Nederlandse oorlogsmisdaden in Indonesië 1946-1950, wij hebben dit nooit getolereerd en nooit verzwegen

Met de publicatie van het rapport over de oorlog in Indonesië, is de deksel van de beerput van het koloniale verleden, weer een klein beetje verder open gegaan. Maar de blik blijft beperkt en zeer eenzijdig. ‘Nederland collectief schuldig aan ‘beschamende feiten Indonesië’, kopte de NRC op de voorpagina naar aanleiding van het rapport.

In twee opzichten wordt hier de waarheid geweld aangedaan. De NRC verwart de politieke-, ambtelijke-, economische- en militaire elite met de hele Nederlandse bevolking, terwijl de rest van de bevolking tijdens de hele oorlog van 1946-1950 (die niet voor niets politionele acties werden genoemd) bewust onwetend werd gehouden van wat zich in de Oost werkelijk afspeelde.

Daarnaast was er een aanzienlijk deel van de bevolking, dat ondanks de voortdurende propaganda tegen de Indonesische vrijheidsstrijders zich tegen de oorlog verzette. En door kleine groepen Nederlanders werd er actief actie gevoerd en werden jongeren opgeroepen om dienst te weigeren en niet naar Indonesië te gaan.

De nu hoog bejaarde moeder van Richelle Roelie* was een van de jongeren die zich toen hiervoor inzette. Richelle sprak met haar naar aanleiding van de publiciteit bij het verschijnen van het onderzoeksrapport.

Dit nieuws maakt veel los bij mijn moeder. In Nederland is dit altijd een taboe geweest. Er werd langzamerhand steeds meer onthuld. Eindelijk blijkt nu anno 2022 uit dit onderzoek dat het geweld veel erger is geweest dan men eerder toegaf, hoewel dat aldoor al bekend was.

Voor mijn moeder Elly is het een opluchting dat dit eindelijk erkend wordt. Ze kan er nog steeds – na 75 jaar – niet rustig over praten. ‘We hebben toen gedemonstreerd voor de vrijlating van Piet van Staveren’, herinnert ze zich en ze vertelt ongeveer het zelfde als wat hij zegt. Piet is één van de 185 ooggetuigen die aan het woord wordt gelaten in het boek Revolusi van David van Reyenbrouck (2020). Piet zegt: ‘Wij waren juist bevrijd van de Duitse onderdrukking en nu gingen we in Indonesië hetzelfde doen als wat Duitsland had gedaan: het land bezetten! Het was te idioot voor woorden’, aldus Piet (Revolusi, hoofdstuk 11). Dat is precies wat Elly ook zegt. Het was bijna onmogelijk om tegen de politionele acties te zijn, benadrukt ze, ‘De situatie was heel erg moeilijk in die tijd, mensen belandden ervoor in de gevangenis!’

Elly werd in haar studietijd geïnspireerd door Wim Wertheim, hoogleraar niet-westerse sociologie aan de UvA. Hij had zelf in Indonesië gewoond en had daar een hekel aan het 'apartheidssysteem' gekregen. ‘Terwijl andere hoogleraren stonden te dicteren, liep Wertheim tijdens zijn colleges heen en weer door het lokaal en vertelde zeer gedreven over wat hij nu weer ontdekt had over de koelies’,  herinnert Elly zich nog als de dag van gisteren: Elly werd zijn assistent. Ze bestudeerde in die tijd het leven van mensen in de kolonie, op basis van belletrie (romans) uit de eerste drie decennia van de vorige eeuw. Het gaat over de leefomstandigheden, de arbeidsverhoudingen en de man-vrouw verhouding op de plantages. Uit romans is veel informatie te halen, legt Elly uit: ‘uit boeken van Tolstoj kan je ook opmaken hoe het leven in Rusland was. Op dezelfde manier haalden we uit die romans hoe het in Nederlands-Indië toeging.’ Vanwege het taboe kon de studie toen echter in Nederland niet uitgegeven worden. Het verscheen (10 jaar later) wel in gestencilde vorm voor een seminarium van de UvA over Zuidoost-Azië.

Onafhankelijkheid

Indonesië was na de tweede wereldoorlog één van de eerste kolonies op de wereld die de onafhankelijkheid uitriep. Elly is er trots op. Toen in 1945 de bezetting van Japan eindigde, wilde de Nederlandse regering weer gewoon terugkomen, om de inkomsten te gebruiken voor de wederopbouw van Nederland. Dat hadden ze niet moeten doen! Elly vertelt hoe verbijsterd ze was geweest. Niet weer oorlog! Ze wilden een betere wereld, ook voor Indonesië. Er waren hoge verwachtingen. Logisch dat Elly actief werd tegen de terugkeer van het koloniale bewind. Maar toen volgde de koude oorlog. Twee keer werd haar een aanstelling geweigerd door een negatief antecedentenonderzoek, vanwege haar vader. In tegenstelling tot haar vader was Elly zelf geen lid van de Communistische Partij, toch werd haar het werk geweigerd. De groep waarmee ze actief was voor Indonesië, werd afgeluisterd en geïnfiltreerd. Elly had als tiener tijdens de oorlog met haar ouders ondergedoken gezeten. Dat leek wel gewoon door te gaan. Nu nog steeds vindt Elly het moeilijk om erover te praten. Niemand mag haar verhaal weten. Ze is nog steeds bang: ‘je mag het niet op internet zetten hoor’.

Ik spreek met Elly hierover, omdat in het onderzoek tot haar grote vreugde eindelijk erkend wordt dat Nederland zich schuldig heeft gemaakt aan stelselmatig en extreem geweld in Indonesië in de periode 1945 tot 1949. Het gaat hier over marteling, platbranden van dorpen, executie zonder proces, mishandeling, verkrachting. Dit werd door Nederlandse militairen, rechters en politici collectief getolereerd en verzwegen, aldus de Leidse historicus en onderzoeksleider Gert Oostindie, die het onderzoek samen met 17 auteurs heeft geschreven. Er zullen nog 14 boeken over verschijnen. ‘Ik hoef het rapport niet te lezen’, zegt Elly, ‘ik weet genoeg. De uitkomst was voor ons al bekend. Ook op het moment dat het gebeurde hebben we ertegen geprotesteerd. Oorlog is oorlog. Een plezierige oorlog bestaat niet. Wij hebben dit nooit getolereerd en nooit verzwegen’, zegt ze nog steeds strijdbaar.

Protesten, weigeringen en desertie

In Nederland is protest geweest tegen de troepenzendingen naar Indonesië. Uit een enquête in juli 1946 bleek dat 50 procent van de mannen en 70 procent van de vrouwen in Nederland tegen de troepenzendingen waren (bron: De Indië-weigeraars, A. Weijzen, 2015). Ook waren er voor een petitie 230.000 handtekeningen verzameld om op te roepen voor een vreedzame oplossing. De petitie werd door Wertheim overhandigd aan de regering en het parlement. Twee dagen na het eerste vertrek van de troepenzending in september 1946 werd een grote protestbijeenkomst in Amsterdam door de politie verboden. Die greep in met geweld. Er viel zelfs een dode.

De demonstraties voor de vrijlating van Piet van Staveren waar Elly het over heeft, zijn drie jaar later. In het boek Revolusi wordt Piet aan het woord gelaten. Waarom kwam hij in de gevangenis? In het verzet had hij Indonesische studenten ontmoet die ook in het verzet zaten. Hij wist daardoor veel van Indonesië. Elly vertelt me dat er in haar groep ook Indonesische studenten zaten.

Piet vertelt in het boek Revolusi dat hij na de oorlog principieel dienstweigeraar werd en zich verzette tegen de troepenuitzending. Binnen het leger werden door soldaten acties gevoerd. In september 1946 kwam 38 procent van de opgeroepen dienstplichtigen niet opdagen. De desertie was zeer groot. Er werden per jaar zo'n tweehonderd principiële dienstweigeraars erkend en daarnaast waren er nog veel mensen die wel in dienst gingen, maar die niet naar Indonesië gestuurd wilden worden. Velen hadden politieke bezwaren. Piet belande toch in Indonesië, omdat beloofd was dat het vreedzaam zou zijn (een akkoord tussen Nederland en Indonesië). Maar ter plekke liep hij in juni 1947 over, als één van de weinigen, zodra bleek dat er wel een militaire actie kwam. Hij had een introductiebrief bij zich van het Indonesië-comité in Nederland. Dat was zijn redding, want die liet hij zien aan de Indonesische militairen.

Piet ging werken voor 'Radio Gelora Pemoeda' (kolkende jeugd). Hij deed in radio-uitzendingen een beroep op Nederlandse soldaten om hun wapens neer te leggen. Maar hij werd in 1949 als communist gearresteerd door Hatta's regering, uitgeleverd aan Nederland en veroordeeld tot zeven jaar gevangenis. Hoewel Elly voor Piet's vrijheid demonstreerde heeft ze hem zelf nooit ontmoet. Ik wel. Ik heb Piet van Staveren 10 jaar geleden in het Huis van Bewaring te Leeuwarden mogen ontmoeten, waar nu een museum is. Hij kwam hier elke zaterdag heen naar zijn oude cel, om zijn verhaal te vertellen. Hij is enige jaren geleden overleden.

Elly heeft wel Joop Hueting gekend. Ze wijst me er verheugd op dat zijn naam de laatste tijd wordt genoemd in publicaties en televisie-documentaires. Joop kwam bij hen thuis. Joop was in 1947 uitgezonden naar Indonesië als dienstplichtig militair. Hij maakte al in 1948 melding van oorlogsmisdaden, aldus Elly, maar hij werd niet geloofd. In de jaren vijftig benaderde hij redacties van dagbladen, maar niemand wilde zijn verhaal publiceren. Joop kwam bij hen thuis op bezoek bij Elly's vader die bij de Communistische Partij zat. ‘Joop zelf was geen communist, maar zijn mond werd gesnoerd en hij vond steun bij de Communistische Partij. Men zag hem wel als communist. Iedereen in die tijd die tegen de oorlog was, werd als communist gezien. Want de Communistische Partij was de enige in het parlement die tegen de oorlog was’, aldus Elly.

Het lukte Joop pas in 1969 om met zijn verhaal in de publiciteit te komen. Hij was de eerste die op de Nederlandse televisie vertelde over wat er tijdens de oorlog in Indonesië was aangericht. Nu worden  die beelden van hem weer getoond.  Dankzij dit interview bij Achter het Nieuws gaf de regering opdracht voor een onderzoek dat uitmondde in de zogenoemde excessennota. Daarin werd gesteld dat de terreurdaden zoals Joop die aangaf slechts ‘excessen’, waren.

De Nederlandse regering heeft het altijd consequent verbloemd en verzwegen. Zo hanteerde ze voor deze oorlog de term 'politionele acties'. Op school wordt er nauwelijks aandacht aan besteed. Het is taboe. Men wil trots zijn op het koloniaal verleden. Pas in 2005 kwam er erkenning door de regering: ‘we stonden aan de verkeerde kant van de geschiedenis’ en in 2020 heeft de koning excuses gemaakt voor de gevolgen van de 'ontsporingen'. Nog steeds werd er echter gesproken van 'excessen' of 'ontsporingen', alsof het om incidenten ging en er verder niets aan de hand was. Eindelijk heeft de regering dan vandaag op 17 februari 2022 zijn excuses gemaakt: ‘voor het stelselmatige en extreme geweld en het consequent wegkijken van vorige kabinetten’. Nog steeds wordt echter niet van ‘oorlogsmisdaden’ gesproken.

Joop Hueting is enige jaren geleden overleden. ‘Jammer dat hij dit niet mee heeft kunnen maken’ zegt Elly bedroefd. Ik ben blij dat Elly dit nog wel meemaakt!

De deksel van de beerput is weer een beetje verder open. Maar het is de hoogste tijd  dat niet alleen gekeken wordt naar de oorlog van 1945- 1950, maar naar de hele koloniale periode.

* Omdat mijn moeder haar verhaal niet op internet wil, heb ik haar en mijn naam vervangen door een pseudoniem.

Zie ook: September 1946: massastakingen tegen de koloniale oorlog in Indonesië

Soort artikel

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop