Het was een roerig jaar, 1956, voor die communisten die nog geloofden in de leiding van de Sovjet-Unie. Begin dat jaar hield Chroestsjov zijn beroemde toespraak waarin hij een deel van de misdaden van Stalin openbaarde. De DDR en Polen werden opgeschrikt door protesten en de roep om democratie. Eind 1956 vormde de Hongaarse opstand het hoogtepunt van verzet tegen de stalinistische onderdrukking in het Oostblok.
Petöfikringen
Op 23 oktober organiseerden studenten een demonstratie in Budapest om hun steun te betuigen aan de Poolse hervormer Gomulka. De studenten waren lid van de zogenaamde Petöfikringen. In deze semi-legale discussiekringen, voortgekomen uit de communistische jeugdbeweging, werd gesproken over hervormingen en de mogelijkheden voor een democratisch socialisme.
De demonstratie kreeg een omvang die alle verwachtingen van de organisatoren overtrof. Niet alleen studenten, ook arbeiders sloten zich aan. Na de oorlog waren de nationalisatie van de industrie en de verdeling van het grootgrondbezit door veel Hongaren positief ontvangen. Maar in 1956 was de onvrede over gedwongen herstelbetalingen aan Rusland en de geforceerde industrialisatie ook onder arbeiders groot. De demonstranten riepen op tot vrije verkiezingen, een einde aan de Russisch overheersing van Hongarije en arbeiderscontrole over de productie.
Het keerpunt kwam toen de gehate geheime politie, de AVH, het vuur opende op de demonstranten. De demonstranten vochten terug met wapens geleverd door arbeiders uit wapenfabrieken en overgelopen soldaten en agenten. Een deel van de demonstratie, die ondertussen meer dan honderdduizend personen telde, was afgeweken naar het gigantische standbeeld van Stalin in het centrum van Boedapest. Na een mislukte poging om het standbeeld omver te trekken werd Stalin uiteindelijk met lasbranders op de knieën gedwongen. In paniek deed de Hongaarse regering een beroep op de Russische troepen gelegerd in Hongarije om de orde te herstellen. In Boedapest werden de Russische tanks door hevig verzet echter gedwongen zich terug te trekken.
Imre Nagy
Onder druk van de protesten verving de Hongaarse communistische partij de regering. De populaire Imre Nagy, sinds 1918 lid van de Hongaarse communistische partij, werd de nieuwe premier. Nagy was eerder premier geweest, van 1953 tot 1955. Onder zijn bewind was toen een deel van de politieke gevangenen vrijgelaten en werd het boeren toegestaan zich terug te trekken uit de collectieve bedrijven. De staatsgeleide economie werd in plaats van op export naar Rusland meer gericht op een verhoging van de levensstandaard.
Na zijn aantreden beloofde Nagy democratische hervormingen. Hij probeerde te schipperen tussen de stalinisten van de oude garde en de Russen enerzijds en radicale eisen van de opstandelingen anderzijds. Deze twijfelende houding kostte hem al snel veel steun.
De volgende dagen lieten het meest opvallende aspect van de Hongaarse opstand zien, namelijk de oprichting van arbeidersraden. Net zoals in de Russische revoluties van 1905 en 1917, en Duitsland in 1918, organiseerden arbeiders zich in raden die het bestuur van fabrieken en steden overnamen. De raden eisten democratisering en terugtrekking van de Russische troepen. Uit de verklaringen van de raden blijkt dat, alhoewel kleine rechtse groepen zich ook roerden, de meerderheid van de opstandelingen voorstander van een democratische en socialistische samenleving waren.
Velen van hen waren afkomstig uit de Hongaarse arbeidersbeweging. Bijvoorbeeld voormalige leden van de verboden sociaal-democratische partij, oud-verzetsstrijders en jongeren uit de communistische jeugdbeweging. Maar ook leden van de communistische partij maakten deel uit van het verzet. Een terugkeer naar het kapitalisme was voor al deze mensen niet aan de orde. Veel Hongaren herinnerden zich nog het bewind van de dictator Horthy. De armoede en uitbuiting waren toen niet minder. De opstandelingen eisten dat de communistische regering haar propaganda over socialisme en democratie waar zou maken!
Chroestjov
Na een week van straatgevechten hadden de Russische troepen zich terug getrokken uit de hoofdstad. Nagy, een hervormer die het stalinistisch systeem wel had willen hervormen maar niet als zodanig in twijfel trok, was nu hoofd van een opstandige regering. Sommige van de partijen die na de oorlog verboden waren, zoals de Boerenpartij en de sociaal-democratische partij, waren ondertussen opnieuw gevormd en werden vertegenwoordigd in de raden. Onder druk van de opstandelingen kwam Nagy tot veel radicalere hervormingen dan hij waarschijnlijk gepland had. Op 30 oktober werd het eind van het eenpartijstelsel bekendgemaakt en nieuwe verkiezingen aangekondigd.
Een dag later besliste Chroestsjov echter dat de Hongaarse opstand neergeslagen moest worden. Het einde van het eenpartijstelsel en de groeiende macht van de raden was een slecht voorbeeld voor de andere satellietstaten. Bovendien zou terugtrekken uit Hongarije gezichtsverlies betekenen tegenover het Westen. De internationale situatie was gespannen. Negenentwintig oktober hadden Franse, Britse en Israëlische troepen Egypte aangevallen nadat Nasser het Suezkanaal had genationaliseerd. Voor Chroestsjov bestond er geen twijfel dat het Westen zou profiteren van een Russische terugtocht uit Hongarije. 'Ze zullen Hongarije bij Egypte voegen' zei hij.
Deze keer hadden de Russen rekening gehouden met verzet. Naast tanks werd er gebruikt gemaakt van infanterie en luchtaanvallen. De troepen die gebruikt werden, werden speciaal uit andere landen getransporteerd. Soldaten die in Hongarije gelegerd waren hadden namelijk blijk gegeven van te veel sympathie voor de opstandelingen - sommigen waren zelfs overgelopen. Dit keer ging het om soldaten die niets wisten van de situatie in Hongarije en verteld werd dat de opstand een fascistische couppoging was.
Nederlaag
Terwijl Nagy en enkele van zijn medewerkers asiel zochten in de Joegoslavische ambassade organiseerden de raden het verzet tegen de invasie. In traditionele arbeidersbuurten waren de gevechten het hevigst. Maar de verzetsstrijders, veelal jonge arbeiders die slechts gewapend waren met molotovcocktails, waren geen partij voor de Russische tanks. In ‘Rood’ Csepel, zo genoemd omdat het altijd een bolwerk van de communistische partij was geweest, hield het verzet het tot 11 november vol. Nadat het militair verslagen was, werd het verzet voortgezet door middel van grootschalige stakingen. De raden traden ondertussen in onderhandelingen met de nieuwe pro-Russische regering en de Russische bezettingstroepen op als vertegenwoordiging van de Hongaarse arbeiders. Hoewel het sporadisch zou voortdurend tot midden 1957 werd het verzet uiteindelijk gebroken. Leiders van de raden werden opgepakt. 5 januari 1957 werd de doodstraf voor staken of het oproepen daartoe ingevoerd.
Om een herhaling van de opstand te voorkomen vervingen de Russen de meest gehate stalinisten. Om de ontevredenheid onder de bevolking in te tomen werd de economie meer gericht op de productie van consumptiemiddelen. 'Ze de mond snoeren met goulash' noemde Chroestsjov het. De droom van een vrij en socialistisch Hongarije werd verslagen.
Dertig jaar later was het socialisme in diskrediet gebracht en waren de Hongaren hun dromen van revolutie vergeten. Maar een halve eeuw later is duidelijk dat Hongarije 1956 meer was dan een nederlaag. Het laat ook zien waar toe gewone mensen, ondanks een overweldigende overmacht, toe in staat zijn. En dat die dromen soms helemaal niet zo veraf zijn.
Reactie toevoegen