziekteoverdracht in een bepaalde habitat, hebben grote gevolgen voor de gezondheid. Door de mens veroorzaakte veranderingen in landschappen gaan gepaard met het binnendringen van de mens in voorheen ongerepte habitats, wat vaak ook gepaard gaat met de introductie van gedomesticeerde diersoorten, waardoor nieuwe soorten interacties mogelijk worden en er dus nieuwe mogelijkheden ontstaan voor de overdracht van ziekteverwekkers. [11]

Zwaar gebruik van pesticiden heeft het voorkomen van door insecten overgedragen ziekten in de laatste helft van de twintigste eeuw sterk verminderd. Maar sindsdien zijn ze teruggekeerd. De dodelijkste ziekte, malaria, doodt tussen de één en drie miljoen mensen per jaar, voornamelijk in sub-Sahara Afrika. De insecten die deze ziekte en andere ziekteverwekkers overbrengen, vinden een aantrekkelijke broedplaats in recent ontboste gebieden.

Er wordt soms beweerd dat palmolieplantages gezien moeten worden als effectieve vervangers voor oorspronkelijke bossen. Wetenschappelijke studies tonen echter aan dat 'vectoren van menselijke ziektes door muggen onevenredig vertegenwoordigd zijn in ontboste habitats' en dat er 'een positieve associatie is tussen het aantal uitbraken van door vectoren overgedragen ziektes en de toename van land dat is omgezet in palmolieplantages.' [12]

Zoals dit laat zien, zijn bossen niet zomaar bomen – het zijn immens complexe ecosystemen waarvan de ecologische functies niet kunnen worden overgenomen door simpelweg andere, meer winstgevende bomen te introduceren. Eén van die functies is het beperken van de verspreiding van door vectoren overgedragen ziektes en virale spillover. Zoals Roderick Wallace en zijn medewerkers stellen: om echt duurzaam te zijn, moeten beleid en acties prioriteit geven aan 'het behouden van wat het bos doet, in tegenstelling tot wat het is.' [13]

Noten

[1] Karl Marx, Capital: A Critique of Political Economy. Vol. 2, trans. David Fernbach, vol. 2, The Pelican Marx Library (London: Penguin Books in association with New Left Review, 1985), 322.

[2] Omri Wallach en Aboulazm, Zach, 'Visualizing the World's Loss of Forests Since the Ice-Age,' Visual Capitalist, 1 april 2022.

[3] Ian Angus, Facing the Anthropocene: Fossil Capitalism and the Crisis of the Earth System (New York: Monthly Review Press, 2016), 44-45, 71-77.

[4] Katherine Richardson et al., 'Earth beyond Six of Nine Planetary Boundaries,' Science Advances 9, no. 37 (15 september 2023).

[5] Michael Williams, Deforesting the Earth: From Prehistory to Global Crisis: An Abridgment (Chicago: University of Chicago Press, 2006), 395.

[6] April Fisher, 'Deforestation and Monoculture Farming Spread COVID-19 and Other Diseases,' Truthout, 12 mei 2020.

[7] Hannah Ritchie en Max Roser, 'Cutting down Forests: What Are the Drivers of Deforestation,' Our World in Data, 18 maart 2024.

[8] Robert G. Wallace, Dead Epidemiologists: On the Origins of COVID-19 (New York: Monthly Review Press, 2020), 30-31.

[9] Andreas Malm, Corona, Climate, Chronic Emergency: War Communism in the Twenty-First Century (Londen New York: Verso, 2020), 35, 42, 43.

[10] Rob Wallace e.a., 'COVID-19 and Circuits of Capital,' Monthly Review 72, no. 1 (1 mei 2020): 1-15.

[11] Wereldgezondheidsorganisatie en Convention on Biological Diversity, Connecting Global Priorities: Biodiversity and Human Health. S State of Knowledge Review (Genève: Wereldgezondheidsorganisatie, 2015), 39.

[12] Nathan D. Burkett-Cadena en Amy Y. Vittor, 'Deforestation and Vector-Borne Disease: Forest Conversion Favors Important Mosquito Vectors of Human Pathogens,' Basic and Applied Ecology 26 (februari 2018): 101-10; Serge Morand en Claire Lajaunie, 'Outbreaks of Vector-Borne and Zoonotic Diseases Are Associated With Changes in Forest Cover and Oil Palm Expansion at Global Scale,' Frontiers in Veterinary Science 8 (24 maart 2021): 661063.

[13] Rodrick Wallace et al., Clear-Cutting Disease Control: Capital-Led Deforestation, Public Health Austerity, and Vector-Borne Infection (Cham: Springer International Publishing, 2018), 55.

Dit artikel stond op Climate&Capitalism. Nederlandse vertaling redactie Grenzeloos.

Soort artikel

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop